Samenvatting Fundamenten van de psychologie hoofdstuk 1,3,4,5,6,7,9 & 10
15 views 1 purchase
Course
Fundamenten Van De Psychologie
Institution
Hogeschool Utrecht (HU)
Book
Fundamenten van de psychologie
Samenvatting van Fundamenten van de psychologie van Marc Brysbaert. Hierin worden de hoofdstukken 1,3,4,5,6,7,9 & 10 behandeld. Alles wat je moet weten voor het tentamen van het vak fundamenten van de psychologie.
SAMENVATTING FUNDAMENTEN VAN DE
PSYCHOLOGIE
HOOFDSTUK 1,3,4,5,6,7,9 & 10 VAN FUNDAMENTEN VAN DE PSYCHOLOGIE
HOOFDSTUK 1: WAT IS PSYCHOLOGIE?
Psychologie is een wetenschap, waarbij het gedrag bestudeerd wordt en waarbij die gedragsevidentie gebruikt
wordt om de interne processen te begrijpen die aan het gedrag ten grondslag liggen.
Waar liggen de wortels van de psychologie?
Het ontstaan van de psychologie gaat vele jaren terug in de tijd. In de klassieke oudheid werden de eerste
invloedrijke geschriften geschreven over het functioneren van de mens. De Griekse filosofen ‘Plato en
Aristoteles’ stelde zich vragen over het universum en de plaats van de mens erin. Na de val van het Romeinse
rijk vertaalde de rooms-katholieke kerk de geschriften naar de kerkelijke leer toe. De overtuiging was echter
dat de mensheid kennis had verloren en de echte geleerden weer op zoek moesten gaan naar oude Griekse
geschriften, wat tot uiting kwam in de renaissance (Brysbaert, 2020).
Psychologie kon niet ontstaan zolang men ervan overtuigd was dat de mens niet onderworpen was aan aardse
wetmatigheden. Het toenemende belang van de wetenschap in de westerse maatschappij (Copernicus, Galilei,
Newton) en ontwikkelingen binnen de filosofie (Descartes, empirisme) en de biologie (Darwin) effenden het
pad.
De moderne psychologie:
- Tegenwoordig gaan we uit van 3 invloeden op gedrag: het biopsychosociale model.
- Volgens dit model is alle functioneren van de mens het gevolg van biologische, psychische (of
cognitieve) en sociale invloeden.
De wetenschappelijke revolutie:
- Het startpunt: Copernicus (1473-1543) die stelde dat de aarde rond de zon draaide (Copernicaanse
revolutie); werd onderbouwd door Galileo Galilei (1564-1642)
- Nieuwe kennis komt (mede) voort uit observaties en experimenten.
- Newton (1643-1727) werkte de inzichten van Galilei verder uit. Dit wordt als het beginpunt van de
eerste natuurwetenschap, de fysica, beschouwd.
,Ontwikkelingen in de filosofie:
- Veranderingen in de filosofische overtuigingen over de mens effenden ook de weg voor de
psychologie.
- Eeuwenlang deelde men de mening, dat de menselijke geest (de ziel) een vrije wil had en niet
onderworpen was aan de natuurwetten. Daarom kon ze niet bestudeerd worden.
- “De mens bestaat uit een lichaam en een geest die onafhankelijk van elkaar zijn”. (Dualisme)
René Descartes (1596-1650)
Twee principes: het rationalisme en het nativisme
Het rationalisme stelt, dat de Waarheid achterhaald kan worden door gebruik te maken van de rede.
Om de mens te begrijpen moest men over hem nadenken.
Het nativisme: sommige kennis is aangeboren. Vanuit de aangeboren kennis kon de rede de volledige
waarheid afleiden.
Het empirisme (17e): een beweging tegen het rationalisme/ nativisme.
Darwin en de evolutietheorie:
In 1859 publiceerde Darwin: “The Origin of the Species”.
De evolutieleer houdt de overtuiging in dat alle huidige leven, inclusief dat van de mens, ontstaan is
vanuit vroegere levensvormen.
