Hoofdstuk 1 t/m 7, 11, 15 t/m 18 en deel van 8
5 april 2021
20
2020/2021
Samenvatting
Onderwerpen
literatuur
diagnostiek en assessment
jaar 2
2020 2021
bachelor
leiden
universiteit
samenvatting
mastering modern psychological testing
pedagogsiche wetenschappen
Gekoppeld boek
Titel boek:
Auteur(s):
Uitgave:
ISBN:
Druk:
Meer samenvattingen voor studieboek
Samenvatting Mastering Modern Psychological Testing
Alles voor dit studieboek
(1)
Geschreven voor
Universiteit Leiden (UL)
Pedagogische Wetenschappen
Diagnostiek En Assessment
Alle documenten voor dit vak (46)
Verkoper
Volgen
Stuviamail
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
College 1
Mastering modern psycholoical testing – hoofdstuk 1: Introduction to
psychological assessment.
De Chinezen waren in 2200 voor Christus de eersten die echt gebruik maakten van testen. Zij gingen
de competentie van overheidsfunctionarissen testen door kun schriftelijk te ondervragen over de wet,
geografie etc.
Carl Frederich Gauss was de eerste (in de 18e en 19e eeuw) die een mate van error in een meting
constateerde en de specifieke verdelingskenmerken vond, namelijk de normaalverdeling (Gauss-
curve). In de 19e eeuw werd een classificatiesysteem voor mentale problemen ontwikkeld door
psychiaters. Kraeplin en anderen promootten het gebruik van vrij associatie testen bij patiënten. Dit is
het geven van een stimulus en daaropvolgend een eerste respons. Een aantal psychologen hebben een
belangrijke bijdrage geleverd aan het gebruik van objectieve procedures om cognitie te testen:
Sir Francis Galton; hij was de grondlegger van mentale testen. Hij verzamelde grootschalig
individuele verschillen in fysieke, sensorische en motorische data.
James McKeen Cattell; hij opende grote psychologische test laboratoria en gebruikte als eerste
de term mentale testen. Samen met Galton ontwikkelde hij gestandaardiseerde vragenlijsten
die persoonlijkheid meten.
Clark Wissler; hij was een leerling van Cattell en hij vond dat de sensorisch-motorische data
niet correleerde met intellectuele vaardigheden. Dit leidde tot een tijdperk waarin intellect
werd gezien als een verfijnd mentaal proces van hogere orde (zoals Binet dat zag).
In de 20e eeuw kwamen Binet en Simon rond 1905 met een Binet-Simone scale. Deze schaal was een
goede meting voor intelligentie aan de hand van beredenering, begrip en korte termijn geheugen. Het
was een goede voorspeller voor academisch succes en wordt na aanpassing nog steeds gebruikt. In de
eerste wereldoorlog gebruikte de VS een intelligentietest (Alfa – verbale en Beta – non-verbale) om
mensen voor het leger te selecteren.
Woodworth ontwikkelde in 1918 de Personal Data Sheet. Dat was een formele
persoonlijkheidstest.
Roschach ontwikkelde in de jaren 20 de Rosarch Inktblok Test. Ook voor het meten van
persoonlijkheid. Tot begin 21e eeuw was dit een zeer gebruikelijke test.
In de jaren 30 ontwikkelde Wechsler een intelligentietest die nu ook nog erg populair is.
Hierin worden verbale en non-verbale intelligentie gemeten.
De Minnesota Multiphasic Personality Inventory (MMPI) werd ontwikkeld in de jaren 40 en
maakt de diagnose van stoornissen makkelijker en is tegenwoordig een van de populairste
methoden om persoonlijkheid te beoordelen.
De taal van assesment
Een test is een middel of procedure waarmee een steekproef van het gedrag van een individu in kaart
wordt gebracht. Deze test wordt geëvalueerd en gescoord met behulp van gestandaardiseerde
procedures. Een gestandaardiseerde test is een test die afgenomen, gescored en geïnterpreteerd wordt
volgens gestandaardiseerde normen. Er wordt hiermee gepoogd elke individuele meting gelijk af te
nemen.
Measurement (meting) kan beschreven worden als een set van regels om kenmerken, gedrag en
attributen van individuen te becijferen.
Assessment (vaststelling) is een systematische procedure waarop informatie wordt verzameld om
eigenschappen van mensen of objecten te kunnen begrijpen. Hierbij worden meerdere scores en testen
gebruikt om deze informatie te krijgen.
,Assessment wordt het meeste gebruikt als het gaat om het meten van mensen. Measurement en testen
worden vaak negatief geassocieerd. Bij assessment zijn er twee termen belangrijk:
Betrouwbaarheid; de stabiliteit en consistentie van scores
Validiteit; de accuraatheid van de interpretatie van scores
Cronbach maakte in 1990 een onderscheid tussen maximum performance testen en typical respons
testen.
Maximum performance testen: zijn gemaakt om de maximale capaciteiten van een persoon te
meten (zoals een intelligentietest). Bij deze testen worden er drie subcategorieën
onderscheden:
o Een prestatietest of bekwaamheidstest: een prestatietest meet kennis en vaardigheden
in een specifiek domein, er wordt gekeken welke kennis een persoon verworven heeft.
Een bekwaamheidstest meet cognitieve vaardigheden die ontwikkeld zijn door
levenservaring. Deze testen zijn goede voorspellers voor toekomstig kunnen.
o Een objectieve of subjectieve test: een objectieve test kan nagekeken worden door een
computer, omdat hierbij een vastgesteld antwoordformat wordt gebruikt. Een
subjectieve test moet worden nagekeken door een persoon, omdat hierbij
geïnterpreteerd moet worden.
o Speed of power testen: een speed test bevat makkelijke items en meet vooral de
snelheid waarmee de test wordt gemaakt. De snelheid bepaald de prestatie. Bij een
power test gaat het om de moeilijkheid van de vragen. De vragen die de persoon goed
beantwoord bepalen de prestatie, tijd is niet van belang. De meeste testen zijn een
combinatie van deze twee testen.
