Een compacte samenvatting inclusief los formuleblad over alle lesstof van het vak Management Accounting 2 dat gegeven wordt in het 2e leerjaar van de opleiding bedrijfskunde aan de Avans Hogeschool. Het betreft de onderwerpen AC- en DC-methode, break-evenafzet, veiligheidsmarge,verkoopverschillenan...
The formula sheet alone deserves 5 stars, fine summary!
By: pleun_bdk • 3 year ago
Translated by Google
Thank you for your review!
Seller
Follow
pleun_bdk
Reviews received
Content preview
Samenvatting Management accounting 2
Algemene informatie die je moet weten vanuit leerjaar 1
De kostprijsformule
Op basis van de standaardkostprijs wordt de verkoopprijs bepaald. De standaardkostprijs
bestaat uit alle voorzienbare kosten. Dit betreft zowel de variabele als de constante
kosten. Zo’n standaardkostprijs wordt de integrale kostprijs genoemd, omdat deze alle
kosten omvat.
Om de integrale standaardkostprijs te bepalen moeten we eerst de variabele kosten per
eenheid bepalen door de verwachte totale variabele kosten te delen door de verwachten
productie. De totale constante kosten worden gedeeld door de
normale productie.
Bij proportioneel variabele kosten is de kostprijs bij elke productie een gelijk bedrag
zolang je binnen dezelfde productiecapaciteit blijft.
Dit doe je voor zowel de fabricagekosten als de verkoopkosten en dit is een vrij
nauwkeurige methode om een goede verkoopprijs vast te stellen.
*Verwachte productie en verkoop is vaak gelijk aan elkaar. Indien je alleen de verwachte
productie hebt en niet de verwachte verkoop of de variabele kosten per stuk mag je de
verwachte productie als verwachte verkoop pakken
Bezettingsverschil en bezettingsresultaat
Een bezettingsverschil ontstaat wanneer de werkelijke verwachte productie en afzet niet
gelijk is aan de normale productie en afzet. Immers bij de berekening van de kostprijs
houdt je met betrekking tot de constante kosten rekening met de normale productie. Je
berekent dus als het ware een dekking voor de constante kosten per product. Als de
verwachte productie echter hoger of lager is, bereken je teveel of te weinig door en
ontstaat er een bezettingsresultaat.
De formule voor het bezettingsresultaat:
(W – N) x C/N
o als w > N = overbezettingsresultaat
1. als je meer hebt kunnen produceren tegen dezelfde constante kosten heb
je winst behaald.
o als N > W = onderbezettingsresultaat
1. Als de N groter is dan de W heb je met dezelfde constante kosten minder
geproduceerd en heb je een onderbezettingsverlies
De bezettingsresultaten kun je zowel voor de fabricage uitrekenen als voor de verkoop.
Formules zijn dan als volgt:
o Bezettingsresultaat fabricage = (W-N) x Cfab / N
o Bezettingsresultaat verkoop = (W-N) x Cverk. / N
1
,Week 5 (12.1 t/m 12.3)
Een onderneming maakt pas winst als de opbrengsten hoger zijn dan de optelsom van de
variabele en vaste kosten.
Om een kostenberekening te maken en je periode winstbepaling te maken heb je 2
manieren. Er zijn 2 methoden om de vaste en variabele kosten in een resultatenrekening
te verwerken. De integrale kostencalculatie (Absorption Costing) en de variabele
kostencalculatie (Direct Costing).
1 De integrale kostencalculatie (Absoprtion Costing)
De kostprijs van de verkoper is gebaseerd op de integrale commerciële kostprijs. Zowel
de variabele als de constante kosten behoren tot de productiekosten.
1. Totale kosten = fabricage en commerciële kosten
o Producten zijn niet alleen gefabriceerd maar ook verkocht dus
verkoopkosten zijn ook gerealiseerd en worden daarom meegenomen.
