in het document wordt er eerst gekeken naar voortplanting van leeuwen en jachtluipaarden in het wild. Daarna over wat inteelt inhoud en wat de gevolgen daar van zijn. En als laatst wat dierentuinen er aan doen om dit te voorkomen in gevangenschap.
Genetische variatie bij Leeuwen en jachtluipaarden in
Nederlandse dierentuinen
Naam: Imke Rommers
Klas: 5H4
Vak: Biologie
Begeleider: R. van Oorschot
,Inhoudsopgave
Inleiding.................................................................................................................. 3
Onderzoeksvraag................................................................................................................................3
Hypothese..........................................................................................................................................3
Methode.............................................................................................................................................4
Hoe planten leeuwen en jachtluipaarden zich voort?.............................................5
Hoe leven leeuwen in het wild?..........................................................................................................6
Hoe leven jachtluipaarden in het wild?..............................................................................................7
Wat is de invloed van inteelt op de gezondheid van een diersoort?.......................8
Wat is populatiegenetica?..................................................................................................................8
Wat is inteelt?....................................................................................................................................8
Wat zijn de gevolgen van inteelt?.......................................................................................................8
Wat veroorzaakt de gevolgen van inteelt?.........................................................................................9
Kan inteelt goed zijn voor een diersoort?.........................................................................................10
Wanneer wordt inteelt gebruikt?.....................................................................................................10
Wat is de invloed van inteelt op de genetische variatie?.................................................................11
Hoe zorgen dierentuinen ervoor dat er geen inteelt ontstaat?.............................12
Hoe werken dierentuinen samen?...................................................................................................12
..........................................................................................................................................................12
Wat is het verschil tussen dierentuinen van vroeger en nu?............................................................12
Wat voor fokprogramma’s zijn er?...................................................................................................13
............................................................................................................................. 13
Hoe bepalen dierentuinen welke dieren een EEP-fokprogramma krijgen?...........14
Conclusie.............................................................................................................. 16
Bronnenlijst.......................................................................................................... 17
Deelvraag 1:......................................................................................................................................17
Deelvraag 2:......................................................................................................................................17
Deelvraag 3.......................................................................................................................................17
Deelvraag 4.......................................................................................................................................18
Logboek................................................................................................................ 19
, Inleiding
Leeuwen en jachtluipaarden zijn twee van de meest bekende katachtigen van Afrika en
hebben beide extreme eigenschappen waardoor ze tot de top van de roofdieren behoren.
Leeuwen staan bovenaan de voedselketen en staan bekend om hun krachtige uiterlijk en
grote manen en leven als enige katachtigen in groepen. Jachtluipaarden staan een stuk
verder onder leeuwen in de voedselketen. Ze leven meestal alleen en staan bekend om hun
slanke lijf en de hoge snelheden waarmee ze jagen. Ze jagen en leven dus op compleet
andere manieren en planten zich dus ook voort op verschillende manieren. Deze
verschillende manieren zijn van invloed op de genetische variatie van de soorten. De
genetische variatie is de verscheidenheid in genotypen. Wanneer er een grote
verscheidenheid is, is er een grotere overlevingskans voor de soort. De kans dat er namelijk
toch een paar individuen overleven wanneer er bijvoorbeeld een ziekte uitbreekt, is groter.
Dierentuinen hebben natuurlijk veel kleinere populaties dan in het wild en kunnen zich niet
veroorloven dat er dieren ziek worden want de kans is dan groot dat alle individuen van die
soort verloren gaan. Ook willen dierentuinen voorkomen dat er een soort uitsterft. Dit kan
namelijk een grote invloed hebben op de voedselketen waar die soort in zit. Wanneer
bijvoorbeeld een roofdier uitsterft heeft dit een grote invloed, omdat die vaak boven aan de
voedselketen staat. Hierdoor zal de diersoort onder het roofdier sterk toenemen, omdat die
soort geen natuurlijke vijand meer heeft en de diersoort daaronder zal weer sterk afnemen.
Zo raakt dus de voedselketen uit evenwicht. Om dat te voorkomen hebben dierentuinen
fokprogramma’s. Een fokprogramma is een systeem waarmee dierentuinen bepalen welke
individuen van een soort zich mogen voortplanten. Ondanks dat jachtluipaarden en leeuwen
allebei roofdieren zijn, hebben ze niet allebei een fokprogramma. In dit onderzoek wil ik
erachter waarom deze twee diersoorten niet allebei een fokprogramma hebben.
Onderzoeksvraag
Hoe komt het dat Nederlandse dierentuinen wel een fokprogramma voor jachtluipaarden
hebben maar niet voor leeuwen?
Hypothese
Jachtluipaarden leven solitair en komen dus minder vaak dieren tegen van het andere
geslacht. In dierentuinen moeten de dieren dus ook solitair leven en moeten dus
uitgewisseld of samengebracht worden met andere dieren om jongen te krijgen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller imkerommers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.12. You're not tied to anything after your purchase.
