100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Geschiedenis samenvatting tijdvak 1 t/m 8 $6.51   Add to cart

Interview

Geschiedenis samenvatting tijdvak 1 t/m 8

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Geschiedenis samenvatting tijdvak 1 t/m 8. Vwo 4.

Preview 4 out of 31  pages

  • April 7, 2021
  • 31
  • 2019/2020
  • Interview
  • Unknown
  • Unknown
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
GESCHIEDENIS VWO 4

TIJDVAK 1: DE TIJD VAN JAGERS EN BOEREN

Datering:
- Tot 3000 v.Chr.
- Ook wel bekend als de prehistorie.

Kenmerkende aspecten:
1. Levenswijze jagers-verzamelaars
2. Ontstaan van landbouw en landbouwsamenleving
3. Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.

Prehistorie:
De homosapiens ontstond 200.000 jaar geleden in Oost-Afrika. Pas 45.000 jaar geleden
kwam deze mensensoort voor in Europa.
De prehistorie (= voorgeschiedenis): periode uit de geschiedenis waarin de mensen nog niet
konden lezen en/of schrijven  geen schrift. Kennis van deze periode is gebaseerd op
archeologische vondsten: ongeschreven bronnen.

De eerste geschreven bronnen stammen van rond 3000 v.Chr. in het Midden-Oosten af.

10.000 v.Chr.:
Belangrijke veranderingen rond 10.000 v.Chr.
- Smeltende ijskappen: de laatste ijstijd is voorbij
- Noordwest-Europa wordt weer bewoonbaar
- De mensen leven van jagen en verzamelen (hier)

Manier van leven:
Jagers en verzamelaars trekken rond (=nomaden) in groepen van 20/25 personen.
Er waren weinig verschillen tussen de leden van een groep  geen sociale gelaagdheid.

Taakverdeling:
- Mannen houden zich bezig met jagen
- Vrouwen verzamelen planten, bessen en vruchten.

Deze tijd van jagers en verzamelaars noemen we de oude en midden steentijd.

Landbouw:
Landbouwrevolutie is het begin van de nieuwe steentijd  Neolitische revolutie.

Voor het eerst in het Midden-Oosten (10.000 v.Chr., einde ijstijd) in Nederland later (5.500
v.Chr.)

Het middel van bestaan verandert ingrijpend, maar het is een geleidelijke overgang van
jacht naar landbouw.

,Waar?
Bij rivieren  irrigatie
- Egypte: langs de Nijl
- Mesopotamië (tweestromenland): het gebied langs de Eufraat en de Tigris (nu Irak
en Iran).
Het gebied waarin de landbouw ontstaat heet de: Vruchtbare halvemaan.

Door het ontstaan van landbouw verandert er veel:
- Vaste woonplaats: zelfvoorzienende dorpen.
- Nieuwe werktuigen: bijv. aardewerken, potten, ploeg
- Met de komst van landbouw ontstaan er verschillen in bezit en aanzien  sociale
gelaagdheid.

In Nederland leefden de eerste boeren rond 5.500 v.Chr. in Zuid-Limburg. Pas rond 3000
v.Chr. was in heel Nederland een landbouwsamenleving ontstaan.

Deze eerste boeren hadden een natuurgodsdienst = achter elk verschijnsel zit een god.
Om die goden te vereren bouwden men monumenten (bijv. Hunebedden) en geloofde men
in magie en rituelen.

Mengculturen:
Er ontstaan eerst mengculturen, waarbij mensen zowel aan jacht als aan landbouw doen.

De landbouw was niet direct een vooruitgang:
- Risico van mislukte oogst.
- Hard werken
Maar de bevolking groeide wel, dus had het blijkbaar voordelen.

De eerste steden:
De eerste landbouwstedelijke samenlevingen ontstaan in Mesopotamië.
Waarom hier?
Voedseloverschotten  bevolkingsgroei + specialisatie  ontstaan steden

Middelen van bestaan: landbouw, langeafstandshandel, nijverheid.
Nijverheid = verzamelnaam voor beroepen waarbij je met je handen de landbouwproducten
bewerkt.

Complexere samenleving: ontstaan bestuur, hiërarchie/sociale gelaagdheid en het schrift.

Waarom ontstond het schrift?
Bestuurlijk en economisch moest er meer geregeld worden:
Bijv. belasting en handelsovereenkomsten.

,TIJDVAK 2: DE TIJD VAN GRIEKEN EN ROMEINEN

Datering:
- 3000 v.Chr. – 500 n.Chr.
- Ook wel bekend als de oudheid.

Kenmerkende aspecten:
4. De ontwikkeling van wetenschappelijk denken, burgerschap en politiek (oude Grieken).
5. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.
6. De groei van het Romeinse imperium en verspreiding van de Grieks-Romeinse cultuur.
7. De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse en de Germaanse cultuur.
8. De ontwikkeling van het jodendom en christendom als de eerste monotheïstische
godsdiensten.

