Dit is een uitgebreide en complete samenvatting voor persoonlijkheidsleer waarin alles behandeld wordt voor de toets van Persoonlijkheidsleer leerjaar 2 TP. Ik kan garanderen dat je met deze samenvatting 100% slaagt op de toets.
,Molen
Hoofdstuk 3 Leertheoretische benaderingen van psychopathologie
Ontogenetisch = aanpassen aan de omgeving door één organisme (darwin)
3.1 Thorndike en Pavlov: (niet) als kat en hond
Eerste experiment thorndike
1. Met het hout van oude fruitkisten maakte hij een kooi waarin hij een kat opsloot
2. Eten naast de kooi
• De kat kon de kooi openen door aan een touw te treken
• Uiteindelijk na meerdere pogingen bleef alleen het correct gedrag over (touw trekken)
• Acquisitie
Het hier deed eerst een reeks verwarde maar onsuccesvolle pogingen om uit de kooi te komen. Bij
toeval verrichte te kat de handeling waardoor het bij het voedsel kon. Naarmate het experiment
vaker werd uitgevoerd met het dier bleek de tijd om uit de kooi te komen systematisch af te nemen.
Uiteindelijk bleef alleen het correcte gedrag over (acquisitie)
Acquisitie: Verkrijgen, verwerven (van het nieuwe gedrag)
Wet van effect: gedrag dat tot een aangename uitkomst leidt, zal in frequentie toenemen, terwijl
gedrag dat tot een onaangename uitkomst leidt in frequentie zal afnemen.
Experiment Pavlov
Een experiment kent de volgende volgorde:
1. Toediening neutrale stimulus zoemer
2. Na de neutrale stimulus komt eten
3. Speeksel hond
4. Uiteindelijk zal de stimulus zorgen voor speeksel
Verschil tussen beide experimenten:
• Thorndike gebruikte instrumentele conditionering
• Pavlov gebruikte klassieke conditionering
➢ Door de uitbreidingen van Skinner werd instrumentele conditionering later een synoniem
voor operante conditionering
Kritiek Pavlov op Thorndike zijn experiment:
• Proefpersoon moest telkens bij het dier zijn (in de kooi stoppen)
• Het natuurlijke verloop van het gedrag word niet onderzocht, aangezien het gedrag wordt
opgedeeld in afzonderlijke pogingen van het dier
, Daarom werd de Skinner-box ontworpen.
• Rat in kooi
• 1 pedaal met daaronder voederbak
• Wanneer er op pedaal wordt gedrukt komt voedsel in het bakje
• De frequentie van het drukken werd gemeten met een polygraaf
Belangrijke termen voor instrumentele
• Discriminatieve prikkel of situatie (S)
• De respons (R)
• De uitkomst (O)
❖ Als de kat in de kooi (S) aan het touw trekt (R), krijgt ze voedsel (O)
Belangrijke termen voor klassieke conditionering klassieke conditionering:
• Onvoorwaardelijke prikkel (OP)
• Onvoorwaardelijke reactie (OR)
• Voorwaardelijke prikkel (VP)
• Voorwaardelijke reactie (VR)
❖ Het voedsel in de mond van de hond (OP) lokt automatisch (dus onvoorwaardelijk) een
speekselreactie op (OR). Onder bepaalde voorwaarden (dus voorwaardelijk) kan ook de
zoemer (VP) de speekselreactie gaan uitlokken (VR)
3.2 Leren: het wat en het hoe
Leren (Houwer, Barnes-Holmes en Moors): gedragsveranderingen van een organisme die het
resultaat zijn van regelmatigheden in de omgeving.
• Regelmatigheden in de omgeving: alles wat meer inhoudt dan de aanwezigheid van
meerdere stimuli op een enkel moment in de tijd en naar de herhaalde aanwezigheid van
meerdere stimuli
1. Herhaalde aanwezigheid van een enkele stimulus
2. De aanwezigheid van meerdere stimuli op een enkel moment in de tijd
3. Herhaalde aanwezigheid van meerdere stimuli
• Gedrag kan hier ook bijhoren
• Leert eigenlijk dat een 1 malige reactie op bijvoorbeeld een harde knal niet als ‘leren’ geteld
wordt.
Voorbeelden Thorndike experiment met de katten en die van Pavlov met de honden:
1. Er is gedragsverandering die het resultaat is van regelmatigheden in de relatie tussen stimuli
en gedrag (toevalligerwijs aan het touw trekken resulteerde in voedsel)
2. In het tweede geval is er sprake van een regelmatigheid in de relatie tussen stimuli (het
geluid van de zoemer ging af vooraf aan voedsel)
Associatievorming: leren vindt plaats door associatievorming in het geheugen
Associatie: een hypothetisch construct waarlangs activatie van de ene mentale representatie naar de
andere kan stromen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noelb1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.84. You're not tied to anything after your purchase.