Structuur En Conflict In Het Globale Zuiden (K000984)
All documents for this subject (5)
Seller
Follow
marthe1
Content preview
Structuur en conflict in het
globale zuiden
Les 2 : De geboorte van een nieuw wereldsysteem
Voor 1500:
- Aziatisch wereldsysteem: Niet één wereldsysteem maar meerdere. Chinese centrum was
dominant in Euro-Aziatisch wereldsysteem. De Zijderoute verbindt de handel tussen het
Midden-Oosten en China. Zheng He voerde expedities in opdracht van Mingkeizer Yongle,
maar gestopt mogelijks om economische crisis, omdat de belangrijkste handel over land ging
of omdat er weinig incentive was om overzeese handel te voeren.
- Afrika: perifeer gebied tegenover Azië, hoewel enorme rijkdom van Mansa Moussa (de
heerser van het Mali-empire in de 13e-14e eeuw). In contrast met de stelling dat Afrika een
leeg continent was waardoor het verantwoord zou zijn om het te veroveren. Aangetoond
door de beelden van Benin. In de 16 e eeuw werd aantrekkelijk gezien voor handel mee te
voeren, in de 18E eeuw was het doel om Afrika te veroveren.
- Amerikaans wereldsysteem: Tenochtitlan en andere Amerikaanse steden tonen aan dat
ervoor al een hele beschaving bestond in Amerika, zelfs een hoogtechnologische
samenleving.
Staat tegengesteld aan koloniale mythe van leegte ‘de plicht om deze landen te
cultiveren’
Ontdekking van Amerika zorgt niet voor begin wereldhandel, maar voor het begin van de
Europese deelname aan wereldhandel.
- Europa als feodaal stelsel: landbouwsamenlevingen met controle van een aristocratische
klasse, die recht hadden om belastingen te eisen. Wel al vormen van proto-kapitalisme.
1492:
- Nieuwe specifieke vorm van koloniseren: kapitalistisch koloniseren
o Socio-economisch (handel en migratie) Europa als migratiecontinent als gevolg
van kolonisatie
o Politiek (macht en prestige)
o Ideologisch (religie en beschaving)
o Lust (vooral mannen migreerden)
Door de lange weg die Indische producten moesten afleggen steeg de prijs enorm, dus
kwam er een concurrentiestrijd tussen de Portugezen en Spanjaarden om een
alternatieve route naar India te vinden. Nadat Colombus Amerika ‘ontdekt’ en Vasco da
Gama Calicut ‘ontdekt’ verdelen Spanje en Portugal de zeeën onderling: verdragen van
Tordesillas en Zaragoza.
- Europa als mercantilistisch stelsel: Door toenemende handel en materiële welvaart beginnen
steden politieke macht te verwerven. Goud en zilver zijn de motor van de globalisering en de
geldeconomie ontstaat. Initieel bestond het Europees mercantilisme uit individuele
handelsposten met een Portugees monopolie over de overzeese handel. Keerpunt wanneer
Vasco da Gama de Meri bombardeert (eist monopolierechten van de lokale heerser en krijgt
ze niet), vanaf dan werd geweld het handelskenmerk van Europa. Portugezen konden de
, grote rijken niet destabiliseren maar konden de handel tussen de rijken domineren (de
monarchie levert licenties handelsmonopolie via staatsmacht)(Enkel de handelsposten
waren van belang, niet de gebieden). Portugal verliest deze hegemonie over de handel in de
17e eeuw: het was kostelijk om deze positie te verdedigen, de reizen kostten veel en andere
Europese landen kwamen op. Veel druk om veroveringen te laten renderen dus plunderingen
= primitieve accumulatie (ook rol voor de commons weggelegd). Dankzij het vergaarde zilver
uit Amerika konden de European zich uit de periferie kopen. Toen nog pre-kapitalistich
koloniseren: vooral consumptiegericht en niet herinvesteren. Dit wordt de ondergang.
Impact van 1492: het Antropoceen, het begin van een door de mens gedomineerd geologisch
tijdperk.
Les 3 : Van handel naar heerschappij: Van Nederlands
mercantilisme naar Brits imperialisme
Voordien voerde Europa handel met mondiale structuren, nu gaan ze die structuren veranderen.
Van mercantilisme naar kolonisering en Industriële revolutie
Mercantilisme : staat intervenieert om nationale handelsbelangen te verdedigen, staat creëert de
markt en vice versa. Handelskapitalisme een van de redenen voor ontstaan natiestaat: nood aan
infrastructuur, juridische reguleringen, politieapparaat overkoepelende entiteit. Natiestaat komt op
in context van globalisatie.
Kolonisering door geoctrooieerde compagnieën: de koloniale expedities waren te duur voor de
politieke overheden dus inzetten in PPPs (public-private partnerships). Anders dan Spaanse en
Portugese koninklijke licenties. Handel staat centraal, geen aandacht voor ‘beschaving’.
- VOC = verenigde Oost-Indische Company: monopolie op Nederlandse handel. Veel meer
investeringen van de middenklasse waardoor er veel meer kapitaal kan bijeengebracht
worden dan Portugese/Spaanse waar enkel aristocratie investeert. Ook ontwikkeling
speculatiemarkt bubbels (tulpenmanie).
- WOC : West-Indische compagnie
Zorgt voor de Gouden eeuw van Nederlanden: Nederlandse hegemonie op basis van
gemilitariseerde handelsposten.
- EIC = East India Company: richt zich op India aangezien Nederland te sterk is in Indonesië.
Door Anglo-Dutch wars en zeven jarige oorlog wint de EIC aan macht Britse hegemonie.
Royal Charter: wint aan monopolierechten en privileges:
eigen munten in overzeese gebieden
recht spreken in koloniale gebieden
recht om oorlog te voeren met privéleger, officieel om te beschermen maar werd
omzeild door de native heersers uit te dagen. ~oorlog met Afghanistan en Irak.
Bengalen als uitvalsbasis = workshop of the world. In de bengalen was er echter nog veel
concurrentie met Aziatische handelaren waardoor prijzen gedrukt werden, nog steeds
nood aan Amerikaans zilver om zich te kunnen inkopen op de markt. EIC krijgt meer
macht in binnen- en buitenland waardoor het zich steeds agressiever gaat gedragen.
Door interne desintegratie van het Mogul-rijk ziet de EIC zijn kans, stellen voor om te
helpen in ruil voor privileges. bengaalse revolutie (1757: slag bij Plassey),
samenspanning van EIC en Mir Jafar (generaal van Siraj ud-Daula, de Nawab van Bengalen
die tegen de buitenlandse macht was) waardoor EIC won en politiek veel invloed kreeg.
Mogolkeizer werd gedwongen om verdrag te tekenen door EIC en Robert Clive tot
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marthe1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.25. You're not tied to anything after your purchase.