Evolutieleer
en
biologische
classificatie
Bregje Christiaenssen
1
,H1: Kroniek van de Evolutiegedachte
Predarwiniaanse evolutiegedachten
De publicatie van Darwins ‘on the origin of species by means of natural
selection’ (1859) = geboorte van de evolutietheorie
alle levensvormen zijn uit 1 gemeenschappelijke voorouder ontstaan
Reeds voor hem ook al enkele natuurwetenschappers en filsofen
Anaximander en Xenophanes: het eerste leven komt voor uit de
condensatie van ‘oer’- modder en water + transmutaties van
soorten
Empedocles: beschreef als eerste een prototype van natuurlijke
selectie, hij zei dat het leven aanvankelijk bestond uit afzonderlijke
organen die zich willekeurig verenigden tot een organismen
Plato en Aristoteles: weinig bronnen over evolutie, toch grote
bijdrage van Aristoteles aan de morfologie, embryologie en
taxonomie.
Francis Bacon, Benoit de Maillet, Julien offray de La mettrie, Denis
Diderot, Immanuel Kant
Georges leclerc, comte de Buffon: was aanvankelijk tegen de
evolutie, maar zijn beschouwingen deden hem twijfelen De la
dégéneration des animaux: hij suggereerde de mogelijkheid dat de
oorspronkelijk gecreëerde dieren onder invloed van
omgevingsfactoren zouden gedegenereerd zijn tot de veelheid van
hedendaagse soorten
Linnaeus: soorten genereren uit oorspronkelijke typen
Erasmus Darwin (Darwins grootvader) radicaliseerde de ideeën
van Buffon en Linneaus in ‘Zoonomia’ schrijft hij over de
mogelijkheid van transmutatie en gemeenschappelijke oorsprong
Charles Lyells: ‘principles of geology’: beschrijft hoe normale
natuurverschijnselen volstonden om de geologische geschiedenis te
verklaren ≠ GOD
Lamarck: ‘Histoire naturelle des animaux sans vertèbres’ &’
philosophie zoologique’: veranderlijkheid der soorten, het leven
opgeborreld uit slijk, onder invloed van mysterieuze krachten. Deze
innerlijke krachten zouden ook maken dat nakomelingen lichtjes
afwijken van hun ouders ontstaan steeds complexere organismen
omdat afwijkingen vermeerderen in de loop van de tijd. Naast de
krachten zorgt een tweede mechanisme voor een betere
afstemming van de organismen op hun omgeving: de overerving
van verworven karakteristieken.
Verschil tussen Lamarcks transmutatie en Darwins evolutie topologie
van de stamlijnen
Ladder van de natuur vs. vertakking
Lamarck geloofde dat organismen altijd zouden veranderen van eenvoudig
naar complex, de stamlijnen lopen parallel naast elkaar tot elk organismen
2
,zijn voorgeschikte plaats van complexiteit heeft bereikt
BASISORGANISATIE (families & klassen) variatie binnen de klassen was
gevolg van lokale adaptie.
Georges Cuvier: paleontologie, anatomie en stelde eerste
geologische kaarten op.
Hij verwierp het idee van Lamarck obv eigen bevindingen omdat hij
in de fossielen geen aanwijzing zag voor de overgang van 1 soort
naar de andere + soorten zijn wel uitgestorven + transmutatie zag
hij als onmogelijk (veranderingen zouden samenhang tussen
componenten verstoren en geheel minder functioneel maken)
In het midden van de 19e eeuw trekken 2 biologen dezelfde revolutionaire
conclusies nl Charles Darwin & Wallace
Charles Darwins passie was natuurhistologie en deed een vijfjaar durende
expeditie verzamelde collecties planten, dieren, fossielen en
gesteenten.
Bv spotlijsters (Nesomimus) bracht hem op het idee van geografische
soortvorming. Hij zag dat de 3 soorten uit één en dezelfde voorouderlijke
soort konden zijn ontstaan en veralgemeenden dit naar andere soorten.
Later kreeg hij door welk mechanisme tot evolutie leidde ‘Essay on the
principle of population’
‘the (human) population, when unchecked, goes on doubling itself every
twenty – five years, or increases in geometrical ration’
Dit fenomeen moest aanleiding geven tot een formidabele strijd om het
leven, elke afwijking die een voordeel geeft t.o.v. een ander individu zou
bewaard blijven.
Ideeën van ‘the origin’
- De idee van evolutie op zich.
- De idee van de gemeenschappelijke afkomst.
- De idee van de multiplicatie van soorten.
- De idee van het graduele veranderen.
- De idee van natuurlijke selectie als mechanisme van evolutie.
Slechte reacties vanuit Christelijke kringen, Wallace en Darwin werden
niet geloofd
Pas vanaf 1996 kwam hieraan een einde dankzij de Paus Johannes Paulus
II die toegaf dat de evolutietheorie toch wel van significantie kon zijn
In wetenschappelijke kringen werden de meeste elementen van Darwins
theorie snel aanvaard (creationisme werd reeds begraven dankzij
ontdekkingen in de geologie en paleontologie).
Zijn ideeën over de gemeenschappelijke stamboom en veranderlijke
soorten werden snel aanvaard.
3
, Vele naturalisten onderhielden wel een vertekende versie van de
fylogenetische stamboom.
- Darwin: wild vertakkende struik
- Tijdsgenoten: unidimensionale ladderfiguur ( Lamarck)
Het idee van natuurlijke selectie als stuwend mechanisme ondervond
meer tegenstand worstelden met de noodzaak aan een
overervingsmechanisme (genetica moest nog uitgevonden worden)
De erkenning van Mendel en de groei van de nieuwe
synthese
Mendel geraakte geïnteresseerd in de mogelijkheid van de vorming van
nieuwe soorten door hybridisatie kruisingsexperiment met
erwtenplanten.
F1 – F2 generatie
Overerving gebeurt door het doorgeven van partikels, elementen van
beide ouders aan hun nakomelingen.
Hij publiceerde zijn bevindingen in ‘Verhandlungen des naturforschenden
Vereines in Brünn’
Eind 19e eeuw nieuwe kweekexperimenten HUGO DE VRIES
Hij was ervan overtuigd dat een organisme opgedeeld kon worden in een
grote reeks overerfbare karaktereenheden (pangenen)
kruisingsexperimenten met planten
Vond Mendels werk en besloot zich te concentreren op plotse discontinue
veranderingen: MUTATIES
Bateson: segregatie, homozygoot, heterozygoot, allelomorf en genetica
Merkwaardig= vroege Mendelianen = anti Darwin
ze bestudeerden grote verschillen tss organismen
Evolutie gebeurden volgens hen niet door kleine graduele
verschuivingen, maar door abrupte veranderingen, macromutaties
Een andere school: ‘Biometrici’ bestudeerde wel kleine verschillen tss
individuen ontwikkelden technieken die toelaten te beschrijven hoe
distributies van kenmerken verschuiven van generatie op generatie.
Werden aan elkaar gekoppeld door bv Fisher die aantoonde dat de
resultaten van de biometrici konden bekomen worden door toepassing van
Mendeliaanse principes van overerving en vervolgens dat natuurlijke
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bregjechristiaenssen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.