100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting werkgroepen en colleges economische sociologie $5.90
Add to cart

Other

Samenvatting werkgroepen en colleges economische sociologie

 148 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Preview 3 out of 21  pages

  • September 25, 2014
  • 21
  • 2013/2014
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
COLLEGES

COLLEGE 1

Economische sociologie is nodig
 Pluralisme
 Te belangrijk om aan economen over te laten
 Realisme
 De sociale werkelijkheid is een proces, historiseren is het afstand nemen van het heden

COLLEGE 2
Economie refereert naar de economie zelf en naar de studie van de economie
Economie = alles wat via markttransacties loopt (rommelmarkt/ beurs)
= alles wat via geld loopt
= alle markttransacties die via geld verlopen

Er zijn verschillende soorten economische stelsels
 Ruileconomieën
 Planeconomieën
 Markteconomieën
 Gemengde economieën
 Nietzsche: te definiëren valt alleen dat wat geen geschiedenis heeft

De modernisering
 Sprake van economische groei op de lange termijn (bnp stijgt)
 Stijging van de bevolkingsgroei
 Sociaal-economische revoluties
o Agrarische revolutie (10.000 voor jaartelling)
o Industriële revolutie (eind 18de eeuw – begin 19de eeuw)
 Sprake van omwentelingen in de samenleving
o Jagers en verzamelaars
 kleinschalige stammensamenleving
 nomaden
 lage productiviteit amper overschotten
 lage arbeidsdeling
 interne economie = uitwisseling op basis reciprociteit
 externe economie = roof en oorlogvoering
o agrarisering
 uitvinding’ landbouw & veeteelt
 ontstaan nederzettingen
 groei productiviteit / schaalvergroting  overschotten (naar priesters)
 differentiatie: ‘godsdienst’, ‘bestuur’, ‘economie’
 handelaren & financiers hadden lage status vergeleken met krijgers,
priesters, grootgrondbezitters
o industrialisering
 fabrieksmatige productie
 kenmerken: arbeidsdeling / mechanisering / marktvorming
 gevolgen: versnelde groei /schaalvergroting /sociale differentiatie
 schaalvergroting van steden, staat, schrift en geld


1

,  snelle groei industrialiserende landen  intensieve, niet alleen
extensieve groei  ‘great divergence’ tussen ‘west & rest’ ; mondiale
gevolgen ; divergentie en ongelijkheid



MARKT: Allocatiemechanisme dat berust op vrijwillige transacties tussen kopers en
verkopers die verloopt via prijzen

de 3 r’s van het economische verkeer
1. reciprociteit ; wederzijdse uitwisseling van giften economie van de gift
2. redistributie; herverdeling van goederen en diensten van bovenaf economie van de
herverdeling
3. ruil ; vrijwillige koop en verkoop van goederen en diensten gecoördineerd door prijzen
economie van de markt


COLLEGE 3 – geld en financialisering
geld de oorsprong van al het kwaad of juist de weg naar succes?

Fama: efficiente markt hypothese
Shiller: historische patronen  bubbels

2 visies op financiële markten:
 Chicago school: efficiënt& zelf regulerend  ontwikkeling heeft positief effect op
economie
 Keynes: veroorzaakt bubbels  insiders profiteren/ negatief effect
economie&bedrijven/ allocatie van talent

Money is anything that serves as a commonly accepted medium of exchange or means of
payment. Money also functions as a unit of account and a store of value.
 Ruilmiddel
 Spaarmiddel
 Rekenmiddel

zonder ruilmiddel is er dubbele overeenstemming nodig (jij heb vis ik heb vlees, willen
hetgeen van de ander)  VS met ruilmiddel slechts enkele overeenstemming nodig
Uitrekenen ruilvoeten; aantal goederen / aantal ruilvoeten ; 0,5n (n-1)

Historie
 Geld als ruilmiddel in de handel
 Geld als krediet in de politiek
 Vb. hyperinflatie geld DU jaren 20; geld verbranden ipv er hout van kopen
 Edelmetaal als geld is = houdbaar / deelbaar / verstopbaar/ behoud waarde
 in agrarische samenleving waren financiële functies laag aangeschreven  taboe om
geld te verdienen met geld
 zorgt ervoor dat alles wat een prijs heeft vergelijkbaar wordt  hierdoor wordt er
wel veel waarde aan dingen onttrokken (waarde van affectie/ afspraken/uitspraken)
 door monetarisering gaan mensen geld steeds meer differentiëren (potjes etc) 
earmarken
2

, Andere manier van geld verdelen
 giften en herverdeling  zonder dat je verwacht er iets terug voor te krijgen
 gewelddadige toe-eigening  roof
 via derde  staat, verzekering

soorten geld
 natuurlijk geld (schelpen, zout)
 agarisering: landbouwproducten (rijst, tabaksbladeren)
 muntgeld (7e eeuw voor jaartelling: statenvorming)
 symbolisch geld: promessen, bankbiljetten;
 gebruikswaarde noch intrinsieke waarde: fiduciair (vroegmoderne tijd)

3 financieringsmethoden
 Zelf financiering (vermogen/ salaris)
 Lenen (informeel / bank)
 Uitgeven eigendomsbewijzen

COLLEGE 4 – netwerken

 Van een gespecialiseerde, zelden gebruikte term (jr 1970) naar wijdverbreid begrip
 ’70: opkomend specialisme ; tijdschriften en conferenties
 ’80 &’90: data en snelle computers voor verwerking  de invasie van de
natuurkundige (sociologen hadden voorsprong) de netwerksamenleving
 ’00: de new science of networks  sociologen , the economics of networks 
economen
 In economische sociologie: middel om embeddedness te analyseren
 Woord netwerk vaker gebruikt dan geld, economie en seks
Waar komt deze explosie vandaan?
 Empirisch object: patroon van verbinding die communicatie mogelijk maakt
 Academisch specialisme: methoden en technieken voor het visualiseren en analyseren
van relaties en connecties

Embeddedness in economische sociologie:
- cultuur  betekenisstructuren
- sociale structuren  netwerken, gender- of klasseverhoudingen
- politiek-juridische verhoudingen  institutioneel
- cognitief mentale processen

‘Nieuwe’ economische sociologie =
netwerk analyse + neo-institutionalisme + cultuursociologie

Simmel: "Society is merely the name for a number of individuals, connected by nteraction"
 moderne samenleving: schaalvergroting & sociale differentiatie
 het is een web van meervoudige affiliaties
 Affiliaties kunnen geanalyseerd worden in formele en kwantitatieve termen  dyaden
& triaden
 Triaden zijn minder stabiel, maar dyaden kunnen een derde nodig hebben


3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauraderuijter. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.90
  • (0)
Add to cart
Added