100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
WFT Basis Oefenexamens & samenvatting april 2021 - maart 2022 $21.47
Add to cart

Summary

WFT Basis Oefenexamens & samenvatting april 2021 - maart 2022

 225 views  7 purchases
  • Course
  • Institution

Het ultieme document ter voorbereiding op het examen WFT Basis! Dit document bevat een samenvatting van WFT Basis + 5 oefenexamens voor de periode april 2021 tot en met maart 2022. Ieder oefenexamen bevat 42 vragen, net als in het echte examen. De examenvragen zijn gebaseerd op de meest recen...

[Show more]

Preview 10 out of 138  pages

  • April 7, 2021
  • 138
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
WFT-basis
Samenvatting & 5 oefenexamens
April 2021 t/m. maart 2022



Introductie
Van wie koop je deze samenvatting & oefenexamens?
Mijn naam is Martijn en ik ben inmiddels 12 jaar werkzaam in de financiële sector. Hierbij ben ik in
aanraking geweest met een breed scala aan financiële producten en diensten. Van hypotheek tot
autoverzekering en van lijfrenterekening tot ziekteverzuimverzekering. Inmiddels heb ik een aardige
verzameling aan WFT-certificaten. De ervaring leert dat de enorme lappen tekst uit de syllabi een
uitdaging zijn om te doorgronden. Daarnaast zijn gecertificeerde oefenexamens vaak beperkt
voorhanden of erg prijzig. Ik ben ervan overtuigd dat deze samenvatting en oefenexamens jouw
slagingskans aanzienlijk zal vergroten.

Wat heb je voor je?
Deze samenvatting en oefenexamens WFT-basis is gericht op de periode april 2021 tot en met maart
2022. De samenvatting is gebaseerd op honderden oefenvragen zodat je snel bekend raakt met de
kern van de examenstof.

Dit document bevat tevens 5 oefenexamens gericht op WFT Basis voor de periode april 2021 tot en
met maart 2022. Ieder oefenexamen bevat 42 vragen, net als in het echte examen. De examenvragen
zijn gebaseerd op de meest recente eind- en toets termen van het CDFD. Het CDFD bepaald de
inhoud van de WFT-examens. De eind- en toets termen vind je terug via deze link. Zo weet je zeker
dat je kennis maakt met de juiste vragen. Bij iedere vraag tref je een code. Bij oefenexamen 1, vraag
1 is de code bijvoorbeeld ‘V2b.3’. De ‘V’ Staat voor ‘vaardigheidsvraag’. De toevoeging ‘2b.3’ wil
zeggen dat je te maken hebt met eindterm 2b onderdeel 3. Meer informatie over de richtlijnen van
examenvragen vind je hier. Wanneer je moeite hebt met het beantwoorden van een bepaald type
vraag kun je via de eind- en toets termen achterhalen wat er precies van je verwacht wordt. Zo leer
je zo efficiënt mogelijk.

Het beantwoorden van de vragen
De meeste vragen zijn multiplechoice. Hierbij kies je 1 antwoord. Wanneer er meerdere antwoorden
juist zijn staat dit expliciet bij de vraag vermeld. Bij een rekenvraag geef je het antwoord in euro’s
afgerond op 2 cijfers achter de komma. Om te voorkomen dat je eindeloos aan het scrollen gaat,
staan in het document een aantal linkjes. Deze verwijzen naar externe bronnen maar ook naar
plaatsen in het document zelf. Zo kun je bijvoorbeeld makkelijk switchen tussen vragen, antwoorden
inhoud en fiscale cijfers.


Heel veel succes met de voorbereiding op jouw examen!
Dit document is met zorgvuldigheid samengesteld. Indien er fouten, onjuistheden of onvolledigheden aanwezig zijn is de
schrijver hiervoor niet aansprakelijk. Dit document is geen vervanging voor gecertificeerd cursusmateriaal. Ik adviseer je om
dit document te gebruiken als aanvulling op- of in combinatie met het officiële cursusmateriaal. Het verspreiden,
vermenigvuldigen en/of op een andere wijze openbaar maken van dit document is strafbaar. De door jouw gekochte
producten zijn alleen bestemd voor eigen gebruik.



