Wanneer is er sprake van een bestuursorgaan?
Kijk eerst nog naar de uitzonderingen van art. 1:1 lid 2 Awb!
1. Is er sprake van een publiekrechtelijke handeling?
Privaatrechtelijke handeling? Het kan enkel nog een RIKP zijn!
2. Bezit de instantie rechtspersoonlijkheid o.g.v. art. 2:1 BW?
3. Is deze rechtspersoon ingesteld krachtens publiekrecht o.g.v. art. 123 GW?
Als 1, 2 & 3 wordt voldaan is sprake van een Openbaar Lichaam (RIKP)
4. Is het gevraagde een orgaan van deze RIKP o.g.v. organieke wet? (Gemw etc.)
Rijk: Regering, minister, staatssecretaris en ministerraad. (Art. 41 lid 1 jo 42 lid 2 jo 45 lid 1 jo
43 jo 46 lid 1 GW)
Provincie: Commissaris van de Koning, Provinciale Staten en het college van Gedeputeerde
Staten. (Art. 6 PW)
Gemeente: De burgemeester, de gemeenteraad en het college van B&W. (Art. 6 Gemw)
Waterschap: Algemeen bestuur, dagelijks bestuur en voorzitter. (Art. 10 Wschw)
Ja? Er is sprake van een a-orgaan o.g.v. art. 1:1 lid 1 sub a Awb!
! Wanneer sprake is van een privaatrechtelijke rechtspersoon die geen publiekrechtelijke handeling
verricht is het geen van beide!
Wanneer is er sprake van een besluit?
1. Schriftelijk; Want het is door tekens leesbaar.
2. Beslissing; Er is sprake van een afgewogen beslismoment. Wat is er besloten en is er sprake
van een duidelijke ja/nee?
3. Bestuursorgaan; Zie bovenstaande
4. Publiekrechtelijk; Wettelijke grondslag in het publiekrecht? Op welke wet of regel is het
besluit gebaseerd?
5. Rechtshandeling; Wijziging van rechten/plichten. Eerst mocht iets wel/niet…. Nu wel/niet.
Let op! Een afwijzing is ook een rechtshandeling o.g.v. art. 1:3 lid 2 Awb!
Als aan deze 5 punten wordt voldaan is er sprake van een besluit, maar wat voor besluit?
1. Beschikking; Gericht tot een gesloten groep (Art. 1:3 lid 2 Awb)
2. B.A.S; Heeft een algemene strekking
Onder te verdelen in beleidsregel (Art. 4:84 Awb), avv of overige B.A.S.
,Wanneer is er sprake van een belanghebbende?
1. Eigen belang; Je moet voor jezelf opkomen, niet voor iemand anders (tenzij gemachtigd).
2. Persoonlijk belang; Je moet jezelf kunnen onderscheiden van een grote groep mensen.
Kan middels het nabijheids-, zicht en/of concurrentiecriterium.
3. Objectief bepaalbaar; Belang moet op feiten gebaseerd zijn, moet te meten zijn.
4. Rechtstreeks belang; Causaal verband tussen besluit en jouw objectieve belang.
5. Actueel belang; Bestaat het belang op het moment van het nemen van het besluit?
Bij het maken van een besluit moeten bestuursorganen zich houden aan ABBB’s:
Functies abbb’s:
1.Rechtsnormen voor het bestuur (Normeren handelen van de overheid)
2.Beroepsgronden voor de burger (de meeste bezwaargronden zullen gaan over abbb’s)
3.Toetsingsnormen voor de rechter (de rechter toetst het besluit aan de abbb’s)
Materiele beginselen abbb’s:
-Hebben betrekking op de inhoud (Inhoudsregels)
Formele beginselen abbb’s:
-Zien op de voorbereiding, besluitvorming en totstandkoming (Procedureregels)
Fout in materieel beginsel vergt een hele nieuwe beslissing.
Fout in formeel vergt enkel een aanpassing in de aanloop.
Formeel:
1. Formeel Zorgvuldigheidsbeginsel (Art. 3:2 jo 4:7 jo 4:8 Awb),
2. Bestuursorgaan moet zich goed informeren voordat het een
3. beslissing neemt. Het moet zo nodig advies inwinnen van deskundigen, moet alle
betrokkenen horen
4. en stukken die bij de aanvraag horen goed bestuderen.
5. Bestuursorgaan moet zich goed informeren voordat het een
6. beslissing neemt. Het moet zo nodig advies inwinnen van deskundigen, moet alle
betrokkenen horen
7. en stukken die bij de aanvraag horen goed bestuderen.
-Bestuursorgaan moet zich goed informeren voordat het een besluit neemt. Het moet eigen
bevindingen doen! Alle betrokkenen moeten gehoord worden en bijbehorende stukken moet
goed gelezen worden.
