Interne informatieverschaffing is gericht op de informatiebehoefte van de leiding voor het
nemen van beslissingen en het beheersen van het bedrijfsproces – management accounting.
Externe informatieverslaggeving is gericht op de informatiebehoefte van derden voor hun
oordeelsvorming en/of besluitvorming ten aanzien van de organisatie; de informatie is mede
bedoeld om verantwoording af te leggen over het gevoerde beleid. VB: jaarverslaggeving of
tussentijdse verslaggeving.
Verschillen tussen interne en externe informatieverschaffing
Intern vindt er vrijwel doorlopend informatieverschaffing plaats. De leiding heeft
immers actuele informatie nodig voor het nemen van beslissingen en het beheersen
van de bedrijfsprocessen.
Interne informatie is veelal zeer gedetailleerd, terwijl het externe belanghebbende
veel meer om het globale beeld van de organisatie gaat.
Interne informatie is voor de leiding sneller beschikbaar dan externe informatie voor
de externe belanghebbende.
Bij de externe verslaggeving kan de neiging bestaan om de buitenwacht een ander
beeld van de financiële positie van de onderneming voor te spiegelen dan
overeenkomt met de werkelijkheid.
Samenhang met andere vakgebieden
Voor het verkrijgen van informatie steunen ze op de boekhouding van de organisatie; deze
verschaft het cijfermateriaal voor de balans en de resultatenrekening en voor allerlei andere
calculaties die nodig zijn.
De techniek van het boekhouden is het terrein van de bedrijfsadministratie. De
bedrijfsadministratie is onderdeel van de administratieve organisatie, die is gericht op het in
goede banen leiden van de informatiestromen. De informatievoorziening dient derhalve te
zijn afgestemd op de eisen die de interne en externe verslaggeving stellen.
Er is al aangegeven dat er voor de externe verslaggeving wettelijke regels zijn; deze regels
bepalen welke informatie verstrekt moet worden en schrijven soms dwingende
waarderingsgrondslagen voor de balans en resultatenrekening voor. Er is dan ook een
nauwe samenhang tussen financial accounting en ondernemingsrecht, in het bijzonder het
jaarrekeningenrecht, zoals dat in het burgerlijk wetboek is vastgelegd.
Samenvattend kennen we derhalve de volgende 3 soorten jaarrekeningen:
1. De interne jaarrekening ten behoeve van de leiding
2. De externe jaarrekening ten behoeve van externe belanghebbende
3. De fiscale jaarrekening ten behoeve van de fiscus
Ten slotte bestaan er ook raakvlakken tussen financial accounting en het vlak financiering.
De jaarrekening geeft immers de financiële structuur van de onderneming weer.
,De jaarrekening is het geheel van de balans en winst- en verliesrekening en de op beide
stukken betrekking hebbende toegelicht. Winst- en verliesrekening, ook wel de
resultatenrekening.
Een balans is een momentopname van de waarde van de activa en de passiva van de
onderneming. Omdat het een momentopname betreft, bevat de balans voorraad- of
stockgrootheden.
De activa geven de investeringen ten behoeve van het productie- en verkoopproces weer.
Het zijn de economic resources van de onderneming.
Vlottende activa – korte termijn. Debiteuren, voorraden en liquide middelen.
De passiva geeft het vermogen weer dat verkregen is ter financiering van de activa. Het
vermogen kan worden onderverdeeld in EV en VV.
Voorzieningen: verplichtingen waarvan de omvang en/of het tijdstip van nakoming niet exact
te bepalen zijn, maar wel redelijkerwijs te schatten.
Een andere indeling van de balansposten is die in materiele en monetaire posten:
- Bij materiele activa als duurzame productiemodellen en voorraden gaat het om
hoeveelheden die moeten worden vertaald in geld.
- Bij monetaire posten als vorderingen en liquide middelen hoeft deze vertaalslag niet
gemaakt te worden, omdat deze al in een geldbedrag luiden.
Als de balans is vastgesteld, ligt daarmee in principe ook de resultatenrekening vast, en
omgekeerd.
Winst over een bepaalde periode kan over 2 manieren worden berekend:
1. Vanuit de resultatenrekening, als het verschil tussen de opbrengsten en de kosten
2. Vanuit de balans, als het verschil tussen het EV aan het eind en het EV aan het begin
van de periode.
Een kapitaalstorting is een toename van het EV die niet als winst valt aan te merken.
Een kapitaalonttrekking is een afname van het EV die geen verlies is.