2. De term verkoopresultaat is alleen verbonden aan de AC methode in tegenstelling
tot de term dekkingsbijdrage die verbonden is aan de DC methode
3. Het bezettingsresultaat is het verschil tussen de werkelijke- en normale productie
en dus de correctie voor het feit dat de integrale kostprijs is gebaseerd op de
normale productie en afzet. Werkelijke productie per periode zal echter bijna altijd
afwijken van de normale productie.
Indien de productie groter is dan de afzet, komen de fabricagekosten (variabel en
constant) van de producten die op voorraad blijven niet terecht op de winst-en-
verliesrekening, maar op de balans
- Gaan er hierbij vanuit dat bij de bepaling van de kostprijs alle relevante kosten
meetellen. Voor de bepaling van de verkoopprijs op lange termijn is dit ook
logisch. Als niet alle kosten gedekt worden kan er ook geen winst overblijven.
Meeste bedrijven doen het op deze manier.
De winst op basis van de Absorption costing methode bepaal je door een gehele
resultatenrekening op te stellen en wordt dus als volgt weergegeven
- Winst = omzet – (integrale kostprijs x productie) + bezettingsresultaat
o Alle gevraagde definities komen in de resultatenrekening voor zie
onderstaand
Winst = afzet x verkoopprijs
Totale kosten verkopen = integrale commerciële kostprijs x afzet
Integrale commerciële kosten bestaat uit de fabricage
kostprijs en de commerciële kostprijs
C/N + V/W
Verkoopresultaat = Winst – totale kosten verkopen
Bezettingsresultaat = (W – N) x C / N
Voor productie: (W-N) x Cp / N
o W = verwachte productie
Voor afzet: (W-N) x Ca / N
o W = verwachte afzet
Positief bezettingsresultaat bereik je indien je meer verkocht hebt
dan je normaal doet
De structuur van de resultatenrekening op basis van de Absorption Costing
methode wordt als volgt weergegeven:
Opbrengst verkopen (afzet x verkoopprijs) = €
Totale kosten verkopen (afzet x integrale commerciële kostprijs) = €
_________________________________________________________________________________________-
*Indien bezettingsresultaten lager is dan normale bezetting dan heb je te maken met een
negatief resultaat op de constante kosten
2 De Variabele Kostencalculatie (Direct Costing)
Bij de Variabele Kostencalculatie rekenen we uitsluitend alleen de variabele kosten toe
aan de kostprijs van producten. De constante kosten boeken we rechtstreeks op de winst-
en-verliesrekening.
- Betekent dat we de constante kosten als periodekosten beschouwen en dat deze
niet in de kostprijs terecht komen. Kosten behoren dus toe aan de periode waar de
resultatenrekening op ziet bijv. het jaar 2017
o Vaste kosten gaan meteen naar resultatenrekening zonder dat deze
worden toegekend aan producten.
- Variabele kosten zijn productiekosten, omdat voor elk product dat je maakt deze
kosten nodig zijn
De structuur van de resultatenrekening op basis van de Direct Costing methode
wordt als volgt weergegeven:
Aantal belangrijke opmerkingen bij het opstellen van de Direct Costing als
resultatenrekening
1. De dekkingsbijdrage is alleen van toepassing bij de Direct costing methode
o Dekkingsbijdrage moet vaste kosten dekken. Worden onder
dekkingsbijdrage volledig opgenomen als periodieke kosten
2. Variabele kosten worden gebaseerd op de afzet (verkopen) en niet op de
productie
3. De vaste kosten zijn niet afhankelijk van de afzet maar van de periode
4. De winstontwikkeling in een periode is dus met name afhankelijk van de
(beheersbare) variabele kosten.
Verschillen tussen Absorption Costing en Direct Costing
Bij AC-methode maken de vaste kosten onderdeel uit van de integrale kostprijs. Bij de
DC-methode worden echter de vaste kosten gezien als periodieke kosten. Door de
verschillende behandelingen van vaste kosten ontstaat hier een verschil in de winst. AC-
methode is nauwkeuriger.
Onderstaand de 2 methodes nog even naast elkaar.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pleun_bdk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.