Samenvatting Alles wat je moet weten voor de kennistoets OWE 3 Gezond Leven!
48 views 1 purchase
Course
Kennistoets OWE 3 Gezond Leven
Institution
Hogeschool Arnhem En Nijmegen (HAN)
Complete samenvatting van de kennistoets OWE 3 Gezond Leven; CV, A&F, Verpleegtechnische vaardigheden (SkillsOnline) en de stof van de themalessen. De theorie is uitgewerkt aan de hand van de leerdoelen en toets matrijs en ondersteund door plaatjes.
,INHOUD
THEORIE THEMALESSEN.........................................................................................................................2
Volksgezondheid, gezondheidsnormen en dimensies gezondheidszorg............................................2
Model Lalonde....................................................................................................................................4
Psychotische stoornissen....................................................................................................................5
Dementie............................................................................................................................................5
Valpreventie.......................................................................................................................................7
Palliatieve en terminale zorg..............................................................................................................7
Palliatief redeneren............................................................................................................................8
THEORIE COMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN.......................................................................................9
Motivational interviewing..................................................................................................................9
Omgaan met weerstand en agressie................................................................................................10
Communiceren tijdens diverse stadia dementie..............................................................................10
Voorlichtingsgesprek........................................................................................................................11
Slecht nieuws gesprek......................................................................................................................11
Coping vaardigheden........................................................................................................................12
THEORIE ANATOMIE EN FYSIOLOGIE....................................................................................................13
Spijsvertering....................................................................................................................................13
Diabetes............................................................................................................................................18
Zenuwstelsel; regulatie en integratie...............................................................................................23
Obesitas en metabool syndroom......................................................................................................28
Bloed en Stolling...............................................................................................................................33
Nieren en urinewegen......................................................................................................................41
Ouder worden & palliatieve zorg......................................................................................................44
THEORIE VERPLEEGTECHNISCHE VAARDIGHEDEN...............................................................................53
Wondzorg.........................................................................................................................................53
Sondevoeding; neus-maagsonde......................................................................................................64
Sondevoeding; PEG-sonde................................................................................................................67
Zelfmanagement diabetes................................................................................................................70
Decubitus en zwachteltechnieken....................................................................................................71
Ulcus cruris; compressief zwachtelen...............................................................................................77
Tillift..................................................................................................................................................81
Mondzorg.........................................................................................................................................83
,THEORIE THEMALESSEN
Volksgezondheid, gezondheidsnormen en dimensies
gezondheidszorg
‘Gezondheid als het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren, in het licht van de
sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven’ (Huber et al., 2011).
Dimensies gezondheid
Gezondheid en ziekte kan op drie dimensies onderscheiden worden, lichamelijk, psychisch en sociaal.
- Lichamelijke gezondheid = kunnen we gelijkstellen met het ontbreken van
lichaamsstoornissen en lichaamsbeperkingen. Dit wordt ook wel objectieve gezondheid
genoemd en is gezondheid op organisch niveau.
- Psychische gezondheid = heeft te maken met oriëntatie vermogen naar tijd, plaats en
persoon, de aanwezigheid van korte en langetermijngeheugen en de afwezigheid van angst
en stress.
- Sociale gezondheid = staat voor participatie en ‘goed’ functioneren in de samenleving.
Dimensie ziekte
- Disease = staat voor aantoonbare medische- biologische afwijking. Deze wordt bepaald door
een deskundige
- Illness = staat voor de ziekte-ervaring: het zich niet wel voelen. En dat is aan de patiënt om te
beoordelen. Het gaat hierbij dus om de subjectieve ervaring van het individu en is op
individueel niveau. Deze wordt dan ook bepaald door het individu.
- Sickness = staat voor de sociale component: met gedraag zich als patiënt en dat wordt ook
erkend door de sociale omgeving.
Visies op gezondheid;
- Medische/professionele/monocausale gezondheid = afwezigheid van ziekte of
lichaamsgebrek. Ontstaan van ziekte heeft slecht één oorzaak en is aanwijsbaar. Als die
oorzaak niet aanwijsbaar is, dan is er sprake van gezondheid.
- Biologische visie = aanpassing van het menselijk lichaam aan externe omstandigheden.
Overleving van het individu wordt bepaald door de mate waarin het organisme in staat is zijn
interne, inwendige milieu binnen nauwe grenzen constant te houden bij steeds
veranderende externe condities; homeostase.
