Dit document bevat uitwerking van de leerdoelen van probleem 1.
Vak: Ondernemingsrecht (Jaar 3) Erasmus Universiteit Rotterdam
Voornamelijk is het boek 'De kern van het ondernemingsrecht' gebruikt, maar ook de rest van de boeken die in de bronnenlijst staan zijn geraadpleegd.
PROBLEEM 1
Leerdoelen:
1. Welke rechtsvormen zijn er?
- Wat zijn de kenmerken?
- Wat zijn de voor- en nadelen?
2. Aan welke voorwaarden moet per rechtsvorm worden voldaan, wil deze rechtsvorm tot stand komen c.q. opgericht
worden? Indien daaraan niet voldaan is, wat zijn de rechtsgevolgen?
Bronnen:
- Kroeze, Timmerman & Wezeman, De kern van het ondernemingsrecht: H1 + H2
- Huizink, Rechtspersoon, vennootschap en onderneming: §1.1, §1.3 + H2
- Van Schilfgaarde/Winter & Wezeman, Van de BV en de NV: H2 (nr. 13-16)
- Asser/Maeijer/Van Solinge & Nieuwe Weme, 2-IIa: §2.1 + §2.2
- HR 8 juli 1992, NJ 1993/116 (Clara Candy)
- HR 28 januari 2011, NJ 2011/167 (Staalbankiers/Elko Management)
- HR 2 september 2011, NJ 2012/75 (Dierenartsenpraktijk)
1 WELKE RECHTSVORMEN ZIJN ER?
Jas van de onderneming
De rechtsvormen van het ondernemingsrecht kunnen gezien worden als de juridische jas waarin een onderneming
wordt gehuld. Zij zijn het juridisch omhulsel van de onderneming.
- De rechtsvorm is een hulpmiddel om een onderneming in rechte te kunnen laten functioneren;
- De onderneming en haar functioneren zijn het doel
- De rechtsvormen van het ondernemingsrecht zijn in de eerste plaats facilitair
Drie hoofdthema’s
Het ondernemingsrecht regelt drie onderwerpen:
1. Hoe steekt de interne structuur van een onderneming in elkaar?
• De juridische organisatie, de inrichting ervan
• Ondernemingsrecht is dus organisatierecht
2. Wie mogen en kunnen voor de onderneming transacties afsluiten?
• Het gaat hier om vragen van vertegenwoordiging
3. Hoe zijn de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid (van bijv. functionarissen) voor de gang van zaken in
de onderneming uitgewerkt?
De onderwerpen zijn verschillend geregeld naar gelang de rechtsvormen die op een bepaalde onderneming van
toepassing is → dit is wat het ondernemingsrecht lastig maakt
Gerichtheid op winst
Ondernemingen zijn op winst, op het behalen van economische voordelen gericht. Als ondernemingsvorm komen
vooral rechtsvormen in aanmerking die toelaten winst uit te keren aan degenen die in de onderneming participeren.
- De wens tot winstgerichtheid heeft voor de opzet en inrichting van het ondernemingsrecht een belangrijk
gevolg. Het ondernemingsrecht dient zo te zijn ingericht dat het ruimte laat voor het maken van winst en
dit zelfs stimuleert
- Van de wetgever en rechters wordt gevergd telkens weer een delicaat evenwicht tussen vrijheid van de
ondernemer en regulering van zijn activiteiten, tussen faciliteit en het waarborgen van bepaalde belangen
tot stand brengen
Het Nederlandse ondernemingsrecht kent de volgende rechtsvormen:
1. De naamloze vennootschap (nv)
2. De besloten vennootschap (bv)
3. De coöperatie
4. De maatschap
5. De vennootschap onder firma
6. De commanditaire vennootschap
7. Vereniging (maar wordt bijna nooit als een onderneming gebruikt)
8. Stichting (maar wordt bijna nooit als een onderneming gebruikt)
9. Onderlinge waarborgmaatschappij (owm)
1
, ‘Een goed begin’ Ondernemingsrecht
Er zijn rechtsvormen met en zonder rechtspersoonlijkheid. Bij een rechtsvorm zonder rechtspersoonlijkheid ben je met
je privévermogen aansprakelijk voor de schulden van je bedrijf. Bij een rechtsvorm met rechtspersoonlijkheid meestal
niet.
