1 Wat is democratie?
Algemeen belang
Politiek= het nemen van besluiten om het land te besturen.
Het gaat om zaken van algemeen belang:
- Welvaart -> zorg voor voldoende banen voor jongeren
- Volksgezondheid -> wegwerken wachtlijsten van ziekenhuizen
- Infrastructuur -> aanleg en onderhoud van wegen, bruggen etc
- Onderwijs
- Buitenlandse betrekkingen -> uitzenden van militairen
- Openbare orde en veiligheid
Voor deze zaken is geld nodig, daarom betalen we belasting. We beslissen indirect wat er
met ons belastinggeld gebeurd, omdat we de politieke partij kiezen die hierover gaat.
Directe en indirecte democratie
Democratie= een bestuursvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op
de politieke besluitvorming.
Oudste voorbeeld van democratie: in Athene stemde de bevolking (behalve vrouwen en
slaven) op het stadsplein gezamenlijk over belangrijke besluiten.
Een overblijfsel hiervan is het referendum=kiesgerechtigde burgers rechtstreeks mogen
stemmen over een politiek vraagstuk of wetsvoorstel. -> In nederland stemt de bevolking op
over de Europese grondwet en samenwerkingsgedrag tussen de EU en Oekraïne. En GB
hield een volksstemming over een Brexit= brits vertrek uit de EU.
Nederland heeft een indirecte democratie= volk neemt zelf geen beslissingen maar laat dit
over aan de gekozen vertegenwoordigers in het parlement. Je noemt dit ook wel
parlementaire democratie, omdat de gekozen vertegenwoordigers samen het parlement
vormen.
Kenmerken parlementaire democratie
De rechtstaat met zijn grondrechten vormt het fundament van onze democratie.
Kenmerken:
● Burgers hebben politieke grondrechten:
- Alle Nederlanders mogen stemmen vanaf hun 18e
- Iedereen mag een politieke partij oprichten
- Iedereen mag demonstreren of zijn mening uiten
● Over de politieke besluitvorming staan de bealngrijkste regels in de grondwet
- De regering en het parlement maken samen de wetten
- Wetten gaan pas gelden als een meerderheid in het parlement het besluit
● Ondanks het meerderheidsprincipe houdt een democratie rekening met de rechten
van minderheden. Hierdoor worden wetten niet zomaar afgeschaft
● Er is persvrijheid. Journalisten bepalen zelf wat ze schrijven en publiceren.
Van dictatuur naar democratie
In 1848 lag de macht niet meer bij de koning in Nederland. 1917 Algemeen kiesrecht (niet
alleen rijke mannen mogen stemmen maar ook arme). 1919 Vrouwen mogen stemmen.
, Dictatuur
Dictatuur= alle macht ligt in handen van 1 persoon of een kleine groep mensen.
Vormen van dictatuur:
- Gebaseerd op ideologie: communistische partij heeft alle macht en de burgers hebben
bijna niks te vertellen.
- Religieuze dictatuur: machtsuitoefening is gebaseerd op 1 geloof. Volk kiest wel zelf
een parlement maar voor politieke beslissing is goedkeuring van de geestelijkheid
nodig.
- Militaire dictatuur: leger heeft alle macht
Kenmerken dictatuur
DIctatuur komt meestal tot stand na een staatsgreep waarbij een dictator met behulp van het
leger de macht grijpt
Kenmerken:
● Machtenscheiding ontbreekt
Alles is in handen van 1 persoon. Ook als je het niet eens bent met de wetten kan je niet
naar de rechter stappen, want hij doet alles onder leiding van de dictator.
● Grondrechten worden niet gerespecteerd.
Burgers hebben geen vrije meningsuiting en mogen ook niet protesteren.
● Geen vrije pers.
De overheid beoordeelt soms van te voren de publicaties en tv uitzendingen. Dit heet
censuur.
● Oppositiepartijen zijn vaak verboden.
● Grote politieke rol voor de militairen.
Om verzet van het volk te onderdrukken is een sterk leger nodig. Soms worden generaals
minister in de regering.
● Verkiezingsfraude
Dictators komen vaak aan de macht dmv geweld. Toch organiseren ze schijverkieingen om
hun macht te legtiemeren. Ze frauderen met de winst door andere partijen te verbieden.
● Snel en efficiënt besluiten nemen over zaken als werkgelegenheid, onderwijs etc.
Want er is geen oppositie.
2 Politieke stromingen
Ideologieën
bijna alle politieke partijen ontstaan vanuit een ideologie= een samenhangend geheel van
ideeën over de gewenste inrichting van de samenleving.
Het gaat om 2 vragen:
1. Welke waarden en normen staan centraal?
Waarde: gelijkheid -> norm: rijke moeten meer belasting betalen.
2. Wat is de gewenste rol van de overheid op sociaal economisch gebied?
Links= overheid heeft sterke rol in economie, uitkering, onderwijs etc. De ongelijkheid tussen
mensen moet verminderen met goede uitkeringen en andere voorzieningen. De overheid is
er vooral om de zwakkeren te helpen.
Rechts= mensen willen juist dat de overheid zich zo min mogelijk bemoeit op sociaal
economisch gebied. Mensen zijn zelf verantwoordelijk en zien economische ongelijkheid in
de samenleving als onvermijdelijk.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sabrinahuijsman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.