Hoofdstuk 1 en hoofdstuk 4.4, 5.4 en 6.4
April 7, 2021
7
2020/2021
Summary
Subjects
zuilen
thorbecke
soekarno
indonesie
pim fortuyn
1848
voc
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Secondary school
VMBO
Geschiedenis
4
All documents for this subject (274)
Seller
Follow
victor5
Content preview
Geschiedenis toetsweek 3
Geschiedenis samenvatting paragraaf 1.1:
1848 was een lastig jaar voor Europa, er waren veel opstanden in verschillende landen. In Frankrijk
kwam een revolutie waardoor het een republiek werd. In Nederland waren er ook problemen, koning
Willem II besliste bijna alles zelf. De liberalen wilden hier een eind aan maken, ze streden om de
macht van de burgers terug te krijgen. Toen hier rellen door kwamen gaf Willem II een groep onder
leiding van Thorbecke de opdracht om de grondwet te wijzigen.
Door de nieuwe grondwet werd Nederland een parlementaire democratie. Om de vier kaar worden
er verkiezingen gehouden over wie het land mag besturen. De macht is als volgt verdeeld in
Nederland:
- Wetgevende macht: De macht om wetten te maken en te veranderen door het parlement.
- Uitvoerende macht: De macht om wetten uit te voeren door de regering.
- De macht om mensen te straffen die zich niet aan de wetten houden door de rechters.
Er zijn klassieke grondrechten gemaakt om te zorgen dat de overheid niet te veel macht krijgen, dit
zijn:
- Vrijheid van godsdienst
- Vrijheid van meningsuiting en vrijheid van drukpers
- Vrijheid van vereniging en vergadering
- Vrijheid van onderwijs
Politieke partijen krijgen zetels, één zetel staat voor één persoon. Om de Tweede Kamer te regeren
heb je 76 zetels nodig (de helft + 1). Dit komt bijna nooit voor dus moeten partijen samenwerken. De
partijen die de regering vormen en dus samenwerken noem je de coalitie. De partijen die niet bij de
regering horen noem je de oppositie.
Het parlement heeft 2 taken, hier hebben ze ook rechten bij. Dit zijn:
- Het maken en goedkeuren van wetten
o Recht van amendement: Leden van de Tweede Kamer mogen een wetsvoorstel
wijzigen of aanvullen
o Recht van initiatief: Leden van de Tweede Kamer mogen wetsvoorstellen indienen.
- Het controleren van de regering
o Recht van budget: De ministers moeten vertellen wat er met het belasting geld
gedaan word.
o Recht van interpellatie: Het parlement mag vragen stellen aan een minister voor
informatie.
o Recht van enquête: Het parlement kan buiten de minister om iets onderzoeken.
Geschiedenis samenvatting paragraaf 1.2:
Tussen 1950-2000 begon de industrialisatie in Nederland. Ee werd snel geproduceerd door
stoomkracht. Hier werkten vaak arbeiders voor weinig geld. Er waren geen wetten om deze mensen
te beschermen.
Als een arbeider klaagde over de omstandigheden in de fabriek werd hij ontslagen. Alleen als een
hele groep arbeiders protesteren kan niet iedereen ontslagen worden, daarom werden er vakbonden
georganiseerd. Dit zijn organisaties die onderhandelen met fabrikanten.
, In bijna alle Europese landen was er een verschil in rijkdom. Karl Marx vond dit niet goed en hij wilde
dat alles van iedereen was en dat er geen onderscheid word gemaakt tussen mensen. Hij zei dat alle
arbeiders in opstand moesten komen. Deze mensen zijn communisten.
Sociaaldemocraten vinden ook dat het verkeerd was dat het verschil tussen arm en rijk zo groot was.
Alleen zei wilde een wijziging in de grondwet. Ze wilden dat rijke mensen meer belasting gingen
betalen zodat de overheid meer konden betalen.
Geschiedenis samenvatting paragraaf 1.3:
In de negentiende eeuw waren bijna alle Nederlanders christelijk, het waren vooral protestanten.
Gehoorzaamheid hoorde bij dit geloof omdat protestante predikers, mannen die veel gezag hebben
zeiden dat gezag van god komt.
Katholieken hadden minder rechten dan protestanten, zo mochten ze geen kerken bouwen en niet
werken voor de overheid. In 1848 veranderde dit door de grondwet van Thorbecke, hier stond in dat
alle burgers gelijke rechten hebben. Het probleem was dat de katholieken hier weinig van merkten,
daarom begonnen ze met strijden voor emancipatie. Beide partijen samen worden de confessionelen
genoemd.
In de grondwet stond dat de overheid de school betaalde voor onderwijs voor kinderen. Ze kregen
christelijke informatie, hier waren veel confessionelen het niet mee eens en daarom bouwden ze zelf
scholen. Hier werd protestants of katholieks les gegeven. Wel moesten de confessionelen dit zelf
betalen, ook hier waren ze het niet mee eens. Het enige probleem is dat de Tweede Kamer in die tijd
bestond uit veel liberalen die hier niks mee wilden. Deze periode heette de schoolstrijd.
In 1848 hadden de liberalen geen partij. Toen er andere groepen kwamen richtten de liberalen de
Liberale Unie op. Hun aanhangers waren vooral rijke burgers.
De samenleving was verdeeld in vier groepen: liberalen, socialisten, katholieken en protestanten.
Bijna iedereen hoorde bij een van deze groepen. Ook had iedere zuil eigen scholen, kranten, tv-
programma’s en ga zo maar door. De samenleving was verzuild.
Geschiedenis samenvatting paragraaf 1.4:
In de negentiende eeuw hadden de mannen meer rechten dan vrouwen. De vrouwen moesten in het
huishouden werken en hadden voor de rest niks te zeggen. Kiesrecht hadden zij ook niet en hoger
onderwijs was ook niet voor hun bedoeld. Er waren vrouwen en die vonden het oneerlijk hoe zij in
het nadeel werden gezet. Aletta Jacobs en Wilhelmina Drucker zijn de bekendste feministen, zij
startte de Eerste Feministische Golf van 1880-1920.
Het kiesrecht en de schoolstrijd was al lang een politiek probleem waar ook de socialisten en
confessionelen zich mee bezig hielden. Cort van der Linden, een liberaal wilde beide problemen
oplossen.
In 1917 stemde de meerderheid van de Tweede Kamer voor actief kiesrecht voor mannen en passief
kiesrecht voor vrouwen. In 1919 kregen de vrouwen ook actief stemrecht.
In 1917 kwam er een nieuw kiessysteem. Eerst hadden ze een districtenstelsel. Nederland was
verdeeld in verschillende districten. Degene die in een district de meeste stemmen heeft werd lid van
de Tweede Kamer. Nu hebben we een evenredige vertegenwoordiging, heel Nederland kan stemmen
op een lijst met dezelfde personen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller victor5. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.80. You're not tied to anything after your purchase.