Hout
1. Welke stoffen worden door middel van fotosynthese omgezet en welke stoffen ontstaan bij dit
proces?
Water, zonne-energie en koolzuur vormen zetmeel en zuurstof
2. Uit welke lagen is een doorsnede van een boomstam opgebouwd?
Hart – kernhout – spinthout – cambium – bast - schors
3. In welke laag van een boomstam bevinden zich opgaande sapstromen en in welke neergaande?
opgaande sapstromen in het spinthout en neergaande sapstromen in de bast.
4. Wat is de functie van schors op een boomstam?
Het is afgestorven bast wat dient als een beschermlaag
5. Wat kan een reden zijn voor een asymmetrische doorsnede van een boomstam?
Als de boom aan de kust staat bijvoorbeeld kan je kijken wat dat voor invloed heeft op de boom
6. Wat is vroeghout en hoe is dit opgebouwd?
Vroeghout is in de groeiperiode gegroeid hout. Duidelijk grote houtvaten, licht van kleur. De
breedte van het vroeghout is nagenoeg elk jaar constant (enkele millimeters)
7. Wat is laathout en hoe is dit opgebouwd?
Laathout is in de rustperiode gevormd hout. Donkerder van kleur. Vooral vezels en kleinere
houtvaten
8. Waarvoor dienen hout- of mergstralen?
Vocht en voedseltransport van bast naar kern/merg. Ook wel mergstralen.
9. Wat is het verschil in celdeling bij dierlijke cellen en plantencellen?
Houtcellen vormen de basis. Bij dierlijke celdeling heb je celdeling door insnoering. En bij
plantencellen heb je celdeling door vorming van middenlamel
10. Wat betekent ‘verhouten’?
Vorming van cellulose en lignine noemen we verhouten
11. Hoe heten weefsels evenwijdig aan de stam
Houtvezels
,12. Hoe heten weefsels loodrecht op de stam?
Houtstralen
13. Hoe heten stoffen die de gevoeligheid voor aantasting door schimmels en bacteriën bepalen?
Specifieke inhoudsstoffen, bijvoorbeeld blauwschimmel
14. Welke factoren bepalen onder andere de volumieke massa van hout?
Wanddikte van de cel, vorming van steunweefsel, het percentage laathout per groeiring,
groeisnelheid en klimaat, houtsoort, vochtgehalte
15. Wat betekent: hout is ‘hygroscopisch’?
het neemt graag/makkelijk water op.
16. Wat is het verschil tussen vrij water en gebonden water?
- vrij water in de celholten en ruimten tussen de cellen (gedeeltelijk)
- gebonden water in de celwanden (volledig).
17. Wat is het vezelverzadigingspunt van hout?
Het vochtgehalte waarbij het vrije water is verdwenen en het hout enkel nog het in de
celwanden gebonden water bevat. Het vezelverzadigingspunt is afhankelijk van de boomsoort
en varieert tussen 20% en 36%.
18. Welke drie krimprichtingen kent hout?
Lengtekrimp: Axiale
Radiale krimp: buiten naar binnen
Tangentiële krimp: In de ronding
19. Hoe noem je het als het vochtgehalte van hout gelijk is aan het vochtgehalte van zijn omgeving?
Evenwichtsvochtgehalte: wanneer men hout langdurig blootstelt aan lucht met een constante
relatieve luchtvochtigheid, dan zal het vochtgehalte in het hout in evenwicht zijn met deze
luchtvochtigheid.
20. Wat is het hysteresis-effect?
hysteresis-effect: het verschil tussen het evenwichtsvochtgehalte van hout bij vochtopneming
en vochtafgifte.
21. In welke richting van het hout is de warmtegeleidingscoëfficiënt het grootst?
In de lengte richting / ook wel axiale richting genoemd
,22. Als je hout verwarmt, zet het uit of krimpt het dan?
Krimpen! als je hout verwarmt verliest het water, dan krimpt het
23. Hoe verbeter je de brandwerendheid van hout?
De brandwerendheid is door chemische behandeling te verbeteren.
Groter uitvoeren dan noodzakelijk zodat je nog wat marge hebt.
24. Wat is volgens de vuistregel de droogtijd ‘aan de lucht’ van een stuk hout van 10 cm dik?
vuistregel drogen aan de lucht: "1 cm per jaar." stuk hout van 10 cm dik -> droogtijd vijf jaar
25. Welke vijf methoden zijn er om hout kunstmatig te drogen?
Drogen met behulp van stoom
Vacuümdroging
Lage temperatuurdroging
Drogen bij contante stijgende temperatuur
Hoge temperatuurdroging
26. Welke drie zaagrichtingen worden onderscheiden? Geef per richting twee benamingen.
Zaagwijzen:
• kops of transversaal: dwarsdoorsnede van de boom
• kwartiers of radiaal: langsdoorsnede over het hart van de boom
• dosse of tangentiaal: langsdoorsnede evenwijdig aan de boomas
27. In welke richting kun je planken het beste zagen om krom trekken zoveel mogelijk te
voorkomen?
kwartiers
28. Uit welk gedeelte van de boomstam worden balken gezaagd
Balken of dikkere delen worden uit kernhout gezaagd.
29. Wat betekent ‘scheluw’?
Scheluwtrekken is het krom geboogd trekken van een houten balk.
30. Wat zijn (k)ringscheuren en hoe ontstaan ze?
Deze ontstaan b.v. bij een excentrische bladkroon, die bij wind gaat draaien en dan wringing in
de stam veroorzaakt.
31. Wat zijn vorstscheuren en hoe ontstaan ze?
vorstscheur. Een scheur díe in de levende boom is ontstaan door spanningen in de buitenste
houtlagen ten gevolge van vorst
, 32. Hoe ontstaan kwasten
Een kwast ook wel weer, noest of knoest genoemd in hout is de plaats waar een zijtak aan de
boom groeide.
33. Wat is het verschil tussen een vaste en losse kwast?
losse kwasten van tijdens de groei van de boom gestorven takken, waarbij de groeiringen van
de stam niet in de tak doorgaan
vaste kwasten van levende takken, welke geheel met het hout van de stam is vergroeid
34. Wat zijn schietkwasten?
Schietkwasten: in hun lengterichting doorgezaagde, niet doorgaande kwasten. Voorkomend in
kwartier gezaagd hout. Ze liggen soms los en zijn slechts gedeeltelijk zichtbaar.
35. Welke drie insectensoorten (boorders) zijn verantwoordelijk voor de aantasting van hout? Geef
van elk soort een voorbeeld.
Drooghoutboorders (voorbeelden: Houtworm, Huisboktor, Spinhoutkever, Bonte knaagkever)
Nathoutboorders: (voorbeelden: Houtwesp, kleine houtwesp, reuzenhoutwesp)
Marinebooorders (voorbeelden: weekdieren, kreeftachtigen)
36. Welke twee zwamsoorten (schimmels) zijn met name verantwoordelijk voor de aantasting van
hout?
De huiszwam en kelderzwam
37. Met welke vier methoden wordt/werd hout verduurzaamd?
Creoliseren, wolmaniseren, verhitten en acetyleren
38. Wat is het ‘lamineren’ van hout?
Latten verlijmen, in lengterichting met vingerlassen gekoppeld. Grote balkconstructie mogelijk.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laurensgoossen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.30. You're not tied to anything after your purchase.