Klinische chemie 3 2017-2018
1. Een casus van adrenogenitaal syndroom
2. Een casus over gemengde acidose met diarree bij een vrouw met COPD en iets
met saturatie
3. CSV: waarom bloedkleurstoffen(metHb, bilirubine, oxyHb bepalen eh hoe dat je
dat doet
4. Berekenen wat de kans is om bij 5 stalen minstens 1 te hebben die vals positief is
5. Juist/fout vragen:
- bij de pil zijn fsh en lh lager
- ongecontroleerde diabetes kan metabole alkalose veroorzaken
- bij graves basedow is tsh verlaagd en t4 hoger
1 casus respiratoir gecompenseerde metabole acidose
subvraag 1: verhoogde pO2, waarom?(beademing)
subvraag 2: kan sO2 gebruikt worden om CO vergiftiging uit te sluiten? (nee, zie
formule sO2)
2 casus primaire hyperthyroidie
subvraag 1: geef een pathologie die dit veroorzaakt en leg uit (graves basedow)
subvraag 2: geef potentiële manieren van hoe je dit geneest (radiotherapie,
thyrostatica, verwijderen van schildklier)
subvraag 3: leg uit: fT3
3 bereken en leg uit of er een significant verschil is tussen waarde 1 en 2 (gebruik
RCV en zo)
4 wat verwacht je bij een verlaagde glucosespiegel en een verhoogde lactaatwaarde
in het CSV (bacteriele infectie)
5 hoe heet de aandoening die veroorzaakt wordt door somatotropine na het
verbenen van de epifysaire schijven (acromegalie)
6 ja of nee en waarom:
a) een vitamine D tekort veroorzaakt secundaire parathyroidie(nee, primair
b) de NIPT test wordt gebruikt voor het aantonen van neuraalbuisdefecten(nee,
tripeltest)
c) bij patientjes met adrenogenitaal syndroom zal de waarde voor renine gedaald zijn
(nee, gestegen)
2016:
1. CASUS hoge bloeddruk met verlaagde concentraties van renine en kalium en
verhoogde concentraties van aldosteron, natrium.
a. Geef mogelijke oorzaken van deze afwijkingen
2. CASUS longontsteking. Verlaagde pH en HCO3 en verhoogde pCO2.
a. Wat kan je zeggen over het zuur/base systeem
b. Weet je genoeg om de primaire oorzaak te bespreken van het zuur/base
systeem
c. Hoe wordt HCO3 bepaald?
3. Rhesussyteem en gevaar met vroeggeboorte tot gevolg
a. Leg dit uit (moeder/kind)
b. Wat wordt er bepaald om te besluiten of het kind vroeger kan geboren
worden bij ‘gevaar’
1. Een casus van adrenogenitaal syndroom
2. Een casus over gemengde acidose met diarree bij een vrouw met COPD en iets
met saturatie
3. CSV: waarom bloedkleurstoffen(metHb, bilirubine, oxyHb bepalen eh hoe dat je
dat doet
4. Berekenen wat de kans is om bij 5 stalen minstens 1 te hebben die vals positief is
5. Juist/fout vragen:
- bij de pil zijn fsh en lh lager
- ongecontroleerde diabetes kan metabole alkalose veroorzaken
- bij graves basedow is tsh verlaagd en t4 hoger
1 casus respiratoir gecompenseerde metabole acidose
subvraag 1: verhoogde pO2, waarom?(beademing)
subvraag 2: kan sO2 gebruikt worden om CO vergiftiging uit te sluiten? (nee, zie
formule sO2)
2 casus primaire hyperthyroidie
subvraag 1: geef een pathologie die dit veroorzaakt en leg uit (graves basedow)
subvraag 2: geef potentiële manieren van hoe je dit geneest (radiotherapie,
thyrostatica, verwijderen van schildklier)
subvraag 3: leg uit: fT3
3 bereken en leg uit of er een significant verschil is tussen waarde 1 en 2 (gebruik
RCV en zo)
4 wat verwacht je bij een verlaagde glucosespiegel en een verhoogde lactaatwaarde
in het CSV (bacteriele infectie)
5 hoe heet de aandoening die veroorzaakt wordt door somatotropine na het
verbenen van de epifysaire schijven (acromegalie)
6 ja of nee en waarom:
a) een vitamine D tekort veroorzaakt secundaire parathyroidie(nee, primair
b) de NIPT test wordt gebruikt voor het aantonen van neuraalbuisdefecten(nee,
tripeltest)
c) bij patientjes met adrenogenitaal syndroom zal de waarde voor renine gedaald zijn
(nee, gestegen)
2016:
1. CASUS hoge bloeddruk met verlaagde concentraties van renine en kalium en
verhoogde concentraties van aldosteron, natrium.
a. Geef mogelijke oorzaken van deze afwijkingen
2. CASUS longontsteking. Verlaagde pH en HCO3 en verhoogde pCO2.
a. Wat kan je zeggen over het zuur/base systeem
b. Weet je genoeg om de primaire oorzaak te bespreken van het zuur/base
systeem
c. Hoe wordt HCO3 bepaald?
3. Rhesussyteem en gevaar met vroeggeboorte tot gevolg
a. Leg dit uit (moeder/kind)
b. Wat wordt er bepaald om te besluiten of het kind vroeger kan geboren
worden bij ‘gevaar’