2. Motiveringsbeginsel (Art. 3:46 jo 47 Awb)
Een besluit moet zorgvuldig gemotiveerd worden, er moet een duidelijk ‘waarom’ instaan’.
Op welke grond is dit besluit genomen?
3. Formeel Rechtszekerheidsbeginsel, ookwel duidelijkheidsbeginsel (Niet terug te vinden in
de Awb)
Besluiten moeten duidelijk geformuleerd zijn, direct belanghebbende moet niet om uitleg
hoeven vragen bij iemand anders. Ook mag er maar 1, duidelijke uitleg zijn.
Materieel:
1. Fair-Play beginsel (Art. 2:4 Awb)
Een bestuursorgaan mag niet vooringenomen, partijdig of oneerlijk zijn bij een beslissing.
Denk hierbij bijvoorbeeld aan een familielid of kennis.
2. Verbod van detournement de pouvoir, ookwel specialiteitsbeginsel (Art. 3:3 Awb)
Bestuursorgaan mag zijn bevoegdheid niet gebruiken voor iets waar deze bevoegdheid niet
voor is toegekend. Bij een schending van dit beginsel moet een beroep gedaan worden op
, DDP en niet het specialiteitsbeginsel. Specialiteitsbeginsel is namelijk een kernbeginsel, hier
kan geen beroep op gedaan worden.
3. Materieel zorgvuldigheidsbeginsel (Art. 3:4 lid 1 jo 2 Awb)
Bestuursorgaan moet belangen evenwichtig afwegen. De lasten van de burger mogen niet
onevenredig zwaar zijn. Benadeelde kan soms financiële compensatie krijgen. Als een lichtere
maatregel nodig is dat MOET deze worden toegepast.
4. Gelijkheidsbeginsel (Niet terug te vinden in de Awb)
Gelijke gevallen moeten gelijk behandeld worden.
5. Vertrouwensbeginsel (Gerechtvaardigd vertrouwen, belangen van derden,
dispositievereiste)
Als het bestuur een GERECHTVAARDIGD (Wie wekt het vertrouwen?, hoe is het vertrouwen
gewekt?, en aan wie is het vertrouwen gewekt?) vertrouwen wekt met het dit ook nakomen.
Ook als belangen van derden niet worden geschaad en er sprake is van een dispositievereiste
kan beroep worden gedaan op het vertrouwensbeginsel.
6. Materieel rechtszekerheidsbeginsel (Huidige recht moet worden toegepast)
Nadat een besluit genomen is mag het bestuur hier niet meer op terugkomen.
Hoe komt een bestuursorgaan (B.O) aan een bestuursbevoegdheid?
1. Attributie (Art. 10:22 jo 23 Awb)
De wet creëert een bevoegdheid en kent deze toe aan een B.O. Het B.O. is uitsluitend
zelf verantwoordelijk.
2. Delegatie (Art. 10:13 t/m 10:21 Awb)
Bevoegdheid wordt van het ene B.O. naar het andere B.O. overgedragen. De
mogelijkheid hiertoe MOET in de wet staan (woorden als overdragen of delegeren) en
delegatie geschied niet aan ondergeschikten! Delegatie naar een ambtenaar is dus niet
mogelijk.
Overige wijzen van verkrijgen:
3. Mandaat (Art. 10:1 t/m 10:12 Awb)
Ambtenaar neemt een besluit in naam van een B.O.
Wat zijn discretionaire bevoegdheden?
Beleidsvrijheid (EN BEOORDELINGSVRIJHEID) bij het nemen van een besluit. Te herkennen aan
termen als: kan, is bevoegd, mag of naar oordeel van. Bestuursorgaan moet een belangenafweging
maken.
Wat zijn gebonden bestuursbevoegdheden?
Een bevoegdheid die door hogerop wordt aangedragen, bijvoorbeeld weigering van vergunningen.
Een lager bestuursorgaan is niet vrij in het stellen van deze eisen.
Autonomie: Vrijheid om zelfstandig beslissingen te kunnen nemen. (Art. 124 lid 1 GW)
Medebewind: de plicht van lagere overheden om medewerking te geven aan de uitvoering van
regelingen van de hogere overheid. (Art. 124 lid 2 GW)
Er zijn 5 verschillende soorten van bestuurshandelen:
Bevoegdheden Wettelijke grondslag Voorbeeld
Belastende bevoegdheden Wettelijke grondslag verplicht. Bijvoorbeeld het heffen
Een bestuursorgaan legt van belastingen door de
namelijk eenzijdige staat (Art. 104 GW) Voor
verplichtingen op (tegen de wil het heffen van belasting
van de burger in), waardoor de moet de wetgever expliciet
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper quinnijdam. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor $4.29. Je zit daarna nergens aan vast.