Paragraaf 1 - De verlichting
Kenmerkend aspect:
- Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de
samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
Ideaal van filosofen
De verlichting bouwde verder op de wetenschappelijke revolutie. Logica genoemd was
de basis.
In de encyclopedie verzamelde Franse filosofen heel veel kennis over allerlei
onderwerpen. Kennis liet de mens ontwikkelen van onwetend dom en intolerant naar
kennis, inzicht en verdraagzaamheid of te wel Rationalisme. Dit zou de wereld beter
maken. Dit zorgde voor optimisme. Het kreeg de naam Verlichting en raakte in rijke
kringen in heel Europa in de mode
Verlichting, sociale gevolgen
De filosoof Voltaire vond dat ongeveer 10 % van de bevolking rationeel na kon denken.
De rest moest zich laten leiden door de slimmen. Hij ontwikkelde met de Pruisische
koning het verlicht absolutisme.
Jean Jaques Rosseau vond dat alle mensen van nature gelijk zijn en zich kon
ontwikkelen. Andere verschillen tussen mensen zoals de standensamenleving moest
verdwijnen. Sommige fans vonden zelfs dat man en vrouw gelijk waren.
Verlichting, Godsdienstige geloven
Verlichte denkers wilden de godsdienstoorlogen en twisten stoppen en wilde dat alle
godsdiensten gelijk waren. Vooral Voltaire was tegen bekrompenheid en bijgeloof.
Volgens hem lieten katholieken mensen geloven in allerlei onzin. Hij was een deïst.
Volgens hem had God de wereld gemaakt en daarna draaide alles volgens de
natuurwetten.
Sommige verlichtingsfilosofen waren atheïst. Zij geloofden niet meer in God
Verlichting, politieke gevolgen
John Locke vond dat de koningen hun macht niet krijgen van God maar van de burgers.
Burgers hadden mensenrechten en die moesten door bestuurders worden
beschermd. Hij wilde een rechtstaat waarin iedereen zich aan de wet moest houden
Jean Jaques Rousseau vond ook dat het hoogste gezag (souvereiniteit) van het volk
kwam. Deze volkssoevereiniteit was belangrijker dan de wil van een individu.
Volksvertegenwoordigers moesten daarom wetten maken.
Montesquieu wilde corruptie tegengaan en zei dat de macht in een staat verdeeld
moest worden in de wetgevende, uitvoerende, en rechterlijke macht. De trias
politica of driemachtenleer
, Verlichting, economische gevolgen
Volgens de verlichte econoom Adam Smith zouden mensen als ze economisch vrijgelaten
zouden worden hun eigen belang nastreven. Dat betekende volgens hem dat men
automatisch zou streven naar welvaartsstijging voor iedereen. Dit gebeurde door de wet
van vraag en aanbod. Hij was tegen mercantilisme omdat dit de balans verstoorde. Hij
wilde vrijemarkteconomie. Overheid moest zich niet met economie bemoeien
Paragraaf 2 - Het ancien régime
Kenmerkend aspect:
- voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op
eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme)
De praktijk van de 18e eeuw, Pruisen en Rusland
De Pruisische koning Frederik de Grote correspondeerde met Voltaire en zo
ontwikkelde ze het Verlicht Absolutisme.
Hij bleef de absolute vorst. De adel bleven voorrechten houden en macht op hun landgoed
(hij had ze nodig voor zijn leger). Er was godsdienstvrijheid en persvrijheid en een verbod op
martelen. Hij wilde domheid bestrijden.
De Russische keizerin Catharina de Grote had met een samenzwering de macht van
haar man de tsaar overgenomen en regeerde als absoluut vorst. Ook zij wilde het
verlicht absolutisme invoeren maar de meeste Russische adel zagen hier geen heil
in.
De praktijk van de 18e eeuw
Na het rampjaar 1672 was de Gouden eeuw in NL over. Regenten leenden geld aan de
regering en vroegen torenhoge rente. Regenten werden rijker en de bevolking
betaalde meer belasting om de schulden van de staat af te lossen. De regenten
gingen steeds meer leven als adel in bv. Frankrijk. De bevolking betaalde hiervoor. In
1751 werd Willem V stadhouder. Hij maakte het stadhouderschap erfelijk en ging
zich steeds meer als koning gedragen. Huis ten Bosch leek op een frans paleis met
hofhouding etc. Regenten werden rijker en de schulden van de staat en de lasten
van het volk werd meer.
De Bourgeoisie in Frankrijk en de Burgers in Nederland werden dus steeds meer
ontevreden over de politiek in hun land.
Paragraaf 3 - De democratische revoluties
kenmerkend aspect:
- De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussie over
grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stefanieboer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.