5. Ontwikkeling van het
zelfconcept
5.1 Persoonlijkheid en identiteit
1) Persoonlijkheid(1) en identiteit(2)
1 = verzameling van stabiele en unieke psychische en gedragsmatige kenmerken,
waardoor een individu zich in de loop van zijn leven op een consistente manier
(duurzaamheid, het blijft altijd) gedraagt.
2 = diverse lagen gevoed vanuit de persoonlijkheid. Functioneert op psychische
niveau (gevoel innerlijke eenheid) en op psychosociaal niveau (in balans met
sociale omgeving.
2) Inbreng nature(1) en nurture(2) aan uw persoonlijkheid
1 = overgeerfde persoonlijkheidscomponenten. Bv; ik ben even slim als mijn
ouders
2 = via een omgevingsfactor is een bepaalde component van mijn persoonlijkheid
beter ontwikkeld. Bv; quarantaine heeft mij geholpen om me beter in mijn vel te
laten voelen.
3) Verschillende soorten identiteiten
Sociale identiteit; behoren tot verschillende groepen waarin een xederzijdse
beinvloeding ontstaat.
Bv; uw gezin, de creche, vrienden, school, nationaliteit, ethische afkomst
Culturele identiteit; kind neemt gewoontes en attitudes die hij ziet bij zijn
cultuur/ gemeenschap.
Bv; rituelen, geloof, tradities, hygienische gewoontes
Geslachtsidentiteit; kind voelt zich van nature jongen of meisje en vanuit dat
geslachtstyperende gedragingen
Bv; de speelgoed die je geeft aan uw kind
Kind heeft van nature speelgoedvoorkeuren, ookal krijgen ze gender- neutrale
speelgoeden toch zien we voorkeuren. Verschillen worden wel via nurture verder
uitgebouwd.
4) Twee aspecten van identiteit
Psychisch niveau; de individu ervaart zichzelf als een innerlijke eenheid, als
‘identiek’ aan zichzelf, tijdens alle wisselende rollen en stemmingen.
Psychosociaal niveau; de individu ervaart in het beste geval een balans tussen de
eigen persoon & de sociale omgeving, weinig conflicten tussen hoe de persoon
zichzelf ervaart & hoe anderen hem of haar zien.
5.2 Ontwikkeling van het subjectieve zelf
1) Het zelfconcept
Baby’s hebben geen zelfconcept (zelfbesef) maar ze reageren op mensen en dingen
dankzij sensomotorische ontwikkeling (zintuiglijkheid & bewegingen, subjectieve zelf)
Vanaf 15 maanden via objectpermanentie, zelfherkenning en ontwikkeling
empathische vermogens … objectieve zelf(zelfbewustzijn)
, Ontwikkeling in de eerste vijf levensjaren groeit het zelfconcept in 2 grote fasen
De ontwikkeling van het subjectieve zelf (2 en 12 maanden) lichamelijk
De ontwikkeling v/h objectieve zelf (tussen 15 m en 15 jaar) psychisch
(kind weet echt waar hij is & met wie, zelfconcept ontwikkeld)
2) Het eerste levensjaar
Portman zegt dat mensen prematuur (iedereen wordt te vroeg geboren) ter wereld
komen.
Eerst gaat alle aandacht naar de motorische ontwikkeling. Aan het einde van t eerste
levensjaar vindt er een grote psychologische ontwikkeling.
Unieke ontwikkeling 1e levensjaar gericht op wegwerken v achterstand.
Sensomotoriek/fysiologische bagage
Qua gewicht is het 3x zwaarder
Lengte bijna helft van een volwassenen
Brein (synaptische connecties per ervaring)
Geen bewuste ervaring van/ adequate reactie op omgeving. WEL REFLEXEN
Enkele voorbeelden v reflexen;
-zuig- en grijpreflex
-de opstapreflex
-de moro-reflex (als je baby gaat laten vallen gaat die proberen ergens aan
vast te hebben)
-huilreflex
Waarom heeft mens zo lange leertijd nodig in vergelijking met de chimpansee?
De mens wordt prematuur geboren met een brein v 35 cm3. Dat moet ‘x
groter worden. Daar is een lange leertijd voor nodig tot wel 23 jaar.
Waarom is het voor een kind belangrijk om geslaagde acties te herhalen?
Omdat die essentiele acties& verbindingen door versterkt worden & opgeslagen
omdat die essentiele acties& verbinden en opgeslagen worden in het netwerk
Waarom is opvoeding en onderwijs zo belangrijk voor de ontwikkeling v/d mens?
Een kind heeft de hulp v volwassenen nodig om nieuwe vaardigheden& kennis aan te
leren, te herhalen en te versterken. De mens verwerkelijkt zijn potentieel via
anderen.
Hoewel de baby nog niet verbaal kan communiceren maakt het psychologische
processen via waarneming
Na dat de baby scherper begint te zien gaat hij een interactie hebben met de
verzorgers MAAR de baby heeft GEEN psychisch besef van zichzelf en GEEN
uitdrukking van een echte sociale behoefte.
WEL leerproces door groter gebruik v spieren toename bewegingen&handelingen
Zo ontstaat proprioceptie; lichamelijk bewustzijn/zelfgevoel
Proprioceptieve feedback; reacties op de eig lichamelijke gewaarwordingen
Wel sociale interacties vanuit lichamelijkeid.
3) Sensomotorisch egocentrisme
Rond de 4’de maand eerste glimp v zelfbewustzijn
Eerste signaal sociale glimlach/huilen zorgt voor waarneembare reactie
verzorger primitief gevoel v controle!
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yusufcaglar. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.00. You're not tied to anything after your purchase.