Typical respons testen: zijn gemaakt om typisch gedrag of eigenschappen te meten (zoals
persoonlijkheid). Ook hierin zijn er subcatergorieën:
o Objectieve persoonlijkheidstesten: de test hoeft niet beoordeeld te worden door een
ander persoon, maar hanteert een vast format. Over de interpretatie van het resultaat
kan dus niet gediscussieerd worden.
o Projectieve persoonlijkheidstesten: hierbij krijgt de persoon een onduidelijke stimulus,
waarop hij of zij de eerste respons moet geven die in hem of haar opkomt. De reacties
kunnen sterk uiteenlopen en onderzoekers geven aan dat dit onderliggende gedachtes
naar boven brengt. De projectieve hypothese stelt dat een persoon reageert op een
manier dat zijn of haar onbewuste behoeften en motieven naar boven komen zonder
interferentie van ego of het bewuste denken.
Voor alle testen wordt er nog een onderscheid gemaakt tussen individuele testen en groepstesten.
Normgerichte scores worden geïnterpreteerd woord te vergelijken met scores van andere mensen. De
interpretatie is dus relatief aan andere mensen. Criteriumgerichte scores worden vergeleken met een
specifiek level van prestatie. Het criterium is van te voren vastgesteld en de interpretatie is dus
absoluut ten opzichte van anderen (los van anderen).
Er zijn een aantal basis assumpties die onderliggend zijn aan psychologische assessment:
Psychologische constructen (zoals intelligentie of depressie) bestaan.
Psychologische constructen kunnen gemeten worden
Het meten van constructen is nooit perfect. Er is altijd sprake van error (dit is voor alle
metingen zo)
Er zijn verschillende manieren om een construct te meten.
Elke soort assessment heeft nadelen en voordelen.
Belangrijke beslissingen moeten besloten worden op basis van meerdere informatiebronnen
(testen). Zo mag een diagnose pas gesteld worden na meerdere metingen
De prestatie op een test kan gegeneraliseerd worden naar niet-geteste gedragingen.
Assessment kan helpen bij het beter maken van professionele keuzes
Testen kunnen op een eerlijke manier afgenomen worden, maar geen enkele test is volledig
eerlijk voor iedereen die die test maakt.
, Testen en assessment kunnen voordelen opleveren voor individuen en de maatschappij.
Waarom het gebruik van testen?
Mensen gebruiken testen omdat ze niet goed zijn in het objectief beoordelen van anderen.
Voorkomende toepassingen van assessments
Testen geeft het idee dat er informatie verkregen wordt over belangrijke psychologische constructen,
waardoor er betere beslissingen genomen kunnen worden. Testen worden gebruikt bij verschillende
toepassingen:
Diagnostiek; een diagnose kan alleen volgen als er testen vooraf zijn gegaan.
Opstellen van een behandelplan; metingen kunnen aangeven waar de patiënt hulp bij nodig
heeft.
Zelfreflectie; het kan bijdragen aan het begrip van de patiënt over zichzelf.
Evaluatie; het tussentijds evalueren door middel van testen is belangrijk voor het verloop van
de behandeling.
Toekennen van licentie; bijvoorbeeld bij het geven van een rijbewijs.
Wetenschappelijke methodes; bij wetenschappelijk onderzoek wordt er vaak gebruik gemaakt
van testen om de hypotheses te toetsen.
Er zijn een aantal partijen betrokken bij het assessment proces:
De mensen die de testen maken; elk jaar worden er ongeveer 20.000 nieuwe testen gemaakt.
Hierbij wordt er rekening gehouden met de richtlijnen van The Standard for Educational and
Psychological Testing. Hierdoor hebben participanten rechten (vertrouwelijkheid).
Mensen die testen gebruiken; dit zijn mensen die de test selecteren, interpreteren, scoren en
afnemen.
Mensen die de test maken.
Assessment blijft zich ontwikkelen. Computerized Adaptive Testing (CAT) is een nieuwe assessment
waarbij participanten items krijgen en de computer baseert het volgende item op basis van de prestatie
op het vorige item.
Hoofdstuk 11 – behavioral assessment
Behavioral assessment kijkt naar wat een persoon doet. De meeste methoden van persoonlijke
assessment kijken juist naar wat een persoon heeft (eigenschappen of een trek zoals angst). Gedrag
assessment kijkt naar de typical respons.
Meten van gedrag
Bij het meten van gedrag wordt er objectief gekeken naar de gedragingen van een persoon. Hier
kunnen ook gestandaardiseerde methoden voor gebruikt worden. response sets zijn antwoorden van
personen die de karakteristieken van deze persoon verkeerd weergeven.
Assessment van gedrag in scholen
Public Law 94-142 en Individuals with Disabilities Education Improvement Act of 2004 (IDEA)
verplichten dat scholen special onderwijs moeten geven aan kinderen met emotionele stoornissen. Dit
zorgt ervoor dat de scholen ook assessment moeten toepassen. Vaak worden er professionals ingezet
om het gedrag te meten op school. Mensen die gedragsmetingen doen begrijpen hoe belangrijk het is
om te kijken naar het gedrag in verschillende settingen, de overeenkomsten en de inconsistentie
daartussen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Stuviamail. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor $10.89. Je zit daarna nergens aan vast.