Darwin documenteerde zorgvuldig het proces van “natuurlijke selectie” (survival of the fittest)
Implicaties van de evolutieleer voor de psychologie:
Omdat mensen geëvolueerd waren uit dieren, kon hun gedrag bestudeerd worden, zoals men diergedrag
bestudeerde en was het zinvol om de gelijkenissen en verschillen te onderzoeken tussen diergedrag en
menselijk gedrag.
Belangrijke stromingen binnen de psychologie:
- Wilhelm Wundt richtte als eerste een psychologisch laboratorium op (1879)
Hij probeerde op basis van introspectie de structuur van bewustzijn te ontdekken. (Structuralisme)
Introspectie = kijken naar het eigen bewustzijn van binnenuit, nadenken over eigen psychisch
functioneren.
- Freud met de psychoanalyse
- Het functionalisme van William James
Toegepaste psychologie, gericht op praktische oplossingen VS onderwijs optimaliseren (relatie met
evolutie theorie)
- Pavlov en Klassieke conditionering: KC
- Behaviorisme; John Watson
- Cognitieve psychologie: de overtuiging dat men menselijk gedrag niet kon begrijpen en voorspellen
zonder beroep te doen op informatie verwerkende (cognitieve) processen die zich afspelen in de
hersenen.
,Welke perspectieven zijn er binnen de psychologie? Beschrijf er 5
De zes perspectieven: Behavioristische, cognitieve, biologische, gehele persoon, socioculturele en
ontwikkelingsperspectief. Binnen het behaviorisme huldigt men dat enkel observeerbaar en meetbaar gedrag
het onderwerp kan vormen van psychologisch onderzoek en theorievorming (Brysbaert, 2020). Volgens de
cognitieve psychologie wordt informatie verwerkt in de hersenen en kan de geest blootgelegd worden door
gebruik te maken van de natuurwetenschappelijke methode. Volgens het biologische perspectief kan het
lichaam apart van de geest worden bestuurd. Het ontwikkelingsperspectief kent dat mensen veranderen als
gevolg van interactie tussen erfelijke eigenschappen en de omgeving. Het socioculturele perspectief gelooft in
de kracht van de situatie (Hogeschool Utrecht, Fundamenten van de psychologie).
3 manieren van onderzoek:
1. Beschrijvend onderzoek: d.m.v. observatie, vragenlijsten, interviews, opiniepeilingen en
psychologische tests en gevalsstudies.
2. Correlatie-onderzoek: met de verzamelde gegevens berekenen onderzoekers samenhang
(correlatie) tussen variabelen.
3. Experimenteel onderzoek: onderzoekers manipuleren 1 of meer variabelen en kijken of dit effect
heeft op een andere variabele.
1. Beschrijvend onderzoek:
o Naturalistische observatie: men observeert op een systematische manier het gedrag in een
natuurlijke omgeving.
o Interview: er worden mondeling vragen gesteld: gestructureerd of ongestructureerd.
o Vragenlijsten en opiniepeilingen.
o Bij (psychologische) gestandaardiseerde tests neemt men ook een vragenlijst af, maar heeft
men informatie over het verwachte antwoordenpatroon.
2. Correlationeel-onderzoek:
o Hier worden twee variabelen gemeten om na te gaan of ze met elkaar gerelateerd zijn. Er is
hierbij geen sprake van een causaal verband. De kans bestaat altijd, dat een derde variabele
de geobserveerde resultaten bepaald heeft.
o Voorbeeld: lengte (variabele 1) en gewicht (variabele 2) correleren positief met elkaar; grote
mensen zijn over het algemeen zwaarder dan kleine mensen.
o Voorbeeld 2: veilige hechting aan de ouders op vroege leeftijd (variabele 1) hangt samen met
zelfvertrouwen (variabele 2) op latere leeftijd.
3. Experimenteel onderzoek:
o Hier worden variabelen gemanipuleerd en wordt gekeken of dit effect heeft op een andere
variabele.
Wat doen psychologen voor werk en welke 2 hoofdstromen zijn er te onderscheiden?
Psychologen proberen het menselijk gedrag te begrijpen. Dit doen ze door het gedrag op een systematische
manier te observeren en te kijken hoe het beïnvloed wordt door gebeurtenissen in de omgeving. Psychologen
zullen proberen dit gedrag te begrijpen.