1

, WFT-basis - Samenvatting & 5 oefenexamens

Inhoud

Inhoud
Introductie ............................................................................................................................................... 1
Inhoud ..................................................................................................................................................... 2
Oefenexamen 1 - vragen ......................................................................................................................... 9
Oefenexamen 1 - antwoorden .............................................................................................................. 16
Oefenexamen 2 – vragen ...................................................................................................................... 21
Oefenexamen 2 – antwoorden ............................................................................................................. 29
Oefenexamen 3 – vragen ...................................................................................................................... 33
Oefenexamen 3 – antwoorden ............................................................................................................. 40
Oefenexamen 4 – vragen ...................................................................................................................... 45
Oefenexamen 4 – antwoorden ............................................................................................................. 52
Oefenexamen 5- vragen ........................................................................................................................ 56
Oefenexamen 5 - antwoorden .............................................................................................................. 64
Bijlage fiscale cijfers .............................................................................................................................. 68
0. Samenvatting WFT-Basis ................................................................................................................... 69
1. Financiële huishouding .................................................................................................................. 69
1.1. Financiële huishouding en financiële planning ..................................................................... 69
1.1.1. Definities........................................................................................................................ 69
1.1.2. Levensfasen/ levensloopmodel ..................................................................................... 69
1.2. Leenstelsel ............................................................................................................................. 69
1.3. Samenlevingsvormen en toestemmingsvereiste .................................................................. 70
1.3.1. Ongehuwd samenwonen .............................................................................................. 70
1.3.2. (Beperkte) Gemeenschap Van Goederen (BGVG versus GVG) ..................................... 71
1.3.3. Geregistreerd partnerschap .......................................................................................... 71
1.3.4. Vergoedingsrechten ...................................................................................................... 71
1.3.5. Toestemminsvereiste artikel 1:88 Burgerlijk Wetboek ................................................. 71
1.4. Rechtsgeldige overeenkomst ................................................................................................ 72
1.4.1. Handelingsbekwaam versus Handelingsbevoegd ......................................................... 72
1.4.2. Nietig versus Vernietigbaar ........................................................................................... 72
1.4.3. Wilsovereenstemming................................................................................................... 72
1.5. Wet voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (WWFT) ............................ 73
1.5.1. Cliëntonderzoek ............................................................................................................ 73
1.5.2. Politically Exposed Person (PEP).................................................................................... 73
1.5.3. Melding ongebruikelijke transacties (MOT) .................................................................. 73

2

, WFT-basis - Samenvatting & 5 oefenexamens

1.5.4. Ultimate Beneficial Owner (UBO).................................................................................. 74
1.6. Afgeleide identificatie ........................................................................................................... 74
1.6.1. Controle identiteitsbewijs ............................................................................................. 74
1.6.2. Echtheidskenmerken ..................................................................................................... 75
1.6.3. Afgeleide identificatie ................................................................................................... 75
1.6.4. IDIN ................................................................................................................................ 76
2. Financiële positie ........................................................................................................................... 77
2.1. Erfrecht .................................................................................................................................. 77
2.1.1. Bepaling hoogte nalatenschap ...................................................................................... 77
2.1.2. Wettelijk erfrecht .......................................................................................................... 77
2.1.3. Samenwoners ................................................................................................................ 77
2.1.4. Testament...................................................................................................................... 77
2.1.5. Legitieme portie ............................................................................................................ 78
2.2. Successiewet ......................................................................................................................... 78
2.2.1. Erfbelasting .................................................................................................................... 78
2.2.2. Vrijstellingen successiewet voor samenwonenden ...................................................... 79
2.2.3. Schenkbelasting ............................................................................................................. 79
2.2.4. Schenkingsvrijstelling eigen woning .............................................................................. 79
2.2.5. Tarieven successiewet ................................................................................................... 80
2.3. Inkomstenbelasting ............................................................................................................... 80
2.3.1. Box 1: Inkomen uit werk en woning .............................................................................. 80
2.3.2. Box 2: Inkomen uit aanmerkelijk belang & dividendbelasting ...................................... 81
2.3.3. Box 3: Inkomen uit sparen en beleggen ........................................................................ 82
2.3.4. Heffingskortingen .......................................................................................................... 83
2.3.5. Renseigneren ................................................................................................................. 83
2.3.6. Verzwijgen vermogen buitenland ................................................................................. 83
2.3.7. Fiscaal partnerschap ...................................................................................................... 83
2.4. Vermogens- en balanspositie ................................................................................................ 84
2.4.1. Consumptief besteedbaar inkomen (CBI) ..................................................................... 84
2.4.2. Balans ............................................................................................................................ 84
3. Adviseren spaar en betaalfaciliteiten ............................................................................................ 85
3.1. Schuldhulpverlening .............................................................................................................. 85
3.1.1. Besluit breed moratorium ............................................................................................. 85
3.1.2. Blokkade leefgeldrekening ............................................................................................ 85
3.1.3. Beslagvrije voet ............................................................................................................. 85
3.2. Betaal- en leefgeldrekening .................................................................................................. 86

