Samenvatting Economie Module Conjunctuur en economisch beleid
13 views 0 purchase
Course
Economie
Level
VWO / Gymnasium
Volledige samenvatting voorzien van uitleg, berekeningen en theorie. Bovendien voorzien van enkele oefenopgaves met antwoorden om de moeilijke stof in context te plaatsen.
nieuwe stof
De conjunctuurlijn:
Als de rode lijn (de conjunctuurlijn)
- boven de x-as is → groei
- onder de x-as is → krimp
Economische recessie → economie krimpt
2 kwartalen achter elkaar
Economische depressie → economie
krimpt 2 kwartalen of meer achter elkaar
Toelichting bij het plaatje:
→ rode lijn: trendlijn → de gemiddelde
economische groei op lange termijn
→ groene lijn: conjunctuurlijn → de economie
(het op en neer gaan van de economie)
- alles boven de trendlijn is de
hoogconjunctuur (vb. EG: 4% is
hoogconjunctuur, want het is boven de 2%)
- alles onder de trendlijn is
laagconjunctuur (vb. EG: 1,5% is laagconjunctuur,
want onder de 2%)
Kenmerken van de hoog- en laagconjunctuur:
Hoogconjunctuur Laagconjunctuur
hoge economische groei lage economische groei
stijging van de inflatie weinig/geen inflatie
krappe arbeidsmarkt ruime arbeidsmarkt
hoog consumenten- en laag consumenten- en
producentenvertrouwen producentenvertrouwen
veel kredietverlening en stijgende rente weinig kredietverlening en dalende rente
,Rood → conjunctuurlijn (beschrijving op de korte
termijn)
Groen → trendmatige groei (gem. groei over
afgelopen 10 jaar) → langetermijngroeipad
conjunctuur is moeilijk te voorspellen.
Aan het eind van de maand publiceert het CBS de conjunctuurklok: de conjunctuur
wordt bepaald aan de hand van verschillende economische indicatoren
- (bbp, consumptie, gewerkte uren, omzet uitzendbranche, werkeloosheid, investeringen, uitvoer,
productenvertrouwen, prijzen
koopwoningen,
consumentenvertrouwen,
faillissementen, productie, vacatures)
- Als een groot deel van de economische indicatoren in het groene kwadrant zit
spreken economen vaak van hoogconjunctuur
- zit een groot deel in het rode kwadrant: laagconjunctuur
- zit een groot deel in het oranje kwadrant: indicatoren zijn lager dan de
hoogconjunctuur maar wel hoger dan de trendlijn
- zit een groot deel in het gele kwadrant: indicatoren zijn lager dan de trend
maar wel weer aan het stijgen, dus hoger dan in de laagconjunctuur → herstel
Conjunctuurindicatoren (economische eindicatoren)
- het CBS gebruikt deze indicatoren omdat deze macro-economische variabelen eerder bekend zijn
dan het BBP
Procyclische conjunctuurbeweging
- conjunctuurindicatoren laten dezelfde verandering zien als de conjunctuurlijn → bewegen met de
economie mee (vb. consumptie)
Anticyclische conjunctuurbeweging
- conjunctuurindicatoren laten een tegengesteld patroon zien t.o.v. de conjunctuurlijn → bewegen
tegen de economie in (vb. werkeloosheid, faillissementen)
P1.2 De stand van de economie
Werkloosheid
- onvrijwillig werkloos → je wordt ontslagen
- vrijwillig werkloos → je neemt ontslag
- in tijden van laagconjunctuur loopt de werkloosheid op
gevolgen:
- overheid moet meer uitkeren vertrekken (uitgaven van de overheid nemen toe)
- minder (loon)belasting komt binnen (inkomsten dalen)
, Uitkering
- waardevast → koopkracht blijft gelijk, uitkering stijgt evenveel als de inflatie
- welvaartsvast → koopkracht stijgt even hard als die van de (cao)-lonen
- inkomensoverdrachten → uitkering waar geen tegenprestatie tegenover staat
(vb. bijstand, AOW, kinderbijslag)
Conjunctuurbeweging beïnvloedt de internationale handel
- laagconjunctuur → vraag daalt → export daalt
- hoogconjunctuur → vraag neemt toe → export stijgt ook
Module conjunctuur en economisch beleid
H2 De verklaring van de conjunctuurbeweging
Collectieve vraag/aanbod → vraag/aanbod op een bepaalde markt
Geaggregeerd → vraag/aanbod van alle markten samen
P2.2 Geaggregeerd aanbod: korte termijn en lange termijn
Prijsrigiditeit/prijsstarheid → prijzen worden niet direct aangepast aan de
veranderingen van vraag en aanbod, omdat:
- Sociale norm → kostenstijging; prijs omhoog wordt geaccepteerd maar bij vraagtoename wordt
prijsverhoging niet geaccepteerd → prijsverhoging blijft uit
- Contracten met leveranciers, personeel → kostendaling blijft lang uit door vaste
(cao)-lonen of prijsafspraken, etc. → prijs zal gelijk blijven
- Prijs bij MO=MK lastig vast te stellen → ondernemers gebruiken vuistregels waarbij het
doel een maximale winst is, op korte termijn is lastig te voorspellen wat een prijsverandering zal
doen met deze winst → prijzen worden 1x in de zoveel tijd aangepast
- Geldillusie → kijken naar de nominale prijsverandering, niet naar de reële prijsverandering
Prijsstarheid → prijs reageert niet direct p een aanbod verandering, dus gevolgen door
de korte termijn
- GeaggregeerdAanbodKorteTermijn → verloopt
horizontaal
- GeaggregeerdeVraagKorteTermijn → kan wel
veranderen (vb. door vakantiegeld of 13e maand salaris)
Loonstarheid → verschijnsel dat lonen niet direct
aangepast worden aan veranderingen in vraag en
aanbod van arbeid
- Oorzaken → contracten/CAO’s, wettelijk
minimumloon
- Gevolg → op korte termijn kan dit leiden tot
werkloosheid
Op de lange termijn wordt aanbod bepaald door:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DominiqueT. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.