Door de groeiende invloed van de wetenschap zijn er twee aparte culturen gevormd: de klassieke,
humanistische cultuur en de nieuwe, natuurwetenschappelijke cultuur. De spanning tussen deze twee culturen
is tot op de dag van vandaag te merken. Denk bijvoorbeeld aan het onderscheid tussen de alfa- en
bètawetenschappen (Brysbaert, 2020).
Wat zouden Darwin en Freud van elkaars ideeën hebben gevonden?
Het onderzoek van Darwin valt onder de natuurwetenschappelijke theorieën. Freud onderscheidde zich door
zijn theorie wat onder geesteswetenschappen valt. Een bekent fenomeen is dat natuurwetenschappers het niet
, eens waren met theorieën van geestenwetenschappers. Het is aannemelijk dat Darwin geloofde dat enkel
natuurwetenschappelijke methodes bruikbare informatie opleverde en het niet eens was met Freud. De
methode van Freud was meer gericht op het begrijpen van het verleden en het onbewuste wat maakt dat
Freud het waarschijnlijk niet eens is geweest met Darwin zijn methode (Brysbaert, 2020).
Wat heeft inprenting met psychologie te maken en in welk perspectief past dit begrip?
Bij inprenting wordt informatie opgeslagen, oftewel ingeprent, in de hersenen (Bolthuis, 2005). Deze informatie
wordt in een korte periode in het leven opgeslagen (bij mensen of dieren). Deze ingeprente informatie bepaalt
het gedrag voor de rest van het leven. Etholoog en Nobelprijswinnaar Konrad Lorenz heeft onderzoek gedaan
naar inprenting bij ganzen. Het eerste ding wat zij zien als ze uit het ei komen, zien ze als hun moeder (Hörter,
2011). Het ingeprente gedrag is 100% voorgeprogrammeerd.
Bij psychologie wordt kortgezegd het gedrag bestudeerd. Inprenting heeft grote invloed op het gedrag. Dit is
mede te concluderen aan het experiment van Lorenz met de ganzen. Inprenting op jonge leeftijd beïnvloedt
namelijk het gedrag van een wezen voor de rest van het leven. Inprenting is observeerbaar; daarom past dit
begrip bij het behaviorisme (Brysbaert, 2020).
Wat wordt er bedoeld met evidence based?
Evidence based, vertaald: ‘gebaseerd op bewijs’. De wetenschap wordt onderbouwd door bewijs, door
betrouwbaar onderzoek. Meestal is dit een beschrijvend onderzoek, zoals interviews. Doordat wetenschappers
gebruik maken van evidence based materiaal, oftewel bewijsmateriaal, kunnen zij verantwoorde,
onderbouwde beslissingen maken (Brysbaert, 2020).
Waar gaat het nurture-naturedebat over?
Het debat gaat over het vormen van een persoonlijkheid bij een individu. Nature houdt in dat mensen denken
dat de persoonlijkheid vanaf de geboorte al vaststaat door aanlag/ genetisch materiaal en dat dit door
opvoeding of andere prikkels niet veranderd kan worden. Nurture houdt in dat de persoonlijkheid nog niet
gelijk vaststaat, maar dat je dit kan vormen door de opvoeding en of de leefomgeving (Van der Linden, 2017).
Wat veronderstelt het Dualisme?
Het Dualisme veronderstelt dat het menselijk lichaam bestaat uit twee delen, namelijk; het lichaam en de geest
(ziel en bewustzijn). Er werd gezegd door Descartes dat het lichaam stoffelijk en tijdelijk is en de geest
onstoffelijk en eeuwig (Brysbaert, 2020).
HOOFDSTUK 3: DE WAARNEMING
Gewaarwording en waarneming:
Gewaarwording: het ervaren van een prikkel (via onze zintuigen) waarna de informatie doorgestuurd wordt
naar onze hersenen.
Waarneming: is het actieve proces waarbij we interpreteren wat we gewaarworden.
Om het verschil tussen waarneming en gewaarwording beter te begrijpen maken we onderscheid tussen een:
- Proximale stimulus (de informatie die via onze zintuigen in onze hersenen binnenkomt) en de
- Distale stimulus het effectieve object.
Bij gewaarwording focussen we ons enkel op de proximale stimulus.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller estellebrusket. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.68. You're not tied to anything after your purchase.