3

, WFT-basis - Samenvatting & 5 oefenexamens

3.2.1. Leefgeld- en beheerrekening ........................................................................................ 86
3.2.2. Procedure openen betaalrekening ................................................................................ 86
3.2.3. Tenaamstelling .............................................................................................................. 86
3.2.4. Wijzigen tenaamstelling bij overlijden .......................................................................... 86
3.2.5. Producten voor toonbankbetaling en girale betalingen ............................................... 86
3.2.6. Chartaal en giraal geld ................................................................................................... 87
3.2.7. Payment Services Directive II (PSDII)............................................................................. 87
3.2.8. Payment Account Directive (PAD) ................................................................................. 87
3.3. VIS, EVA en BKR ..................................................................................................................... 87
3.3.1. EVA en VIS ..................................................................................................................... 87
3.3.2. BKR................................................................................................................................. 87
3.4. Sparen.................................................................................................................................... 89
3.4.1. Spaargeld op de balans van de bank ............................................................................. 89
3.4.2. Spaarmotieven .............................................................................................................. 89
3.4.3. Spaarvormen en rentevergoeding................................................................................. 89
3.4.4. Depositogarantiestelsel ................................................................................................. 90
3.4.5. Beleggerscompensatiestelsel ........................................................................................ 90
3.5. Beleggen ................................................................................................................................ 90
3.5.1. Liquide middelen ........................................................................................................... 90
3.5.2. Obligaties ....................................................................................................................... 91
3.5.3. Vastgoed ........................................................................................................................ 91
3.5.4. Aandelen........................................................................................................................ 91
3.5.5. Derivaten ....................................................................................................................... 92
3.5.6. Assetallocatie................................................................................................................. 92
3.5.7. Beleggingsinstellingen ................................................................................................... 92
3.5.8. Categorieën beleggingsfondsen .................................................................................... 92
3.6. Sparen versus beleggen......................................................................................................... 92
4. Financieringsmogelijkheden .......................................................................................................... 94
4.1. Kredietaanvraag .................................................................................................................... 94
4.1.1. De kredietaanvraag ....................................................................................................... 94
4.1.2. De beoordeling .............................................................................................................. 94
4.2. Consumptief krediet .............................................................................................................. 94
4.2.1. Beoordeling consumptief krediet .................................................................................. 94
4.2.2. Kredietvormen............................................................................................................... 94
4.2.3. Kredietvergoeding ......................................................................................................... 95
4.2.4. Distributie ...................................................................................................................... 96

