Dit is een samenvatting van het vak Medische Kennis Kindergeneeskunde uit het 2de jaar van de HBO-Verpleegkunde opleiding. De onderwerpen: problemen van de pasgeborene en zuigeling, infectieziekten, chronische ziekten, aangeboren en chirurgische afwijkingen komen hierin voor. Ik heb met deze samenv...
Bijeenkomst 1: Problemen van de pasgeborene en de zuigeling
Kindergeneeskunde boek: Hoofdstuk 1, 2 en 12.1
Brightspace: Dictaat kind en jeugd hoofdstuk 2
1. De ontwikkeling en groei van de pasgeborene en de zuigeling beschrijven ten
aanzien van lengte, gewicht, schedelomtrek, reflexen en motorische ontwikkeling
- Overgang naar neonaat
o Respiratoir: vocht uit de long geperst tijdens de bevalling (eerste
ademteugen)
o Circulatoir: na de geboorte neemt de longvaatweerstad geleidelijk af
foramen ovale sluit door drukverandering tussen linker- en rechterharthelft
onder invloed van toename van de zuurstofspanning sluit de ductus
- Pasgeborene – zuigelingenleeftijd – kinderleeftijd – puberteit
- Lengte
o À terme geboren baby: 50-55 cm
o 1 jaar: 72-82 cm
o Vanaf dan groeit het kind 5-8 cm per jaar
o Groeispurt in de puberteit
Meisjes: eindigt rond de 18e
Jonges: groeien langer door en worden gemiddeld langer
- Gewicht (groei in het 1ste jaar het snelst)
o À terme geboren baby: 2500-4500 gram en verliest ongeveer 5-10% gewicht
in de 1ste week, na 7-10 dagen is dit weer terug
o 1ste kwartaal: 150-175 gram per week
o Na 5 maanden geboortegewicht verdubbeld en na 1 jaar verdrievoudigd
o Per jaar komt het kind 2-3 kg aan
- Schedelomtrek
o Bij geboorte gemiddeld 35 cm
o Hoofd is in verhouding met het lichaam groot
o Hoe ouder het kind wordt hoe kleiner de schedel wordt in verhouding met
het lichaam
o Grote fontanel in de 15-18 maanden gesloten en schedelnaden bij 5-6
maanden gesloten
- Reflexen
o Zuigreflex = beweging bij honger en prikkeling
Verdwijnt na 6-8 maanden
o Zoekreflex: draaien van het hoofd naar de zijkant bij aanraking van de
wang/lippen
Verdwijnt na ongeveer 6 maanden
o Moro-reflex (schrikreflex): het omhoog en opzij bewegen van de armen bij
een plotselinge prikkel
Verdwijnen (deels) na ongeveer 3 maanden
- Motorische ontwikkeling
o Aanwijzing voor de mate van rijpheid van het zenuwstelsel
1
, o Na geboorte: bewegingen zijn ongecoördineerd, maar leert relatief snel om
te rollen, zitten, staan, lopen etc.
