Volledige mededinging (volkomen concurrentie):
Er zijn veel vragers en veel aanbieders. De verkoopprijs ontstaat door collectieve
vraag en collectief aanbod en is voor de individuele aanbieder een gegeven. De
individuele aanbieder is een hoeveelheidsaanpasser.
De producten zijn homogeen (identiek). Vragers letten daarom alleen op de
verkoopprijs.
Er is vrije toetreding en vrije uittreding
De markt is transparant. Vragers en aanbieders zijn volledig geïnformeerd over het
product en de verkoopprijs.
Voorbeelden: grondstoffen (bijv. rijst, koffie),
aandelen, valuta
Als collectieve vraag en collectief
aanbod leiden tot een verkoopprijs
waarbij winst te maken is, zullen
nieuwe aanbieders toetreden (omdat
zij ook winstperspectieven zien).
Er ontstaat een lagere
evenwichtsprijs (marktprijs),
waardoor de winstmarge daalt.
Dit proces gaat net zo lang door, tot de prijs gedaald is tot een niveau waarop alle
winsten verdwenen zijn. (P=GTK)
Dit punt heet bedrijfstakevenwicht
De ondernemers krijgen slechts een vergoeding voor hun inspanning (hun loon is
onderdeel van de kosten), maar hebben geen overwinst.
Verschuivende aanbodlijn:
Vraag groter dan aanbod = prijsstijging
o Prijsstijging leidt tot hoger aanbod en minder vraag
Aanbod groter dan vraag = prijsdaling
o Prijsdaling leidt tot minder aanbod en meer vraag
Overheden kunnen door middel van overheidsbeleid invloed uitoefenen op het
aanbod van producten
o Kostprijsverhogende belastingen
De overheid legt de aanbieder een belasting per aangeboden product
op (daling van marktprijs zal minder zijn dan subsidie, omdat de vraag
toeneemt waardoor er een vraagoverschot is prijs stijgt)
o Kostprijs verlagende subsidies
De overheid verleent de aanbieder een subsidie per aangeboden
product (
, Marginale analyse:
Wat gebeurt er als je één product meer maakt en verkoopt?
o Hangt af van MO en MK
o MO: De toename van de totale opbrengst door de verkoop van een extra
product
o MK: De toename van de totale kosten door de productie en verkoop van een
extra product
Winst is maximaal als geldt MO = MK
Meest voor de hand liggende situaties:
o Als MO > MK Meer produceren, want MW>0!
o Als MK > MO Niet meer produceren, want MW<0!
Arbeidsmarkt:
De toetreding tot de arbeidsmarkt is beperkt.
o Voor ongeschoold of laaggeschoold werk is de toetreding relatief makkelijk.
o Voor (hoog)geschoold werk is echter een diploma nodig, wat de toetreding
beperkt.
Uittreding is vaak ook niet vrij, omdat er sprake is van opzegtermijnen.
De arbeidsmarkt is ook niet transparant, omdat er geen compleet overzicht is van
openstaande vacatures en werkzoekenden + prijsregulering door vakbonden,
werkgeversbonden en de overheid.
Niet alle kenmerken van volledige mededinging (geen transparantie, geen homogene
goederen en geen vrije toe- of uittreding)
Desondanks arbeidsmarkt wel volledige mededinging, want vraag en aanbod bepalen
het loon en de werkgelegenheid. Imperfecte markt.
Cao: een overeenkomst over arbeidsvoorwaarden, die per bedrijf of sector wordt
afgesloten tussen vakbonden en werkgeversbonden.
Vakbonden: moeten voorzichtig te werk gaan. Een loonstijging is wenselijk, maar een
te hoge loonstijging kan ten koste gaan van de werkgelegenheid.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Tobiassnel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.