4

, WFT-basis - Samenvatting & 5 oefenexamens

4.2.5. Beheer & bijzonder beheer ........................................................................................... 96
4.2.6. Telecomkrediet .............................................................................................................. 96
4.2.7. Lease .............................................................................................................................. 97
4.2.8. Leven lang leren krediet ................................................................................................ 97
4.2.9. Crowdfunding ................................................................................................................ 97
4.2.10. Risico’s uitzetten gelden................................................................................................ 97
4.3. Hypothecair krediet ............................................................................................................... 98
4.3.1. Beoordeling van de hypotheekaanvraag....................................................................... 98
4.3.2. Waarde van de woning/ Loan to Value (LTV) ................................................................ 98
4.3.3. Inkomen/ Loan to Income (LTI) ..................................................................................... 98
4.3.4. Hypotheekvormen ......................................................................................................... 99
4.3.5. Aflosvormen .................................................................................................................. 99
4.3.6. Vervroegd aflossen en restschuld ............................................................................... 101
4.3.7. Rente ........................................................................................................................... 101
4.3.8. Hypotheekrecht ........................................................................................................... 101
4.3.9. Tijdelijke regeling hypothecaire kredieten (TRHK) ...................................................... 101
4.3.10. Nationale Hypotheek Garantie (NHG) ......................................................................... 101
4.3.11. De notaris .................................................................................................................... 101
4.3.12. Distributie van hypotheken ......................................................................................... 102
5. Risico’s en oplossingen ................................................................................................................ 103
5.1. Verzekeringsbegrippen........................................................................................................ 103
5.1.1. Risico’s en oplossingen ................................................................................................ 103
5.1.2. Schade- en sommen-, en persoonsverzekeringen ...................................................... 103
5.1.3. Onderverzekering en oververzekering ........................................................................ 104
5.1.4. Premie ......................................................................................................................... 104
5.1.5. Eigen risico ................................................................................................................... 105
5.1.6. Franchise ..................................................................................................................... 105
5.2. Wet- en regelgeving verzekeren ......................................................................................... 105
5.2.1. Verzekeringsovereenkomst ......................................................................................... 105
5.2.2. Afsluiten van een verzekering ..................................................................................... 105
5.2.3. Mededelingsplicht ....................................................................................................... 106
5.2.4. Eigen gebrek, opzet, roekeloosheid ............................................................................ 106
5.2.5. Einde van de verzekeringsovereenkomst .................................................................... 106
5.2.6. Verzekeraars ................................................................................................................ 107
5.3. Schadeverzekeringen .......................................................................................................... 107
5.3.1. Bezitsverzekeringen..................................................................................................... 107

5

, WFT-basis - Samenvatting & 5 oefenexamens

5.3.2. Verkeersverzekeringen ................................................................................................ 108
5.3.3. Vermogens beschermende verzekeringen .................................................................. 109
5.4. Sociale zekerheid ................................................................................................................. 109
5.4.1. Volksverzekeringen ..................................................................................................... 110
5.4.2. Werknemersverzekeringen ......................................................................................... 111
5.4.3. Particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (AOV) .......................................... 113
5.4.4. Wet invoering extra geboorteverlof.................................................................................. 113
5.5. Wet Werk en Zekerheid (WWZ) .......................................................................................... 113
5.6. Pensioen .............................................................................................................................. 114
5.6.1. Pensioengerechtigden ................................................................................................. 114
5.6.2. Soorten pensioen ........................................................................................................ 114
5.6.3. Pensioenopbouw systemen ........................................................................................ 115
5.6.4. Salaris/ diensttijd/ beschikbare premieregelingen ..................................................... 115
5.6.5. Rol en taken verzekeraars en pensioenfondsen ......................................................... 115
5.6.6. Aanvullende verzekeringen ......................................................................................... 116
5.7. Levensverzekeringen ........................................................................................................... 116
5.7.1. Kapitaalverzekeringen ................................................................................................. 116
5.7.2. Lijfrenteverzekeringen................................................................................................. 116
5.8. Risico- en klantprofiel .......................................................................................................... 117
5.8.1. Klantprofiel: functie en inhoud ................................................................................... 117
5.8.2. Risicoprofiel ................................................................................................................. 117
6. Ordening en toezicht financiële markt ........................................................................................ 119
6.1. Distributievormen ............................................................................................................... 119
6.1.1. Directe en indirecte distributie ................................................................................... 119
6.1.2. Tussenpersonen .......................................................................................................... 119
6.1.3. Bescherming van de klant ........................................................................................... 119
6.1.4. Financiële diensten ...................................................................................................... 119
6.1.5. Kwaliteitseisen financieel dienstverlener.................................................................... 119
6.1.6. Bonussen ..................................................................................................................... 120
6.2. Adviestraject........................................................................................................................ 120
6.2.1. Klantdossier ................................................................................................................. 121
6.2.2. Beleidsregels informatieverstrekking .......................................................................... 121
6.2.3. Internationale regels rondom privacy (AVG/ GDPR) ................................................... 121
6.2.4. Essentiele informatiedocument (EID) ......................................................................... 122
6.2.5. Dienstverleningsdocument (DVD) ............................................................................... 122
6.2.6. Productwijzer levensverzekeringen ............................................................................ 122