o De ontwikkeling loopt voor ieder kind gelijk, maar ieder heeft zijn eigen
tempo
- Ontwikkelingsachterstand (retardie)
o Prenataal: infectie en bloeding
o Perinataal: zuurstofgebrek rond geboorte en ernstige prematuriteit
o Postnataal: infectie, bloed, tumor en stofwisselingsziekte
o Aanleg: aangeboren ziekte of syndroom
2. De verschillende groeicurves beschrijven en de betekenis ervan aan anderen
uitleggen
- Groeicurve is anders per baby aan de hand van etniciteit
- Voorspelling opgesteld aan de hand van lengte en gewicht ouders
- Baby moet zo veel mogelijk op bij de donkergroene lijn zitten en in het
groengekleurde gebied. Als er een merkwaardige curve ontstaat kan dit te maken
hebben met ziekte (bijvoorbeeld: lactose intolerantie gewicht neemt af)
3. De opvang van de pasgeborene beschrijven en de Apgarscore uitleggen
- Apgarscore = snelle indruk van de algeme toestand
2
,4. De normaalwaarden van de vitale parameters beschrijven
Leeftijd Pols in rust (p/min) Ademfrequentie (p/min)
Pasgeborene – 1 maand 80-180 40-60
Zuigeling 1-12 maanden 80-180 35-40
Peuter 1-3 jaar 70-110 25-30
Kleuter 4-6 jaar 70-110 21-23
Schoolkind 7-12 jaar 70-110 19-21
Puber/adolescent 13-18 55-90 16-18
jaar
- Ademhalingsfrequentie neemt af met de leeftijd evenals hartfrequentie
5. Het begrip asfyxie van de pasgeborene uitleggen
- Zuurstoftekort net voor of tijdens de geboorte waardoor er schade kan
plaatsvinden aan organen
6. Een beschrijving geven van kenmerken en verschijnselen van de à terme
pasgeborene t.a.v.:
a. Definitie à terme
o Geboren worden tussen 37 en 42 weken
(meestal) gezond
Goed geboortegewicht en lengte
b. Huidverschijnselen (vernix, milia, erythema neonatorum)
o Vernix = baby is bedekt met slijm en huidcellen vanuit de baarmoederwand
Vettige stof geproduceerd door de talgklieren
Beschermt tegen uitdroging
Beschermt tegen afkoeling en remt bacteriegroei na de geboorte
Wordt vanzelf door de huid geresorbeerd
Prematuur: veel vernix heeft niet voldoende tijd gehad om in de
huid te resorberen
o Milia = kleine witte gerstkorreltjes (rond de neus en wangen)
Verstopte nog niet functionerende talg- en zweetklieren
3
, Verdwijnen vanzelf
o Erythema neonatorum = roodheid
Verdwijnen vanzelf
Kunnen overal op het lichaam zitten
c. Vaatafwijkingen (ooievaarsbeet, hemangioom, wijnvlek, mongolenvlek)
o Ooievaarbeet = vaag begrensde rode vlek op het voorhoofd of in de nek
Verbleekt meestal in het 1ste jaar
o Hemangioom = kluwen van verwijde capillairen in het onderhuidse weefsel
Verheft zich vaak boven het huidoppervlak (aardbeienvlek)
Verdwijnen meestal spontaan
Kunnen in de eerste maanden na geboorte in grote toenemen
o Wijnvlek = plaatselijke vermeerdering van huidvaatjes
Rood/blauwe vlek
Kan overal op het lichaam komen
Blijft het hele leven zitten
o Mongolenvlek = grote zwarte/donkerblauwe plekken op de billen en het
sacrum
Met name bij gepigmenteerde rassen
Goedaardige afwijking
Lokale toename van pigment is naevi
d. Schedel (cefaalhematoom, caput succedaneum, moulage, schedelnaden,
fontanellen)
o Cefaalhematoom = bloeduitstorting tussen het bot en periost (beenvlies:
buitenbekleding van botweefsel) van de schedel
Ontstaat door de druk op het hoofdje tijdens de bevalling
Het overschrijdt de schedelnaden niet
Eerste dagen na geboorte niks te zien, daarna ontstaat een bult op
het hoofd die groter wordt
Bloed wordt vanzelf weer geresorbeerd
Onschuldige aandoening
Meer kans op een hoog bilirubinegehalte na de geboorte
Pijn, anemie en shock
o Caput succedaneum = oedeem in het voorliggende deel (geboortezwelling)
Ontstaat door de druk op het hoofdje tijdens de bevalling
Gaat vanzelf weg
o Moulage = schedelnaden schuiven iets over elkaar
Dit gebeurt tijdens passage door het baringskanaal
Schedelomtrek wordt kleiner
Paar uur na geboorte verdwenen
o Achterste fontanel dicht rond 2 maanden
o Voorste fontanel en schedelnaden dicht rond 12-24 maanden
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimmieheine. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.28. You're not tied to anything after your purchase.