- Psychologische visie (individuele benadering) = persoon is gezond als hij zijn zelf gestelde
doelen in het leven kan behalen en in zijn geestelijke behoeften kan voorzien.
- Sociale visie = een persoon is gezond als hij zijn sociale rollen in de maatschappij kan
vervullen binnen de geldende waarden en normen.
- Humane, Multicausale visie = volgens de WHO is gezondheid; ‘a state of complete physical,
social and mental well-being and not merely the absence of disease of infirmity’.
- Dynamische visie = de mens is als holistische eenheid gezond wanneer hij in balans is met
zowel zichzelf als zijn externe milieu. Door zijn aanpassingsvermogen is hij in staat de regie te
houden over zijn gezondheid. Gezondheid is het vermogen van mensen om zich aan te
passen en de eigen regie voeren in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in
het leven.
Epidemiologie = richt zich op voorkomen van gezondheidsproblemen en op de samenhang tussen
gezondheidsproblemen en het voorkomen van aan het gezondheidsprobleem gerelateerde
verschijnselen.
, Morbiditeit = percentage mensen met een gezondheidsprobleem; hoe vaker een ziekte voorkomt,
hoe hoger de totale ziektelast van die ziekte in de bevolking.
Incidentie = nieuwe ziektegevallen die in een bepaalde periode optreden.
Prevalentie = totaal aantal bestaande ziektegevallen
Mortaliteit = geeft het percentage weer dat sterft aan een bepaalde aandoening gedurende een
bepaalde tijdseenheid.
De gouden standaard in de geneeskunde = de diagnostische methode die de grootste zekerheid geeft
over het al dan niet aanwezig zijn van een aandoening. De goudenstandaardmethode wordt vaak
gebruikt bij wetenschappelijk onderzoek naar de aandoening, of bij onderzoek naar nieuwe
testmethoden om de aandoening vast te stellen. Om na te gaan hoe goed zo'n nieuwe test is, wordt
deze altijd vergeleken met de gouden standaard. Wanneer een test beter blijkt te zijn dan iedere
bestaande (wat niet altijd eenvoudig is vast te stellen), kan besloten worden die test als nieuwe
goudenstandaardmethode te hanteren.
Gezondheidsvoorlichting- en opvoeding (GVO) is een onderdeel van het
vakgebied van verpleegkundigen. Een belangrijke methodiek hierbinnen is de GVO-cyclus en het
daarbij behorende ASE model. De GVO-cyclus helpt je bij het onderzoeken, uitwerken en de aanpak
van een gezondheidskundig probleem wat je wilt gaan aanpakken.
Stap 1 = Definiëring gezondheidsprobleem;
- Objectief = MBG + Epidemiologie (gezondheidsindicatoren)
- Subjectief = Hoe ervaart patiënt probleem? Waarom is het een probleem?
Stap 2 = Analyse gezondheidsprobleem;
- Omgevingsanalyse: Model van Lalonde
- Relatie tussen gezondheidsprobleem en gedrag
Na stap 1 en 2; conclusie Gezondheidskundige Analyse; beschrijving belangrijkheid en de mate
waarin welk gedrag een rol speelt.
Stap 3 = Analyse gedragsdeterminanten; ASE Model. Het model gaat er van uit
dat veel menselijk gedrag tot op zekere hoogte beredeneerd is. Het model brengt de diverse
determinanten in kaart die invloed hebben op gedrag.
ASE staat daarbij voor:
- Attitude houden de opvattingen van een persoon in, gebaseerd op bijvoorbeeld kennis,
ervaringen en voorbeelden van anderen.
- Sociale invloed is de invloed of sociale norm die anderen uitoefenen om bepaalde
gedragingen wel of niet te vertonen. De invloed van groepen waartoe de persoon behoort en
de drang om zich aan te passen, is hier zeker een belangrijke factor.
- Eigen effectiviteit is de inschatting of iemand zekere gedragingen wel of niet uit kan voeren.
Zelfbeeld, positieve en negatieve ervaringen, faalangst en persoonlijke kenmerken zijn hierbij
relevant. Ook invloeden van buitenaf en financiële situatie kunnen meewegen in de eigen
effectiviteit.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lindavanwijk2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.95. You're not tied to anything after your purchase.