100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biologie VWO 4 Hoofdstuk 4: Cel en leven (Nectar) $5.87   Add to cart

Summary

Samenvatting Biologie VWO 4 Hoofdstuk 4: Cel en leven (Nectar)

 11 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Deze samenvatting bevat het complete hoofdstuk 4 (cel en leven) uit het leerboek Nectar (vwo 4). De samenvatting bevat ook nog eens extra aantekeningen uit de les en ondersteunende afbeeldingen.

Preview 2 out of 14  pages

  • No
  • 4
  • April 4, 2021
  • 14
  • 2019/2020
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Biologie Samenvatting H4
Door: Manon Kooning
28 – 11 – 19

4.1 – Levende cellen
 De organisatieniveaus (van klein naar groot):
1. Atoom
2. Molecuul
3. Celorganellen
4. Cel
5. Weefsel
6. Orgaan
7. Orgaanstelsel
8. Organisme
9. Populatie
10. Soort
11. Levensgemeenschap
12. Ecosysteem
13. Bioom: de verzameling soorten van fauna en flora die in een habitat leeft en een bepaalde
topografie bezet.
 Elk organisatieniveau heeft zijn eigen onderzoekstechnieken, zoals bijvoorbeeld onder een
microscoop bekijken, maar bij een populatie kan je gewoon tellen.
 De levenskenmerken (wanneer leeft iets):
1. Opgebouwd uit een of meer cellen
2. Groei
3. Voortplanting
4. Stofwisseling (opnemen, omzetten en afgeven van stoffen)
5. Waarnemen van en reageren op veranderingen in de omgeving
6. Organisatie van erfelijk materiaal (DNA)
 Cellen zijn de kleinste eenheid van het leven.
 Elk organisme bevat DNA.
 Het volume van de cellen bepaalt hoeveel zuurstof de cellen nodig hebben. De
grootte van het oppervlak bepaalt de snelheid van uitwisseling van stoffen met de
omgeving, zoals zuurstof.
 Eencelligen staan met hun hele oppervlak in direct contact met de omgeving
waarmee ze stoffen uitwisselen. Het oppervlak-volumeverhouding is relatief
groot.
 Neem bijvoorbeeld een kubus en vergroot de ribben steeds met 10. Naarmate de
omvang groter wordt neemt het volume (x 3) sneller toe dan het oppervlak (x2).
 Dit geldt voor meercellige organismen. Daarom hebben meercellige organismen
gespecialiseerde organen ontwikkeld als darmen, kieuwen en longen om zo alle cellen van
voldoende zuurstof te voorzien.
 Deze organen hebben elk een groot oppervlak voor de uitwisseling van stoffen. Hart,
bloed en bloedvaten maken snel transport tussen deze organen mogelijk.
 Celdifferentatie: proces, waarbij cellen steeds meer gaan verschillen in vorm en functie.
Celdifferentiatie treedt op bij de ontwikkeling van een meercellig individu.
 Gedifferentieerde cellen verschillen ook in de eiwitten (enzymen, bouweiwitten en andere)
die ze maken.
 Weefsel: groep cellen met dezelfde bouw en functie.

,  Je hart is opgebouwd uit bind-, spier- en zenuwweefsel. Zenuwweefsel geeft seintjes aan het
spierweefsel om samen te trekken: bindweefsel laat het samengetrokken spierweefsel weer
ontspannen.
 Orgaan: deel van een organisme met een of meerdere functies. Organen (zoals je hart) zijn
gevormd uit verschillende weefsels.
 Ziekten onstaan vaak op celniveau. Treedt een infectie op bij een jong organisme, dan verspreidt
deze zich door celdelingen. Bij een ziekte vallen cellen van het afweersysteem de ziekte aan.
 Insuline: hormoon dat het glucosegehalte in het bloed verlaagt. Door insuline nemen cellen
glucose op uit het bloed.
 Zonder insuline (of te weinig) is de opname van suiker verstoord en voelt de patiënt zich ziek
(diabetes).
 Problemen op celniveau werken door op de andere organisatieniveaus.
 Bij diabetes werkt een groep cellen (weefsel) niet meer. De alvleesklier (orgaan) functioneert
niet goed meer. Hierdoor is een suikerpatiënt (organisme) niet meer in staat het
glucosegehalte van het bloed goed te regelen.
 Een te laag glucosegehalte (een hypo) in het bloed leidt tot zweten, trillen, duizeligheid
en honger. Een te hoog glucosegehalte (een hyper) leidt tot veel plassen, dorst, een naar
gevoel en vermoeidheid.
 Stamcel 1. Cel in het rode beenmerg waaruit zich rode bloedcellen, witte bloedcellen en
bloedplaatjes ontwikkelen. 2. (Embryonale) cel, waaruit zich weefsels ontwikelen.
 Stamcelen zijn ongedifferentieerde cellen die kunnen blijven delen.
 Drie verschillende stamcelbronnen:
1. Embryo’s.
 Embryonale cellen kunnen in principe differentiëren tot elk gewenst type cel. Deze zijn het
minst gedifferentieerd.
2. Navelstreng
 Stamcellen uit de navelstreng lijken als sterk op volwassen stamcellen. Zij kunnen niet meer
tot elk type cel uitgroeien.
3. Volwassen organen
 De stamcellen in je beenmerg maken continu nieuwe bloedcellen. Na een verwonding
herstellen deze stamcellen je huid.
 Volwassen stamcellen zijn zo te beïnvloeden dat ze veranderen in cellen met een bepaalde
functie, zoals het maken van insuline.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller manonkn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.87. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77333 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.87
  • (0)
  Add to cart