tijd is van waarde voor producenten/consumenten
- bepaalde tijdsduur = bepaalde productie
- bepaalde tijdsduur = bepaalde hoeveelheid consumentensurplus
algemene prijs van tijd → rente (maakt ruilen over de tijd mogelijk: sparen/lenen)
vermogensmarkt → geheel van vraag en aanbod (financieel kapitaal → abstracte markt)
rente wordt beïnvloed door de reporente (refirente) → rentepercentage waartegen
banken geld kunnen lenen bij de centrale bank
- reporente → minimale rente waartegen banken geld uitlenen aan
bedrijven en consumenten (anders zouden ze verlies maken)
intertemporele substitutie (uitstellen van consumptie)
sparen → uitstellen van consumptie
- voordeel → ontvangt rente van de bank
- nadeel → mislopen van consumentensurplus: individuele prijs van tijd)
individuele prijs van tijd = ongemak van consumptie uitstel (verschilt per
persoon en product)
- combinatie algemene prijs van tijd en individuele prijs van tijd bepaalt
wat de consument doet: is de individuele prijs van tijd lager dan de
opbrengsten van sparen (rente) → consument kiest sparen
lenen → vervroegen van consumptie
- voordeel → direct consumentensurplus
- nadeel → bij de bank rente betalen
- is de individuele prijs van tijd hoger dan de kosten van lenen (rente) →
consument kiest lenen
inflatie → stijging van het algemene prijspeil door de tijd
- zorgt voor daling van de koopkracht/daling interne waarde
- ontstaat door grotere maatschappelijke geldhoeveelheid
→ door de centrale banken, de ECB
→ ECB verlaagt de rente → banken lenen meer/sparen minder → banken
verlagen de rente voor de consument → consumenten/producenten
gaan meer lenen → maatschappelijke geldhoeveelheid stijgt → vraag
producten/diensten stijgt → aanbod is gelijk → prijzen stijgen
- renteverandering ECB → monetair beleid (het geheel van maatregelen die een
centrale bank kan nemen om de waarde van de eigen valuta stabiel te houden.. Er zijn twee soorten
waarde ten aanzien van een valuta: de binnenwaarde ofwel de koopkracht en de externe waarde
ofwel de wisselkoers)
- verlaging van de rente stimuleert de economie
indexcijfer (in het basisjaar 100) → verhoudingsgetal van een waarde in twee
verschillende periodes
- formule: prijs product in vergelijking jaar/prijs product basisjaar x 100%
vb. P basisjaar = 2000, P 2018 = 2600 PIC = 2600/2000 x 100 = 130 → procentuele verandering = 30%
berekenen inflatie (5 stappen)
1. bepaling goederen mandje (producten en diensten gem. per
gezin)
2. bepaling wegingsfactoren (uitgaven in een percentage)
3. omzetten van prijzen in indexcijfers
4. berekenen CPI (w1 x p1 + w2 x p2 + …) (delen door totaal aan
wegingsfactoren)
5. berekenen verandering CPI
voorbeeld:
Dat wil zeggen dat een pakket goederen van een gemiddeld gezin in Nederland het afgelopen jaar (ten
opzichte van het basisjaar) 1,98% duurder is geworden.
deflatie → daling van het algemeen prijspeil door de tijd
- gevaar voor economische recessie
Rendement → investeringsopbrengst in procenten van het geïnvesteerde bedrag
- vb. 600 euro sparen, eind van het jaar 660 op de rekening. rendement → 60/600 x 100% = 10%
nominaal rendement → percentage dat je van de bank krijgt na een bepaalde
periode (vb. 3% rente na 1 jaar)
reëel rendement → percentage geeft aan met hoeveel % de koopkracht van het
spaargeld is gestegen
- formule: RIC = NIC : PIC x 100% (PIC = CPI)
vb. rente 2,5%, inflatie 1,75% → 102,5 : 101,75 x 100% = 100,77 = 0,77%
formule eindwaarde: EW = CW x (1+interest)^t
- interest = hvl rente, t = looptijd (vb. 5000 euro storten tegen 3% rente over
een periode van 5 jaar: EW = 5000 x (1,03)^5 = 5796,37
formule contante waarde: CW = EW / (1+interest)^t
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DominiqueT. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.