100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Bedrijfseconomie 3 samenvatting: Hoofdstuk 4, 5, 6, en 8 (Bedrijfseconomie voor het bestuderen van organisaties)ie $7.26   Add to cart

Summary

Bedrijfseconomie 3 samenvatting: Hoofdstuk 4, 5, 6, en 8 (Bedrijfseconomie voor het bestuderen van organisaties)ie

 28 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting voor het vak bedrijfseconomie 3 van de studie bedrijfskunde aan de Hanzehogeschool Groningen. Hoofdstuk 4,5,6 en 8

Preview 3 out of 17  pages

  • No
  • Hoofdstuk 4 t/m 7
  • April 7, 2021
  • 17
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Bedrijfseconomie
Les 1, afschrijvingen
Hoofdstuk 4, Kostensoorten

Kosten duurzame productiemiddelen
- Afschrijvingskosten
- Vermogenskosten, afschrijvingskosten en rente
- Complementaire kosten, aanvullende kosten/ overige kosten. Alle andere kosten dan de
machinekosten (zoals grondstofkosten, arbeidskosten en overige machinekosten).

Levensduur
- Absoluut technische levensduur, als die stuk is
- Relatieve technische levensduur
- Economische levensduur, moment waarop de kosten hoger worden dan het productiemiddel
oplevert.

Afschrijvingsmethoden

 Lineair afschrijven; vast percentage van de aanschafwaarde
 Degressief afschrijven
- Vast percentage van de boekwaarde (wordt elk jaar lager door de afschrijvingen)
- Jaarlijks met gelijke bedragen dalend
 Annuïteitenmethoden

Stel:
Aanschaf machine €100.000
Restwaarde €20.000
Economische levensduur 4 jaar

Vermogenskosten (gebaseerd op de boekwaarde van het begin van het jaar ) zijn 5%
= 5% x Boekwaarde begin

Gevraagd:
Bepaal de afschrijvingen en boekwaarde per jaar
Bepaal de jaarlijkse vermogenskosten

Uitwerking
Lineaire afschrijvingen:
Afschrijvingspotentieel: €100.000 - €20.000 = €80.000

Boekwaarde begin Afschrijvingen Boekwaarde eind Vermogenskosten
1 €100.000 €20.000 €80.000 €5.000
(aanschafprijs) (€80.000/4 jaar) (€100.000 - €20.000) (€100.000 x 5%)
2 €80.000 €20.000 €60.000 €4.000
3 €60.000 €20.000 €40.000 €3.000
4 €40.000 €20.000 €20.000 €2.000

,Jaarlijks dalende afschrijvingen,
1. Vast percentage van de boekwaarde

Gegeven: vast percentage van 33,13%

Boekwaarde begin Afschrijvingen Boekwaarde eind Vermogenskosten
1 €100.000 €33.126 €66.874 €5.000
(aanschafprijs) (33,13% x €100.000) (€100.000 - €33.126) (€100.000 x 5%)
2 €66.874 €22.153 €44.721 €3.344
3 €44.721 €14.814 €29.907 €2.236
4 €29.907 €9.907 €20.000 €1.495


2. Afschrijvingen nemen jaarlijks af met vast bedrag
Stel: elk jaar nemen afschrijvingen af met €8.000

Boekwaarde begin Afschrijvingen Boekwaarde eind Vermogenskosten
1 €100.000 €32.000 €68.000 €5.000
(aanschafprijs) (zie berekening ) (€100.000 - €32.000) (€100.000 x 5%)
2 €68.000 €24.000 €44.000 €3.400
3 €44.000 €16.000 €28.000 €2.200
4 €28.000 €8.000 €20.000 €1.400


Bepaling afschrijvingen jaar 1 (de afschrijvingskosten nemen elk jaar met 8.000 toe)

1. X
2. X – 8.000
3. X – 16.000
4. X – 24.000

Dus het totaal van deze afschrijvingen is: 4X – 48.000.
Dit is gelijk aan het totaal af te schrijven bedrag over 4 jaar: €80.000
 4X – 48.000 = 80.000
4X: 80.000 + 48.000 =128.000
X: 128.000/4 = €32.000 (is afschrijving jaar 1)

Jaar 2: €32.000 – €8.000 = €24.000
Jaar 3: €24.000 – €8.000 = €16.000
Jaar 4: €16.000 – €8.000 = €8.000

Annuïteitenmethode
 jaarlijks is de som van afschrijvingen en rente een gelijk bedrag

Stel: annuïteitenfactor = 0,2820

Annuïteit = 0,2820 x €80.000 (afschrijvingspotentieel) + 5% x €20.000 (restwaarde) = €23.561

Boekwaarde begin Annuïteit Rente (5%) Afschrijving Boekwaarde eind
1 €100.000 €23.561 €5.000 €18.561 €81.439
(€100.000 x 5%) (€23.561 – €5.000) (€100.000-€18.561)
2 €81.439 €23.561 €4.072 €19.489 €61.950
3 €61.950 €23.561 €3.098 €20.463 €41.487
4 €41.487 €23.561 €2.074 €21.487 €20.000

, Les 2, Vaste en variabele kosten
4.1 Gelduitgaven en kosten
De wijze waarop de kosten berekend worden, is afhankelijk van de beslissing die moet worden
genomen.

4.4 Kostenindelingen

1. De wijze waarop de hoogte van de kosten reageert op een verandering in de productie- of
verkoopomvang (vaste en variabele kosten).
2. De relatie tussen het ontstaan van de kosten en een bepaald product
(directe en indirecte kosten).
3. De verdeling van de kosten naar de functies binnen de organisatie waarvoor de kosten
worden gemaakt (functionele kostenindeling).
4. De doelmatigheid van de opgeofferde waarde (toegestane- en werkelijke kosten).
5. De aard van de productiemiddelen (categoriale kostenindeling).

H5 Kostprijsberekening
Kosten (eng kostenbegrip)
Aan perioden, producten enzovoort toegerekende (toekomstige) gelduitgaven in verband met
doelmatig opgeofferde productiemiddelen.

Kostprijs en marktvorm
De marktvorm bepaalt de rol van de kostprijs als sturingsinstrument binnen de onderneming.

5.2 Variabele en vaste kosten
Variabele kosten
De omvang van de kosten verandert door een verandering in de bedrijfsdrukte (afzet):
- Proportioneel variabele kosten, blijven hetzelfde
- Progressief stijgend, kosten nemen hard toe, maar de productie niet zo zeer
- Degressief stijgend, goedkoper (doordat je meer afneemt)
Bv. Benzinekosten

Vaste kosten (of Constante kosten)
Deze kosten veranderen niet als de bedrijfsdrukte (afzet) verandert (binnen de beschikbare
capaciteit). Bv. Huurkosten

Gemengde kosten
De kosten hebben voor een deel een vast en voor een deel een variabel karakter.
Bv. Personeelskosten (0-uren contract), energiekosten

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daniquetiemens. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.26. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

84669 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.26
  • (0)
  Add to cart