476: einde Romeinse Rijk
Gallië, Romeinse provincie:
Germaanse stammen: sterk geromaniseerd. Wonen voor bescherming en welvaart
Gallo-Romeinen: nakomelingen van Keltische bewoners en Romeinen. Gevestigd vanuit Rome
- Christendom staatsgodsdienst
- Cultuur, bestuur, economie volledig Romeins
Oprukkende stammen uit Noord- en Oost- Europa+ verzwakt centraal gezag: noordelijke grenzen van Romeins
rijk vallen weg. Niet geromaniseerde Germanen trokken de provincies binnen; volksverhuizingen. Dit zorgde
voor:
- Geen centraal aangestuurd Romeins leger
- Mensen slaan op de vlucht, laten landbouwgrond +steden onbeheerd achter
- Voedselvoorraden slinken
- Handel verdwijnt
- Hongersnoden, plunderingen en vechten
Franken nemen Gallië in. Germanen nemen veer van Romeinen over; nieuwe elite maar behielden bruikbare
Romeinse cultuur.
Childerik: officier in Romeins leger, later militair goeverneur Gallië
Romeinse adel: Trouwen met leden vooraanstaande Frankische families, nieuwe Frankische adel
Clovis: met geweld en sluwe politiek alle lokale stamhoofden uitschakelen;alleen hij koning der Franken. Werd
door Remigius, Romeinse aardsbisschop van Reims, tot koning gezalfd, bekeerd zich tot Christendom van Gallo-
Romeinen
Steun van krijgers nodig om groot gebied te veroveren en behouden. Moedig gedrag en juiste uiterlijk
belangrijk. De krijgslieden: vazallen, moeten eed van trouw afleggen en veckten. Ridders hadden een paard en
wapenuitrusting en waren doorslaggevend belang van winnen. Hofdienaren moesten administratieve en
juridische zaken regelen. Ze werden onderhouden en moesten een eed van trouw afleggen. Ook dit waren
vazallen; in ruil voor buit of levensonderhoud verplicht om de koning met raad en daad bij te staan.
Na dood Clovis; rijk verdeelt over zoons. Koningschap was everlijk maar kon elk moment worden betwist.
Opvolgers moeite met positie; macht in handen van Karel Martel. Moest vaak strijd leveren en had heel leger
van ruiters nodig. Deze beloonde hij met land; leen. Dit was erg waardevol; gaf inkomen en macht. Bij het
ontvangen van leen moet de ridder een eed van trouw afleggen; ontstaan feodalisme/leenstelsel. Wanneer de
leenman stierf kwam de leen weer terug bij de koning.
Voordelen:
- Leenheer: beloont leenman. Deze was verplicht hem te helpen en te vechten. Ook moesten de wetten
van de koning worden uitgevoerd.
- Leenman: verzekerd van inkomsten
Karel de Grote: uitbouw leenstelsel. Verdeling in graafschappen. Leenman/graaf was verantwoordelijk voor
koninklijk gezag op graafschap; rechtspreken, belasting innen, wetten uitvoeren. Voor controle van graven:
zendgraaf; reisden door rijk, wetten bekendmaken, toezien op naleving. Markgraven: land in leen aan grenzen
van rijk. Moesten het rijk verdedigen tegen invallen. Karel de Grote reisde zelf ook rond en zag toe op bestuur.
Hij liet paltsen bouwen op verschillende plaatsen in het rijk. Wanneer hij in een palts was, was dat even de
hoofdstad van het rijk. Hier waren rechtszittingen en uitvaardiging van wetten. Karen had veel aanzien en werd
door de Paus gevraagd om hem te helpen toen Rome werd aangevallen. Toen zit voor de tweede keer
gebeurde, werd Karel door de Paus tot keizer gekroond; hij was een opvolger van de West-Romeinse keizers.
, Nadelen leenstelsel:
- Leenman kon doen en laten wat hij wilde. Vaak machtige lokale heer en wilde leen doorgeven aan
zoon. Koning verloor controle erover. Als hij het weigerde kon hij in conflict komen, waardoor hij de
leenman verloor. Sterke koningen konden dit goed aan, zwakkere niet en verloren steeds meer macht.
- Verhouding leenheer, leenman minder persoonlijk. Benoemden zelf leenmannen; achterleenmannen,
die trouw zwoerden aan lokale heer
Vanuit zee kwamen er steeds meer invallen van Noormannen door te weinig voedsel. Werden aangetrokken
door rijke steden en kloosters. Karel de Grote had kustverdediging opgezet. Zijn zoon Lodewijk de Vrome gaf
gebieden in leen. Zo werden ze bondgenoten en geen vijanden. Rollo kreeg van de keizer een stuk leen, waar
hij mee deed wat hij zelf wilde.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maikezweers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.