Pincode 4/5 havo Samenwerken en onderhandelen Leerwerkboek
Heb jij geen tijd om het hele boek door te lezen voor je examen? Dan bied ik jou mijn zelfgeschreven samenvatting aan die mij erg heeft geholpen bij mijn examens.
In deze samenvatting zitten plaatjes met berekeningen, grafieken en voorbeelden uit het boek. Ook zit de bijbehorende begrippenlijst e...
1.1 De conjunctuur
Om erachter te komen of het goed gaat met de economie, word er gekeken naar het bruto
binnenlands product (bbp). Als die stijgt, gaat het goed met de economie.
De trendmatige ontwikkeling van het bbp ligt rond de 2,3% per jaar. Het verloop van de
trend wordt bepaald door de hoeveelheid en kwaliteit van de productiefactoren die worden
ingezet bij de productie.
Als alle productiefactoren (arbeid, natuur, kapitaal en ondernemerschap) worden ingezet, is
de productieomvang in een land maximaal. Je bereikt dan de productiecapaciteit.
De productie schommelt als eens golf om de trend heen. Deze productie wordt bepaald door
de effectieve vraag.
Door schommelingen in de effectieve vraag ontstaat de conjunctuurbeweging of
conjunctuurgolf.
• Economische groei < trend laagconjunctuur (productie onder trendlijn)
• Economische groei > trend hoogconjunctuur (productie boven trendlijn)
In het begin van een laagconjunctuur is er sprake van recessie. Volgens het CBS is er
sprake van een recessie als de productie twee kwartalen achtereen krimpt. Als de productie
niet verder krimpt en weer gaat stijgen, is er sprake van herstel en later opleving.
De structuur is afhankelijk van de
ontwikkeling van de productiefactoren
en productiecapaciteit.
door de bestedingen in de economie.
, Goede tijden, slechte tijden
Kenmerken van een laagconjunctuur:
• Teruglopende effectieve vraag onderbesteding. Consumenten besteden minder.
• Dalende bezettingsgraad. Bedrijven verminderen productie door de onderbesteding.
• Conjuncturele werkloosheid. Bedrijven hebben minder arbeidskrachten nodig door
de dalende bezettingsgraad.
• De vraag naar leningen door consumenten en bedrijven neemt af, want er wordt
minder besteed dalende rente.
Kenmerken van een hoogconjunctuur:
• Toename effectieve vraag overbesteding.
• Bezettingsgraad van machines en productiecapaciteit is maximaal.
• Door toegenomen vraag naar arbeid ontstaat er een krappe arbeidsmarkt
loonstijgingen.
• Bestedingsinflatie. Bedrijven zullen hun prijzen verhogen, omdat ze veel
produceren.
• De vraag naar leningen van zowel consumenten als bedrijven neemt toe Stijgende
rente.
Conjuncturele Economisch begrip Toelichting
situatie
Laagconjunctuur Conjuncturele Door afnemende bestedingen neemt de productie af.
werkloosheid Hierdoor zijn minder arbeidskrachten nodig. Dit leidt
tot werkloosheid.
Laagconjunctuur Bezettingsgraad In een situatie van laagconjunctuur is de vraag laag.
De productiecapaciteit wordt in deze situatie niet
volledig benut. Hierdoor daalt de bezettingsgraad.
Hoogconjunctuur Krappe Bij een hoogconjunctuur is de vraag hoog. Dit leidt tot
arbeidsmarkt een grotere productie. Hiervoor zijn veel
arbeidskrachten nodig. Als er hierdoor een tekort aan
arbeidskrachten optreedt dan is er sprake van een
krappe arbeidsmarkt.
Hoogconjunctuur Bestedingsinflatie Bij een hoogconjunctuur is de vraag hoog. Als de
vraag hoog is en de productiecapaciteit is (bijna)
helemaal benut dan bestaat de mogelijkheid dat
producenten hun prijzen zullen verhogen. Je spreekt
dan over bestedingsinflatie.
Gevolgen voor de overheid van conjunctuurschommelingen:
Hoogconjunctuur:
• Meer belastinginkomsten Overheidsoverschot (begrotingsoverschot)
• Minder uitgaven aan uitkeringen
Laagconjunctuur:
• Minder belastinginkomsten Overheidstekort (begrotingstekort)
• Meer uitgaven aan uitkeringen
• Overheidsinvesteringen nodig om economie te stimuleren
, Goede tijden, slechte tijden
De ontwikkeling van de conjunctuur kun
je ook weergeven in de
conjunctuurklok.
De conjunctuurklok geeft op een bepaald
moment de stand van een aantal
indicatoren weer.
Deze conjunctuurindicatoren geven
inzicht in de conjuncturele situatie van de
economie.
Het CBS maakt onderscheid tussen vijftien indicatoren, die in drie groepen kunnen worden
ingedeeld:
• Vertrouwensindicatoren. Deze laten zien in welke richting de economie zich beweegt.
• Economische indicatoren. Deze geven de feitelijke ontwikkeling aan.
• Arbeidsmarktindicatoren. Deze reageert met een vertraging op de conjunctuur.
Van de indicatoren worden twee zaken gemeten: is er sprake van een stijgin gof daling, en
bevindt de indicator zich boven of onder de trend? In de conjunctuurklok wordt ook de
conjunctuurgolf in het klein
weergegeven. De
conjunctuurklok en de
conjunctuurgolf houden dus
verband met elkaar.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nuraalkabi. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.