14-2) Tot en met welk differentiatiestadium kan de onrijpe granulocyt zich nog delen?
Granula worden pas duidelijk na het myeloblasten stadium. Het is dan een promyelocyt.
Myeloblasten, Promyelocyten en myelocyten behoren tot het mitotische compartiment (en kunnen
dus delen). Dus tot en met myelocyten.
14-3) Welk morfologisch kenmerk schuilt in zijn algemeenheid achter de benaming -blast en welk
achter de benaming -cyt?
Blast: blauw, n/c ratio hoog
Cyt: roze, n/c ratio lager
14-4) Benoem in de juiste volgorde de differentiatiestadia van de neutrofiele granulopoïese.
myeloblast>promyelocyt>myelocyt>metamyolocyt>staafkernige>segment-kernige neutrofiele
granulocyt
Extravasatie: het onbedoeld buiten het bloedvat lopen van een intraveneus bedoeld
geneesmiddel.
Opsonisatie: de aanpassing van het oppervlak van een pathogeen of ander lichaamsvreemd
partikel zodat het opgenomen kan worden door fagocyten.
Fc receptoren: zit op het oppervlakte van immuuncellen en het Fc-fragment kan er aan
binden zodat ze kunnen reageren op antigenen.
C3b receptoren: C3b interacts with the C3b receptor, complement receptor 1 on phagocytic
cells, such as macrophages and neutrophils, allowing for engulfment of the pathogen
Fagosoom: De gevormde holte binnen de cel tijdens fagocytose.
Lysosoom: is een blaasje dat zich in het cytoplasma bevindt en ook wel "de afvalberg van de
cel" genoemd wordt. Lysosomale enzymen in de lysosomen breken afvalstoffen van de cel af,
zodat de afbraakproducten hergebruikt of veilig uitgescheiden kunnen worden.
ROS: Reactive oxygen species, A type of unstable molecule that contains oxygen and that
easily reacts with other molecules in a cell. A build up of reactive oxygen species in cells may
cause damage to DNA, RNA, and proteins, and may cause cell death. Reactive oxygen species
are free radicals.
Degranulatie: Wanneer de stoffen in de granulen van granulocyten vrijkomen,
, Self-check 8.8: outline the different stages of monocyte development
- Monoblasts; promonoblast; promonocyte; monocyte.
Self-check 8.9: describe the process through which monocytes become giant cells
- Monocytes enter the tissues and mature into macrophages. Macrophages will then undergo
additional series of DNA synthesis and mitosis forming colonies of macrophages. Mitosis ceases and
endomitosis occurs resulting in the formation of giant cells.
Welk van de volgende cellen zijn macrofagen?
A. Osteoclasten
B. Lymfocyten
C. Kupffer cellen
D. Mest cellen
E. Dendritische cellen
F. Antwoord A en C
G. Antwoord A en E
H. Antwoord C en E
1. Geef van elk van de volgende beweringen aan of zij waar of onwaar is. In totaal worden
dus 10 antwoorden gevraagd. [5p, -1p per fout]
A) Een uitgerijpte neutro is post-mitotisch waar
B) De dendritische cel behoort alleen tot de lymfatische tak onwaar
C) Een metamyelocyt is vaatwand gebonden onwaar
D) Het beenmerg bevat alleen de stamcellen en de voorloper cellen van de witte bloedcellen.
Het beenmerg bevat geen rijpe witte bloedcellen. onwaar
E) De EO, neutro en mono komen allen voort uit de CFUGM onwaar
F) Microglia zijn macrofagen die zich in de hersenen bevinden waar
G) FACS en flow-cytometer zijn twee verschillende namen voor hetzelfde apparaat
onwaar
H) Toxische korreling ontstaat dikwijls in EDTA behandeld bloed dat te lang heeft gestaan
onwaar
I) Het two-hit model beschrijft dat minimaal twee verschillende genen gemuteerd moeten
worden voordat een tumorcel ontstaat onwaar
J) De leukemie die het meest voorkomt bij kinderen is AML onwaar
2. De witte bloedcellen kunnen onderscheiden worden in twee hoofdtypen.
A) Welke twee typen zijn dit? [1p]
lymfoide (lymfatische) en myeloide
B) Er komen hoofdzakelijk 5 typen witte bloedcellen voor in bloed. Geef de volledige
namen van deze bloedcellen. [2p]
neutrofiele granulocyt- lymfocyt - monocyt - eosinofiele granulocyt - basofiele granulocyt
C) Rangschik de volgorde van het voorkomen van de witte bloedcellen van hoog naar laag.
Op positie 1 komt de meest voorkomende witte bloedcel. In totaal worden 5 typen witte
bloedcellen gevraagd. [2p] zie b
D) Welke witte bloedcellen komen voort uit de CFUGEMM voorloper cel? [1p]
is de myeloide voorlopercel dus alle myeloide cellen. Vraag over witte bloedcellen dus neutro
mono, eo , baso
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper femkekruise. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor $3.28. Je zit daarna nergens aan vast.