Prenatale periode
• Fysiek:
- Germinaal stadium: (conceptie- 2 weken) → bevruchting tot aan innesteling.
- Embryonaal stadium: (2-8 weken) → hartje gaat kloppen, armen en benen verschijnen.
- Foetaal stadium: (8- geboorte (= 40 weken)) → 12 vingernagels en-afdrukken.
- Germinaal = ontkiemen.
- Gazonmetafoor, de placenta en de moeder als voedingsbodem.
• Cognitief:
- Intelligentie komt gedeeltelijk vast te staan, basis voor sommige psychische stoornissen wordt gelegd.
- Cognitieve functies mogelijk aangetast door middelengebruik en stress.
• Sociaal/ persoonlijkheid:
- Sommige karaktereigenschappen gedeeltelijk genetisch.
- Middelengebruik van moeder kan leiden tot problemen kind.
• Theorieën:
- Jean Piaget.
- Erik Erikson.
- Sigmund Freud.
- Lawrence Kohlberg.
Babytijd
- 1e jaar groeit de baby ongeveer 25 cm.
- Opbouw is groter dan de afbraak → groot zelf herstellend vermogen van het lichaam, een enorme
veerkracht.
- Motoriek op basis van houdingsreflexen.
- Normaal gezichtsvermogen met diepteperceptie en herkenning van patronen, gezichten, vormen en
kleuren.
- Objectpermanentie: balletje onder de kast, gaat op zoek, moede uit het zicht, moeder bestaat niet
meer.
• Fysiek:
- Snelle toename in lengte en gewicht, neuronen groeien en vormen onderlinge verbindingen, bij 6
maanden normaal gezichtsvermogen.
- Baby’s draaien richten zich op en uiteindelijk staan en lopen.
- Reiken naar objecten, grijpen en oppakken.
• Cognitief:
- Begrip objectpermanentie en experimenteren de fysieke wereld.
- Snelheid informatieverwerking neemt toe.
- Taal ontwikkelt zich van brabbelen, één-woordzinnen naar vollere zinnen.
• Sociaal/ persoonlijkheid:
- Verschillen qua temperament en activiteitsniveau.
3
, - Gezichtsuitdrukkingen lijken emoties weer te geven, gezichtsuitdrukkingen van anderen worden
begrepen.
- Peuters beginnen empathie te ontwikkelen.
- Ontwikkeling van een hechtingsstijl.
• Theorieën:
- Sensomotorisch stadium.
- Stadium vertrouwen vs wantrouwen en schaamte vs autonomie.
Peuter kleutertijd
- Lateralisatie: li of re hersenhelft krijgt zijn dominantie en specialisatie.
- Motoriek: het tekenen van een cirkel, ontwikkeling handgreep naar pincetgreep.
- Schrijfdans op school.
- Sluiten van vriendschappen op basis van vertrouwen en gemeenschappelijke interesses.
- Centratie= zich slechts op één ding kunnen richten.
• Fysiek:
- Lengte en gewicht blijven snel toenemen, lichaam minder rond gespierder.
- Hersenen worden groter, blijven verbindingen vormen, worden links- of rechtshandig, snelle
verbetering grove en fijne motoriek.
• Cognitief:
- Egocentrisch denken en ontwikkelen concentratie.
- De herinnering, de aandacht boog en vermogen tot symbolisch denken wordt beter, begin van intuïtief
denken.
- Taalvaardigheid neemt snel toe.
• Sociaal/ persoonlijkheid:
- Ontwikkelen van zelfbeeld, waarbij zij zich meestal overschatten.
- Ontstaan van gender- en raciale identiteit, leeftijdsgenoten worden gezien als individuen, sluiten van
vriendschappen.
- Moreel besef gebaseerd op regels en gericht op beloningen en straffen.
- Spel constructiever, coöperatiever en sova wordt belangrijker.
• Theorieën:
- Preoperationeel stadium.
- Stadium van initiatief vs schuldgevoel.
Schooltijd
- Motoriek; fietsen zwemmen, maar ook schrijven typen knopen vastmaken, Verdere ontwikkeling van
pincetgreep.
- Decentratie = zaken vanuit verschillende invalshoeken bekijken.
• Fysiek:
- Groei trager maar gestaag, spieren ontwikkelen zich en baby vet verdwijnt.
- Grove en fijne motoriek blijven zich verbeteren.
• Cognitief:
- Logisch oplossing voor problemen.
- Kunnen decentreren.
- Codering, opslag en retrieval van herinneringen verbetert, ontwikkelen van geheugen strategieën.
• Sociaal/ persoonlijkheid:
- Zelfbeeld wordt gedifferentieerd.
- Gebruik van sociale vergelijking om status en identiteit te bepalen.
- Eigenwaarde meer gedifferentieerd: wat kan wel en wat kan niet?
- Verschil tussen vriendschapspatronen (jongens groepen, meisjes groepen).
• Theorieën:
- Concreet operationeel stadium.
- Stadium van vlijt vs minderwaardigheid.
Adolescentie
- Sluiten van epifysairschijven.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Student1029. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.63. You're not tied to anything after your purchase.