Geschiedenis H2 De late industrialisatie van Nederland
De late industrie van Nederland
De late industrie
• In 1813 wordt Nederland een eigen
koninkrijk.
• België wordt hier al snel aan toegevoegd
en later ook Luxemburg om in 1815 het
Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
te vormen.
• De zuidelijke Nederlanden (België) had veel fabrieken en was al lang bezig met de industriële
revolutie.
• In de noordelijke Nederlanden was dit niet echt nodig, ze leefden van handel.
• Dit ging een tijdje goed maar in 1830 kwam België in opstand en werd onafhankelijk.
• In korte tijd moest ook Nederland gaan industrialiseren om te kunnen concurreren met Engeland en
vooral België.
• In Twente konden boer(inn)en extra geld verdienen
door garen te spinnen en stoffen te weven.
• De fabrieken waren echter nog te duur om te
plaatsen.
Infrastructuur en vervoer
• Om de industrie goed te helpen is een goede infrastructuur nodig.
• Koning Willem I investeerde dus flink in spoorwegen en waterwegen om fabrieken succesvol te
maken.
• In 1839 reed de eerste trein in Nederland tussen Haarlem en Amsterdam.
• In het begin waren Nederlanders toch lastig te overtuigen om te investeren in de industrie.
• Maar vanaf 1860 kwamen toch steeds meer fabrieken, veranderde de machines en kwamen rond
1900 ook auto’s.
Ander arbeid
• Eerst was er veel nijverheid, maar langzaam gingen steeds meer mensen in fabrieken werken.
• Dit bracht een grote verandering in de arbeidsomstandigheden.
• Ten eerste was het werk veel ongezonder.
• Ten tweede was het werk veel onveiliger.
• Arbeiders hadden ook geen rechten of zekerheid. Raakte je gewond? Dan had je pech.
• Er moest geld worden verdient dus de lonen bleven erg laag, alleen de eigenaren verdiende goed.
, • Om deze reden waren woonomstandigheden onder arbeiders slecht.
• De steden groeiden te snel, ziektes waren overal.
De positie van arbeiders en vrouwen worden sterker
Samen sta je sterk
• Om te voorkomen dat arbeiders in een gat vielen bij bijvoorbeeld ziekte kwamen er verzekeringen
voor/door arbeiders.
• Uit deze samenwerkingen kwamen later ook vakbonden.
• Niet iedereen was het met elkaar eens, dus er ontstonden verschillende vakbonden:
• Socialisten: Ieder mens is gelijk, de overheid moet hen helpen.
• Confessionelen: Gebaseerd op het geloof maar met dezelfde doelen als de socialisten.
Nieuwe wetten
• Alleen rijke mannen mochten in deze tijd stemmen, en ook waren zij de enige in de regering.
• Veel van hen hoorde bij een andere groep, de liberalen, vrijheid boven alles.
• Het ging eerst moeizaam maar eind 19de eeuw kwamen er drie wetten ter bescherming van arbeiders,
vrouwen en kinderen:
• Kinderwetje van Van Houten: 1874, onder de 12 jaar mocht je niet meer werken in de
fabrieken.
• Arbeidswet: 1889, geen lange werkdagen meer, vrouwen en kinderen mogen niet meer ‘s
nachts werken of gevaarlijk werk doen.
• Leerplichtwet: 1901, kinderen tussen de zes en twaalf moeten naar school.
Algemeen kiesrecht
• Steeds vaker werd gezegd dat er algemeen kiesrecht moest komen. Zo zou de regering beter het land
vertegenwoordigen.
• In 1917 was het zo ver, alle mannen boven de 25 mochten stemmen.
• Een andere beweging was die van de feministen.
• Deze vrouwen streden tegen de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Vanaf 1919 mochten ook de
vrouwen boven de 25 stemmen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller simchastreutgers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.04. You're not tied to anything after your purchase.