Doorwerking verdragen
Monisme: verdragen hebben direct een werking binnen de nationale
rechtsorde.
Dualisme: een verdrag dient eerst te worden omgezet in een nationale wet
voordat het werking heeft binnen die nationale rechtsorde.
NL: gematigd monistisch stelsel
Staatsrecht: inhoud en functioneren van instellingen van de staat. Normen
die de macht van de staat reguleren.
Klassieke grondrechten: overheid iets nalaten (meningsuiting)
Sociale grondrechten: overheid heeft een inspanningsplicht (scholing,
arbeid)
Het statuut regelt de organisatie van het koninkrijk.
Kenmerken staat:
Grondgebied
Volk
geweldsmonopolie
gezag dat berust bij de overheid.
Ieder volk heeft het zelfbeschikkingsrecht, maar dat betekent niet dat
ieder volk recht heeft op een eigen staat.
Recht van secessie art. 50 VEU.
EU: formeel internationale organisatie, opgericht bij verdragen.
soevereiniteit:
geen bemoeienis van een andere staat over interne aangelegenheden
,Welk orgaan de grootste bevoegdheid heeft: In Nederland ligt de hoogste
rechtsmacht bij de grondwetgever.
Om aan te duiden wie de constituante is van het statelijke gezag.
Alle lidstaten samen van de EU vormen een constituerende macht. Zij zijn
de EU-grondwetgever en kunnen verdragen sluiten.
Volkssoevereiniteit; het volk vormt het hoogste gezag in de staat.
Constitutionele monarchie: de koning is gebonden aan de wet.
Alle staten hebben een constitutie: het geheel van regels en beginselen
dat een staat constitueert en ordent. Een grondwet (belangrijkste
geschreven regels over de staatsorganisatie zijn neergelegd).
Regide grondwet: een wijziging is aan specifieke waarborgen
onderworpen, en is dus moeilijker te wijzigen dan een normale wet.
Flexibele grondwet: eenvoudig te wijzigen (VK)
In Nederland is de grondwet formeel en materieel rigide, vooral door
ontbreken rechtelijke toetsingsrecht art. 120 GW.
De EU is een constitutie, de regels zijn vastgelegd in de VEU en VWEU.
Staatsrecht bestaat ook uit ongeschreven regels: naast een gewoonte
moet het ook een algemene rechtsovertuiging zijn dat het gedrag juridisch
vereist is.
Vertrouwensregel: motie van wantrouwen indienen als er een gebrek is
aan vertrouwen in de tweede kamer door en minister. Sanctionering van
de overtreding daarvan is aan het parlement. Nog een regel: De tweede
kamer mag niet twee keer na elkaar worden ontbonden over dezelfde
kwestie, en dat dientengevolge na de eerste ontbinding de
meerderheidswil doorslaggevend is.
Conventies: informele regels die het gedrag weergeven van de instituties
(regering, 1e en 2e kamer).
Eenheidsstaat: aan de centrale overheid komen in beginsel alle
bevoegdheden toe.
Decentralisatie: verdeling van overheidsbevoegdheden over lagere
lichamen op regionale of andere grondslag.
Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat.
Federale staat: 1 centrale overheid en een aantal deelgebieden met eigen
bevoegdheden die niet door centrale overheid worden ingeperkt.
Federaal recht gaat voor recht van deelstaat
Constitutionele arbiter die geschillen kan beslechten tussen de centrale
overheid en deelstaten.
Confederale staat: een bestuurseenheid van samenwerkende
onafhankelijke soevereine staten.
, Democratische rechtsstaat: de burgers kiezen wie het land bestuurd.
Iedereen moet zich aan de wet houden.
Vrijheid
Rechtszekerheid
Verbod van willekeur
Gelijkheid
Rechtsbescherming
Kenmerken rechtsstaat
Legaliteitsbeginsel:
overheidsbevoegdheden moeten hun grondslag in de wet hebben en
conform die regeling handelen. Art. 89 GW
onafhankelijke rechters
rechters kunnen in beginsel niet worden ontslagen, ze zijn voor het leven
benoemd. Rechters moeten spreken op basis van wetten, verdragen,
jurisprudentie. Daarnaast mogen rechters niet allerlei andere baantjes of
nevenfuncties hebben.
Wraken: een partij kan een verzoek doen te laten een rechter vervangen
door een andere.
waarborgen grondrechten
grondwet en verdragen (EVRM)
trias politica: meer een machtenspreiding dan scheiding.
Wetgevende macht: regering en parlement art. 81 GW
Zij maken Wetten in formele zin. Kunnen niet worden getoetst aan de
grondwet.
De regering doet de meeste wetsvoorstellen, en de 2e en 1e kamer zullen
stemmen.
Materiele wetten/AVV: wetten gemaakt door lagere wetgevers.
Regering: amvb’s
Ministers: ministeriele regelingen
Provinciale staten: provinciale verordeningen
Gemeenteraden: gemeenteverordening
Rechtsprekende macht: rechters en het OM
Het om vervolgt mensen die een strafbaar feit hebben gepleegd. De
rechters spreken op basis van de wet, verdragen, gewoonten en
jurisprudentie.
Uitvoerende macht: de regering.
De regering geeft leiding aan de ministers en hun ambtenaren, die zich
bezighouden met uitvoering van wetten.
Verticale spreiding: decentralisatie: bevoegdheden toekennen aan lagere
organen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller allishadevicqdecumptich. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.