Rechtspersonen met rechtspersoonlijkheid
1 | BV
Een veel in Nederland gebruikte ondernemingsvorm (momenteel ruim 900.000).
Kapitaalassociatie
Art. 2:175 BW → omschrijving
- Kenmerkend: een in een of meer overdraagbare aandelen verdeeld kapitaal
- Men kan slechts in een bv participeren via een aandeel in haar kapitaal → daarom bv =
kapitaalvennootschap/kapitaalassociatie
- Er dient bij oprichting in ieder geval één aandeel te worden uitgegeven. Het nominale bedrag van de
aandelen en het daarop te storten bedrag kan laag zijn (bijv. €1).
- Als er meer dan één aandeel wordt uitgegeven, wat in de regel het geval is, mogen de aandelen in
handen zijn van één aandeelhouder. Eenpersoons-bv is ook mogelijk.
Beslotenheid van bv
Bv = besloten. Dit betekent dat de door haar uitgegeven aandelen op naam staan en overdracht ervan in beginsel
niet vrijelijk kan plaatsvinden.
- Een aandeelhouder in een bv die zijn aandelen wil overdragen dient in beginsel deze aan de
medeaandeelhouders aan te bieden (art. 2:195 lid 1 BW)
o Statuten mogen de aandeeloverdracht vrijmaken
o Blokkeringsregelingen → in de wet zijn betrekkelijk uitvoerige voorschriften te vinden die
aanduiden binnen welke grenzen de vrije overdraagbaarheid in de statuten beperkt kan worden
(zie art. 2:195 BW)
- Overdracht van aandelen in een bv kan slechts bij notariële akte
- Alle aandeelhouders in een bv dienen te worden opgenomen in een register dat het bestuur van de bv
moet bijhouden (art. 2:194 BW). De bv weet zo wie haar aandeelhouders zijn.
Aansprakelijkheid
Een aandeelhouder is niet persoonlijk aansprakelijk voor hetgeen in naam van de vennootschap wordt verricht en is
niet gehouden boven het bedrag dat op zijn aandelen behoort te worden gestort in de verliezen van de
vennootschap bij te dragen (art. 2:175 BW).
- Een voor de aandeelhouders gunstig aansprakelijkheidsregime
Toepasselijke bepalingen
Op een bv zijn naast de speciale bv-bepalingen (art. 2:175-274 BW) ook van toepassing:
- De algemene bepalingen van Boek 2 BW (art. 2:1-25 BW)
- Art. 2:308-333l BW (juridische fusie)
- Art. 2:334a-334ii BW (juridische splitsing)
- Art. 2:335-359 BW (geschillenregeling en het recht van enquête)
- Art. 2:360-446 BW (de jaarrekening en het bestuursverslag)
- En ook een aantal bijzondere wetten, zoals de Wet op de ondernemingsraden voor zover de bv een
ondernemingsraad dient in te stellen en de Handelsregisterwet 2007.
De bv wordt bovendien geregeerd door haar statuten → Dit zijn door de oprichters/aandeelhouders van de bv zelf
opgestelde regels voor haar organisatie; haar eigen interne regels van specifieke aard.
Þ Bij de oprichting dienen voor de eerste keer statuten te worden vastgesteld (art. 2:177 BW). Zij liggen voor
iedere geïnteresseerde op het kantoor van het handelsregister ter inzage (art. 2:180 lid 1 BW)
Þ Inrichting bv = openbaar
Ook de algemene leerstukken van het burgerlijk recht zijn voor bv’s van belang:
- Een bv maakt bijv. gebruik van gevolmachtigden (art. 3:60 e.v. BW)
- Ook kan een bv onrechtmatige daad plegen
Modernisering bv-recht
De Nederlandse wetgever heeft op 1 oktober 2012 het bv-recht grondig herzien. De bedoeling ervan was om in
Nederland ondernemerschap te bevorderen. De wetgever heeft de bv als ondernemingsvorm voor (startende)
ondernemers aantrekkelijker willen maken door deze te vereenvoudigen en soepeler te maken.
- Belangrijke verandering: afschaffing minimumkapitaal van €18.000
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aylinmali. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.71. You're not tied to anything after your purchase.