De ideale manier om de Engels woorden van het boek 'basic business words' te leren. Via deze manier is het makkelijk om de woorden over te zetten naar oefenprogramma's en hoef je niet alles over te typen!
Bespaar de moeite.
Valuta/munt eenheid – currency
wisselen- to change/ exchange
voor/ tegen-into to
waarde-value
munt-coin
Britse pond- Sterling
lenen van- to borrow from
rente- interest
procent- per cent
lenen aan – to lend to
lening-loan
afsluiten-to take out
afbetalen- to repay
looptijd-term
om te- in order to
bankrekening- bank account
rekening-courant- current account
sparen -to save
spaargeld-savings
spaarrekening- savings account
rentetarief- interest rate
2
Storten op- to pay into (paid paid)
storten op- to deposit into
storting-deposit
filiaal-branch
klant-client
dienst- service
opnemen- to withdraw (withdrew-withdrawn)
opname-withdrawal
geldautomaat-ATM (nearest)
geldautomaat- cash machine
afkorting- abbreviation
bankbediende- bank employee
bankpas- bank card
pincode – PIN
saldo- balance
positief saldo- credit balance
negatief saldo- debit balance
rood staan- to be in the red
het tegoed overschrijden- to overdraw
Rekeninghouder- account holder
wisselkoers- exchange rate
huidige-current
hypotheek- mortgage
een hypotheek nemen- to take a mortgage
onderpand/zekerheid- security
gezamenlijk- joint
aflossen-to pay off/redeem
afsluitingsprovisie- arrangement fee
vast rentetarief -fixed interest rate
verhogen- to increase/raise
verhoging- increase
verlagen- to decrease
verlaging- decrease
krediet-credit
verlenen- to grant
aanvragen- to apply for
form- formulier
4
Bezitten- to own
eigenaar- owner
aandeel- share/stock
aandelenkoers- share price
snel-rapid
schommelen-to fluctuate
schommeling-fluctation
instorten- to collapse/crash
beïnvloeden-to affect/influence
gebeurtenis-event
aandelenbeurs-stock exchange
aandelenmarkt-stock market
zich herstellen- to recover
herstel- recovery
beleggen/investeren- to invest
belegging/investering- investment
belegger-investor
belangstelling-interest
obligatie-debenture/bond
veilig- secure
aandeelhouder- shareholder
dividend-divident
5
,Effecten-securities
opleveren- to yield
rendement/opbrengst- yield return
winst-profit
winstgevend/rendabel-profitable
winstgevendheid-profitability
lucratief-lucrative
winst maken- to make a profit
gemiddeld- average
verliezen- to lose (lost lost)
verlies-loss
verlies lijden- to make a loss
verlies lijden- to suffer a loss
met verlies- at a loss
met winst – at a profit
terug investeren/terugploegen- to plough black
beurshandelaar- stockbroker
beleggingsmaatschappij- investment company
6
Beleggingsfonds- investment fund
beleggingsfonds- unit trust
advise- advice
adviseren- to advise
uitgeven- to issue
emissive-uitgifte-issue
overtekend-oversubscribed
aanzienlijk- considerable/substantial
licht-slight
genoteerd staan- to be listed
genoteerd staan- to be quoted
beursfonds/ beursgenoteerd bedrijf- listed/quoted company
speculeren- to speculate
handelen- to trade
handelen met voorkennis- insider trading
voorkennis- insider knowledge
risico-risk
risico lopen- to run a risk
riskeren- to risk
riskant-risky
spreiden-to diversify
7
Financieel-financial
financien- finance
minister van financien- chancellor
ministerie van financien- treasury
stijgen- to increase
, stijgen – to rise (rose risen)
stijging- increase
verhogen- to increase
verlagen- to reduce
prijsverlaging- price reduction
prijsverlaging – price cut
daling- fall
door/vanwege- due to
rijk- wealthy
rijkdom- wealth
welvaart-prosperity
welvarend-prosperous
floreren- to flourish
kredietwaardig-solvent
kredietwaardigheid-solvency
liquiditeit-liquidity
vermogen-ability
8
Zich veroorloven/betalen- to afford
betaalbaar- affordable
gebrek aan- lack of
zwaar- heavy
bedrijfsresultaten- trading results
quite spelen- to break even
in waarde stijgen- to appreciate
waardestijging- appreciation
in waarde dalen- to depreciate
waardevermindering/ afschrijving-depreciation
armoede-poverty
schuldig zijn- to owe
schuld- debt
bedrag-amount
bedragen- to the amount to
ten bedrage van -to the amount of
failiet gaan- to go bankrupt
faillissement- bankruptcy
failliet gaan- to fail
faillissement- failure
vermijden-to avoid
failliet gaan- to go bust
9
Zijn verplichtingen nakomen- to meet one’s obligations
verplichtingen- commitment
wanbeleid- mismanagement
gevolg-consequence
te wijten zijn aan- to be due to
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nicklangkamp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.86. You're not tied to anything after your purchase.