Het oude Griekenland:
De oudste Europese beschaving ontstaat op Kreta: Minoïsche beschaving.
Later verplaatste de Myceense beschaving zich naar het Griekse vasteland: krijgsheren,
wonend in versterkte paleizen.

8e eeuw v.Chr.: Hellas: Griekenland was gen aaneengesloten land, maar bestond uit
zelfstandige stadstaatjes (poleis). Zij deelden wel de Griekse cultuur.

Kolonisatie rond de Middellandse Zee: door gebrek aan vruchtbare grond. Gevolg: groei
handel, nijverheid en welvaart.

4e eeuw v.Chr.: Macedoniërs (Alexander de Grote) veroveren ‘Griekenland’  Hellenisme :
verdere verspreiding Griekse cultuur.
Politiek = het besturen van een polis.
Elke polis had zijn eigen bestuursvorm:
Monarchie = een (erfelijke) koning regeert
Aristocratie = regering van bevoorrechte grootgrondbezitters, edelen.
Oligarchie = regering van een klein groepje rijken.
Tirannie = Regering van één persoon, vaak door geweld aan de macht gekomen.
Democratie = burgers (autochtone, vrije mannen) regeren  Athene

Cultuur:
De Grieks-Romeinse cultuur wordt gezien als klassiek: wordt nog
steeds bewonderd.
De Grieken werden verenigd door hun cultuur. Andere culturen
zagen zij als barbaars.
De cultuur komt tot uiting in:
- Godsdienst: geloof in onsterfelijke goden met menselijke
eigenschappen.
o Denk aan: mythen, Olympische Spelen, orakels,
tempels etc.
- Bouwkunst: gebruik van zuilen (Dorisch, Ionisch, Korintisch)

, - Beeldhouwkunst: natuurlijke houding en levendige gezichten.
Wetenschap:
De Grieken geloofden in goden om de wereld om hen heen te verklaren. 6 e eeuw v.Chr.:
filosofen ontwikkelen een rationele manier van denken  verstand gebruiken. Dit leidde tot
de ontwikkeling van wetenschappen  nadenken over abstracte begrippen, op zoek gaan
naar wetmatigheden.

De Romeinen:
753 v.Chr. stichting van Rome  7 koningen.
4e eeuw v.Chr.: Republiek: bestuurd door 2 consuls, de senaat en de volksvergadering. De
senaat (leden van rijke voorname families) had de macht feitelijk in handen.

Expansie: veroveringen: eerst Italië, daarna het Middellandse zeegebied en zelfs Noordwest-
Europa: Imperium Romanum

Hoe was dit mogelijk?
- Goed getraind leger
- Overwonnen volken als bondgenoot inzetten: geven burgerrecht en beloningen.

Probleem  sommige succesvolle generaals werden te machtig  burgeroorlogen.
Bekendste voorbeeld: Julius Caesar.
Na de dood van Caesar volt er weer een periode van burgeroorlogen.
In 27 v.Chr. wordt Octavianus/Augustus de eerste keizer (ook bekend als Caesar/imperator)
Hij krijgt de titel princeps = eerste burger, maar feitelijk is hij alleenheerser.

Pax Romana: twee eeuwen van rust, vrede en welvaart in het Romeinse rijk.
- Stabiel bestuur: Rijk verdeeld in provincies met gouverneurs aan het hoofd.
- Geen onrust in het leger: Augustus is imperator (legeraanvoerder)
- Aanleg verharde wegen: veiligheid, handel, Rome multiculturele samenleving.

De Grieks-Romeinse cultuur:
Verovering van Griekenland: Contact met de Griekse cultuur  mengcultuur.
De Romeinen namen veel van de Griekse cultuur over het gebied van kunst, wetenschap en
godsdienst.
Er was sprake van een staatsgodsdienst: Goden beschermt het Romeinse rijk en moesten
dus aanbeden worden.
Religieuze tolerantie in het rijk: alle goden mochten aanbeden worden, zolang de keizer en
de staatsgoden ook aanbeden werden.
Toch ontwikkelden de Romeinen ook eigen vormentaal:
- Beelhouwkunst: realistischere voorstelling i.p.v. de Griekse jeugdige perfectie.
- Bouwkunst: gebruik van baksteen en beton. Meer mogelijk: bogen, koepels,
gewelven.
De Romeinen bouwden tempels, badhuizen, amfitheaters en aquaducten.

Romanisering:
Romanisering: het overnemen van de Grieks-Romeinse cultuur door de overwonnen volken.
- Contacten met legionairs en handel zorgden voor beïnvloeding.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femmevsteen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.51
  • (0)
  Add to cart