100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Kosten- Batenanalyse 2.3 samenvatting $3.76   Add to cart

Summary

Kosten- Batenanalyse 2.3 samenvatting

 15 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Een samenvatting van voornamelijk de sheets van de hoorcolleges die aangeboden zijn in het derde kwartiel van accountancy leerjaar 2 op hogeschool Saxion. In de sheets zijn alle belangrijke punten uit het boek en voor het tentamen behandeld. Verwacht echter geen gedetailleerde samenvatting van alle...

[Show more]

Preview 4 out of 35  pages

  • No
  • 2, 3, 4, 5, 9, 11, 15
  • April 6, 2021
  • 35
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting KBA 2.3 2020-2021

Literatuur: Horngren’s Cost Accounting: A managerial emphasis (16th edition)

Hoofdstukken: 2, 3, 4, 5, 9, 11 en 15

Extra stof: Syllabus duurzame productiemiddelen (kosten, afschrijven en capaciteitsberekening)

Let op! De syllabus is behandeld in het hoorcollege van week 6 (en dus ook in de reader) maar
verstandig is om deze zelf nog eens apart door te nemen en de oefenopgaven te maken.




1

,WEEK 1

Hoofdstuk 2: An introduction to cost terms and purposes
Hoofdstuk 3: Cost-Volume-Profit Analysis

Cost: de geldswaarde van de middelen, die opgeofferd worden om een bepaald doel te bereiken.
Kosten worden in geld uitgedrukt → hoeveelheid opgeofferde middelen * prijs

- Actual costs/historic costs = werkelijke kosten = heden
- Budget costs = gebudgetteerde of geschatte kosten = toekomst

Cost object: het object waarvan de kosten afzonderlijk bekend moeten zijn. Dit kan van alles zijn.
Hieronder een aantal voorbeelden aan de hand van automerk BMW

Cost object Illustration
Product BMW X5
Service Dealer-support by telephone
Project R&D project on automatic driving
Customer A dealer that purchases a broad range of BMW
vehicles
Activity Setting up production machines
Department Environmental, Health and Safety

Cost accumulation vs. cost assignment

Cost accumulation: het verzamelen van kostengegevens op een geordende wijze met behulp van een
accounting systeem → alle kosten worden verzameld in rubriek 4

Cost assignment: kosten toewijzen. Hierbij zijn er 2 mogelijkheden
- Cost tracing: het toerekenen van directe kosten aan cost objects (direct verband)
→ rubriek 6
- Cost allocating: verbijzonderen van kosten. Het toerekenen van indirecte kosten aan de
cost objects (geen direct verband) → rubriek 5

Direct cost vs. indirect cost

Direct cost: kosten die (zonder veel inspanning) aan een specifiek cost object kunnen worden
toegerekend. Denk aan: directe materialen of directe arbeid
Indirect cost: kosten die niet zonder extra inspanning aan een specifiek cost object kunnen worden
toegerekend. Er zijn extra handelingen nodig, zoals de kostenplaatsenmethode. Denk aan:
afschrijvingen, administratiekosten of huurkosten van een pand

Hiernaast een
samenvattende
afbeelding:




2

, Cost behavior: total cost vs. unit cost

Als kosten worden gevisualiseerd in een grafiek zit er verschil in de manier waarop deze grafieken
eruit zien tussen de totale kosten en de individuele (unit) kosten.

Eerst de totale kosten:




Links zien we de totale kosten van het aantal gebruikte stuurwielen voor de productie van een BMW
X5. Hoe meer X5’s er geproduceerd worden, hoe meer stuurwielen er nodig zijn en er is dus een
stijgende lijn te zien. Dit zijn variabele kosten.

Rechts zien we de totale supervisiekosten voor de assemblagelijn voor de BMW X5. Hier maakt het
niet uit of er 1 X5 of 40.000 X5’s worden geproduceerd: de supervisiekosten blijven gelijk. De lijn
loopt dan ook horinzontaal. Dit zijn vaste/constante kosten.

Nu de unit cost:




Hier is het juist omgedraaid. Links zien we de variabele kosten van de stuurwielen. Deze lijn loopt
horizontaal, want elk stuurwiel kost 60 dollar.

Rechts de vaste kosten per X5. Hoe meer X5’s er worden geproduceerd, hoe lager de kosten per X5
zijn. De lijn daalt.




3

, Hieronder een tabel met voorbeelden van variabele/vaste kosten en directe/indirecte kosten:




Relevant range: de omvang van de activiteiten waarbinnen de onderzochte relatie tussen activiteiten
en kosten geldig is. Binnen deze relevant range zijn de variabele kosten proportioneel variabel. Zoals
hierboven te zien bleef een stuurwiel telkens 60 dollar per stuk kosten. De vaste kosten zijn binnen
de relevant range onveranderlijk (de supervisie kosten bleven totaal 2 miljoen dollar).

Soorten bedrijven en de kostentoerekening

Manufacturing: productie ondernemingen = omzetten van grondstoffen m.b.v. arbeid en duurzame
kapitaalgoederen in producten

Merchandising: handelsondernemingen = levering van goederen in dezelfde staat als waarin ze zijn
ingekocht (geen vormverandering)

Service: dienstverlening = levering van immateriële producten

Bij manufacturing is de opbouw/samenstelling van de manufacturing costs (fabricagekosten) vaak
standaard:
- Directe materialen (DM)
- Directe arbeidskosten (directe loonkosten) (DL)
- Indirecte fabricagekosten = factory overhead/manufacturing overhead (FO)

Prime costs vs. conversion costs

Prime costs: de directe grondstofkosten en directe loonkosten samen (DM + DL)
Conversion costs: alle fabricagekosten die nodig zijn om de directe materialen te converteren in
gereed product, dus de directe loonkosten en indirecte fabricagekosten samen (DL + FO)

Inventoriable costs vs. period costs

Inventoriable costs: alle (fabricage)kosten die op de balans worden geactiveerd en pas bij verkoop
ten laste van het resultaat worden gebracht → product matching



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nielskattenpoel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.76. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.76  1x  sold
  • (0)
  Add to cart