Vroeger dachten ze dat de wereld was ontstaan door de vloeibare hitte die afkoelde dat de
aardkorst vormde. En door het krimpen zouden er dan oceanen en bergen zijn ontstaan, met
behulp van wereldkaarten kwamen er ook ideeën over het verschuiven van de continenten.
50 jaar later ontdekten dat er duidelijke aanwijzingen waren voor continentbeweging zoals
de vorm van kustlijnen, verspreiding van gesteente en de ligging van bergketens. De
drijvende kracht achter deze beweging had te maken dat de bodem van de oceaan ook
beweegt.
Het grootste deel van de aardkorst is oceaanbodem, en deze bestaat uit basalt een zwaar
gesteente wat er voor zorgt dat de oceaan lager ligt dan het vaste land. En de aardkorst van
de continenten bestaat uit een iets lichter gesteente genaamd graniet. Op de oceaanbodem
zijn er ook hoogte verschillen zo heet een onderwatergebergte een midoceanische rug. En
een kloof in de oceaanbodem heet een diepzeetrog, die liggen bijvoorbeeld langs de kust.
Om de opbouw van de aarde te onderzoeken gebruiken de wetenschappers gebruik van
scannen. Ze doen dit door de trillingen bij aardbevingen op te vangen en te registeren. De
snelheid en de richting van de trillingen word beïnvloed door de volgende eigenschappen
van gesteente: temperatuur, dichtheid en vloeibaarheid. Door van duizenden aardbevingen
deze informatie te vergelijken kunnen seismologen/aardbevingsdeskundigen bepalen hoe de
aarde van binnen is opgebouwd. Vanaf de aardkorst naar de kern word de temperatuur
steeds heter en heter en druk steeds hoger.
De aardkorst bestaat uit licht gesteente dat drijft op de aardmantel. En een oceaankorst is
dunner dan een continentale korst. De aardmantel is een zwaarder gesteente dat word
verwarmd vanuit de aardkern. Om deze warmte kwijt te kunnen, komt de aardmantel in
beweging. Dit vaste gesteente beweegt heel traag op lange termijn, het gaat hier om
zogenaamde convectiestromen. Het vaste gesteente word de lithosfeer genoemd en het
vloeibare gedeelte daaronder word de asthenosfeer genoemd. De binnenkern is vast en
bestaat uit ijzer en radioactieve elementen die de warmte veroorzaken.
, 2.2 – Platentektoniek
De aardkorst word verdeeld in platen die seismisch zijn verdeeld, de zones met
aardbevingen vormen de grenzen van deze platen. De meeste platen bestaan uit zowel
graniet en basalt. Er zijn drie verschillende soorten plaatbewegingen:
- Convergente plaatgrenzen, hierbij botsen platen tegen elkaar aan en duikt de
oceaanbodem onder de continenten bodem doordat die zwaarder is. Dit proces heet
subductie, er ontstaan diepzeetroggen.
- Divergente plaatgrenzen, hierbij bewegen twee platen uit elkaar en ontstaat er een
scheur in de aardkorst die word opgevuld met lava. Er ontstaat een midoceanische
rug die langzaam aangroeit, word ook wel spreidingszone genoemd.
- Transforme plaatgrenzen, hierbij bewegen de platen langs elkaar, dit komt door
tegenstellende richtingen of verschillende snelheden.
Opvallend is dat de oceaanbodem aangroeit bij midoceanische ruggen maar de bodem ook
verdwijnt bij subductie. Maar de continenten blijven en groeien zelfs. Ze groeien aan bij
subductie, wanneer basalt namelijk duikt word een deel daarvan gemengd met water en
komt het bij het continent erbij.
Het is nog niet altijd duidelijk welk mechanische de plaatbeweging aandrijft:
- Convectiestromen, de platen zouden meedrijven op het magma in de mantel. Het is
echter nooit bewezen dat deze stromen bestaan en de snelheidsverschillen kunnen
dan niet worden verklaard.
- Duw en trekkracht, doordat de lava zichzelf omhoog duwt kan een midoceanische
rug ontstaan wat de platen bij de continenten ook kan laten verschuiven. Dit zorgt
ervoor dat de Oceanische plaat duikt en als het ware naar beneden word getrokken.
Het actualiteitsprincipe gaat ervan uit dat de platen nog met dezelfde snelheid verplaatsen
als vroeger. Hierdoor kunnen we achterhalen hoe de continenten eerst lagen. Zo’n
tweehonderd miljoen jaar geleden vormde alle platen een groot continent, Pangea.
Wetenschappers gaan ervan uit dat dit over een paar miljoen jaar weer gaat gebeuren.
2.3 – Vulkanisme
Het eruptiemechanisme bepaalt de aard en de vorm van de vulkaan, dit is afhankelijk van de
locatie ten opzichte van de soort plaatgrens. Wanneer de vaste stof van de aardmantel
boven de aardkorst komt word het vloeibaar denk aan de midoceanische ruggen die zo
uitgebreid worden. Deze effusieve erupties verlopen heel rustig.
In subductiezones komen juist explosieve erupties voor. Dit komt doordat het magma hier is
samengesteld door oceaanbodem, sediment en zeewater die samen gesmolten zijn.
Doordat de magma kamer hiermee vol zit kunnen door de structuur proppen ontstaan
waardoor er veel kracht nodig is om de vulkaan te laten barsten. Een explosieve eruptie dus.
Wanneer de magma buiten de vulkaan is word het lava genoemd, het as wat er bij komt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sasjavergeer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.