Het quotiënt van winst en vermogen is de rentabiliteit, erg belangrijk bij het beoordelen van
de financiële prestaties van de onderneming.
Rentabiliteit
Als het resultaat wordt gerelateerd aan het vermogen waarmee dit resultaat is behaald,
verkrijgen we rentabiliteit. De rentabiliteit kan op verschillende manieren worden
uitgewerkt. We onderscheiden:
1. De rentabiliteit van het totale vermogen: de RTV is te berekenen door de totale
vermogen opbrengst uit te drukken in een percentage van het gemiddeld totaal
vermogen gedurende het boekjaar.
, 2. De rentabiliteit van het eigen vermogen: de REV wordt berekend door de nettowinst
uit te drukken in een percentage van het gemiddeld EV gedurende boekjaar. Dit is
het REV na aftrek van belasting.
3. De rentabiliteit van het vreemd vermogen: de RVV kan worden berekend door de
rentelasten uit te drukken in een percentage van het gemiddeld vreemd vermogen
gedurende het boekjaar.
Solvabiliteit
De mate waarin de onderneming in staat is aan haar verplichtingen jegens de schuldeisers te
voldoen. Bij het beoordelen daarvan staat de bufferfunctie van het EV centraal: in geval van
liquidatie krijgen de eigenvermogensverschaffers pas hun inleg terug als aan de
verplichtingen jegens de schuldeisers is voldaan. Hoe groter de relatieve omvang van het EV,
des te beter de solvabiliteit.
- Achtergestelde lening: leningen waarop pas afgelost wordt als aan de verplichtingen
ten opzichte van de overige schuldeisers voldaan is.
- Garantievermogen: als verzamelterm voor al het vermogen dat deze bufferfunctie
heeft.
Liquiditeit
De liquiditeit geeft de mate aan waarin de onderneming in staat is aan haar lopende
betalingsverplichtingen te voldoen. De liquiditeit kan het beste worden beoordeeld aan de
hand van een prognose van de verwachte ontvangsten en uitgaven voor de komende
periode – dynamische liquiditeit.
Een liquiditeitsbegroting wordt in het kader van de externe verslaggeving echter niet
versterkt. Wel kan men uit de balans de statische liquiditeit proberen af te leiden.
Current ratio: verhouding tussen de vlottende activa en de kortlopende verplichtingen.
CURRENT RATIO = vlottende activa/ kortlopende verplichtingen
1. Het bezitsmodel: hierbij is geen sprake van een scheiding tussen leiding en
eigendom. Het doel van de onderneming beperkt zich voornamelijk tot het vergroten
van het kapitaal van de ondernemer. De ondernemer zelf en de fiscus zijn de
voornaamste belanghebbenden.
2. Het klassieke of gesloten model: Door de scheiding van leiding en eigendom zijn vele
ondernemingen in het gesloten model terechtgekomen. In tegenstelling tot de
situatie bij het bezitsmodel.
3. Het moderne of open model: Door het proces van vermaatschappelijking zijn vele
ondernemingen in het open model terechtkomen. Dit geldt in ieder geval voor de
beursgenoteerde ondernemingen, die voor hun kapitaalbehoefte een beroep doen
op een grote kring van beleggers.
Kwaliteitskenmerken
Om de kernfuncties goed te kunnen vervullen, dient te jaarrekening informatie te bevatten
die zowel relevant als betrouwbaar is.
Relevantie: een jaarrekening moet cijfers opleveren waar de lezer iets mee kan.
, Betrouwbaarheid: de lezer van de jaarrekening moet erop kunnen vertrouwen dat de erin
verstrekte cijfers een getrouw beeld van de financiële positie van de onderneming.
Door de overstap van het ene op het andere verslaggevingsalternatief kan aanpassing van
het winstcijfer bereikt worden
Naast het opwaarts of neerwaarts bijstellen van de winst, zijn er nog 2 vormen van creative
accounting te onderkennen:
1. Winstegalisatie: vooral beleggers hechten een grote waarde aan een stabiele
winstontwikkeling. Door in goede jaren het winstbedrag naar beneden toe bij te
stellen en het afgeroomde bedrag toe te voegen aan de winst in een minder goed
boekjaar.
2. Taking a bath strategie: als een onderneming geconfronteerd wordt met een
bijzonder slecht boekjaar, waarin een groot verlies wordt geleden, kan het
management in de verleiding komen dit verlies door jaarrekening aanpassingen nog
verder te vergroten komen dit verlies door jaarrekening aanpassingen nog verder te
vergroten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bobienstoop. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.85. You're not tied to anything after your purchase.