6

, WFT-basis - Samenvatting & 5 oefenexamens

6.2.7. IPID/ Digitale verzekeringskaart .................................................................................. 123
6.3. Factuur en provisie .............................................................................................................. 123
6.3.1. Wel of geen provisie .................................................................................................... 123
6.3.2. Opstellen factuur ......................................................................................................... 124
6.4. Toezicht en toezichthouders ............................................................................................... 124
6.4.1. Toezicht ....................................................................................................................... 124
6.4.2. Gedragstoezicht........................................................................................................... 124
6.4.3. Prudentieel toezicht .................................................................................................... 125
6.4.4. Sanctie- en beroepsmogelijkheden ............................................................................. 125
6.5. Klachtenbehandeling ........................................................................................................... 126
6.5.1. De klachtenprocedure ................................................................................................. 126
6.5.2. KIFID............................................................................................................................. 126
6.5.3. Geschillen zorgverzekering of pensioen ...................................................................... 126
6.5.4. Wet Afwikkeling massaschade in collectieve actie (WAMCA) .......................................... 126
6.6. Tuchtrecht banken .............................................................................................................. 127
6.7. Instanties ............................................................................................................................. 127
7. Professioneel gedrag en dilemma’s ............................................................................................ 128
7.1. Consumentenvertrouwen in financiële sector .................................................................... 128
7.2. Dilemma’s ............................................................................................................................ 128
7.3. Afhandelen en doorverwijzen ............................................................................................. 128
7.4. Handelen bij wettelijke overtreding .................................................................................... 129
7.5. Handelen in maatschappelijk onwenselijke situaties.......................................................... 129
7.6. Integer omgaan met klantgegevens .................................................................................... 130
8. Berekeningen............................................................................................................................... 132
8.1. Rente ................................................................................................................................... 132
8.1.1. Rendement .................................................................................................................. 132
8.2. Inkomstenbelasting ............................................................................................................. 132
8.2.1. Netto-inkomen box 1 .................................................................................................. 132
8.2.2. Te betalen belasting box 3 .......................................................................................... 133
8.3. Netto maandlast box 1 krediet/ hypotheek ........................................................................ 134
8.4. Successiewet ....................................................................................................................... 134
8.4.1. Erfbelasting .................................................................................................................. 134
8.4.2. Schenkbelasting ........................................................................................................... 135
8.5. Consumptief besteedbaar inkomen (CBI) ........................................................................... 135
8.6. Verzekeringen...................................................................................................................... 136
8.6.1. Inboedel/ opstalverzekering........................................................................................ 136

7

, WFT-basis - Samenvatting & 5 oefenexamens

8.7. BTW/ assurantiebelasting ................................................................................................... 136
9. Examentips .................................................................................................................................. 137
Bijlage fiscale cijfers ............................................................................................................................ 138




8

, WFT-basis - Samenvatting & 5 oefenexamens

Oefenexamen 1 - vragen
Ga naar antwoorden / terug naar inhoud

# Term Vraag
1 V 2b.3 Je hebt een offerte van een verzekeringspakket voor je. Het totaalbedrag van de offerte bedraagt €65,- per
maand. Hoe hoog is de maandpremie exclusief assurantiebelasting?

2 K 1a.4 Hoe kan een stel fiscaal partner (FP) worden? (3 antwoorden zijn juist)
A) Door te trouwen.
B) Door een verzoek in te indienen bij de belastingdienst om fiscaal partner te worden.
C) Door samen een woning te huren.
D) Door samen een woning te kopen.
E) Door samen een gezamenlijke bankrekening te openen.
F) Door te gaan samenwonen wanneer ze samen een minderjarig kind hebben.

3 K 1a.8 In welke box worden de inkomsten uit eigen woning belast?
A) box 1.
B) box 2.
C) box 3.

4 K 1d19 Aart B.V. heeft het pensioen ondergebracht bij een Algemeen Pensioen Fonds (APF) in collectiviteitskring 2. Het
pensioenfonds heeft in totaal 4 collectiviteitskringen. Bij collectiviteitskring 4 is er een hoog beleggingsresultaat
behaald waardoor de premie van collectiviteitskring 4 daalt. Welke invloed heeft dit op de premie die Aart B.V.
Betaalt?
A) De pensioenpremie voor Aart B.V. neemt toe.
B) De pensioenpremie voor Aart B.V. neemt af.
C) De pensioenpremie voor Aart B.V. blijft gelijk.

5 V 1c15 Om de waarde van een woning vast te stellen kan deze getaxeerd worden. Waarop is de taxatiewaarde van
invloed?
A) Het bepalen van de premie voor een woonhuisverzekering.
B) Het bepalen van het maximale hypotheekbedrag.
C) Het bepalen van de te betalen OZB-belasting.

6 K 1f27 Welke informatie is NIET terug te vinden in FISH?
A) Fraude bij in financiële instelling.
B) Identiteitsfraude.
C) Strafrechtelijk verleden.
D) Schadeclaims.

7 1b14 Kylie wil graag sparen tegen een hoge rente. Ze ziet dat een spaardeposito interessanter is dan een internet
spaarrekening. Waarom is dit?
A) Doordat Kylie haar geld via een deposito langer vastzet kan de bank het geld voor een langere tijd
langer uitlenen. Daar beloont de Bank Kylie voor.
B) De bank wil met een depositorekening concurrerend zijn ten opzichte van andere banken.
C) Doordat de rente van een depositorekening gelijk staat aan die van de obligatierente van de bank.

8 K1c3 Kylie ziet ook dat ze bij de bank geld kan lenen. Ze komt het begrip 'kredietvergoeding' tegen. Waar is de
kredietvergoeding van afhankelijk?
A) Reclamekosten en aflossing.

9

, WFT-basis - Samenvatting & 5 oefenexamens

B) Rentekosten en de kosten voor kantoren.
C) Rentekosten en aflossing.

9 K 1a1 Een klant geeft geld uit voor de aankoop van een auto. Hier is sprake van:
A) Sparen.
B) Ontsparen.
C) Lenen.

10 K 1b21 Zoë en Jayden hebben €180.000 op hun gezamenlijke spaarrekening staan en €50.000 op hun gezamenlijke
betaalrekening bij bank X. Bank X gaat failliet. Welk gedeelte van hun vermogen krijgen ze vergoedt vanuit het
depositogarantiestelsel?

11 K 1b1 Thomas heeft een leefgeldrekening bij de bank waar je werkt. Hij heeft zojuist zijn financieel jaaroverzicht
ontvangen met alle rekeningen en saldi. Thomas geeft aan dat hij naast de leefgeldrekening nog een andere
rekening ziet op zijn overzicht. Er staat een saldo op maar Thomas kan dit er niet vanaf halen. Om welke
rekening gaat dit?
A) Gezien er een saldo op staat zal dit een betaal of spaarrekening zijn.
B) Dit zal de 'beheerrekening’ zijn waar de vaste lasten van betaald worden.
C) Dit betreft een negatief saldo met de schuld(en) die Thomas nog open heeft staan.

12 K 1d13 Abel is in loondienst en wordt in 2019 voor 25% arbeidsongeschikt. Nadat de werkgever het loon heeft
doorbetaald eindigt het dienstverband. Op welke arbeidsongeschiktheidsuitkering heeft Abel recht?
A) Een WAO-uitkering.
B) Een IVA-uitkering.
C) Een WGA- loonvervolg uitkering.
D) Geen uitkering.

13 K 1a4 Wat kan een voordeel zijn van het aangaan van een fiscaal partnerschap?
A) Iedere partner wordt hierdoor afzonderlijk belast voor de inkomstenbelasting.
B) Partners hebben bij de belastingaangifte de mogelijkheid om bepaalde inkomensbestanddelen te schuiven.
C) Fiscaal partners komen in aanmerking voor lagere tarieven voor de inkomstenbelasting.

14 B 1g23 Wanneer een verzekeringnemer zijn premie niet betaalt kan een verzekeraar acties ondernemen. Welke
gebeurtenis komt als eerst aan de orde?
A) Registratie als wanbetaler.
B) Opschorten van de dekking.
C) In werking treden van de respijttermijn.

15 B 1b5 Op de rekening van Maria wordt maandelijks een bedrag afgeschreven dat niet door Maria geïnitieerd is.
Waarvan is hier sprake?
A) Automatisch incasso.
B) Periodieke overboeking.
C) OLA (Optisch leesbare acceptgiro).
D) Internetbetaling.

16 K 1a4 Johanna en Johannes wonen samen. Johannes wil een lening aangaan voor een mooie auto. Johanna wil niet
verantwoordelijk zijn voor de lening. Bij welke vorm van samenwonen is Johanna niet verantwoordelijk voor de
lening?
A) Gemeenschap van goederen voor 2018.
B) Ongehuwd samenwonen.

10

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller martijnbruijsten. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $21.47. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

49160 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$21.47  7x  sold
  • (0)
Add to cart
Added