Inspannings- en sportfysiologie
Hoofdstuk 1 Bouw en functie van skeletspieren 2
Blz. 49-71 2
Hoofdstuk 2 Brandstof voor de spieren: bio-energie en metabolisme 8
Blz. 75-94 8
Hoofdstuk 3 Neurale sturing van beweging 13
Blz. 97-117 13
Hoofdstuk 5 Energiegebruik en vermoeidheid 21
Blz. 152-158 21
Hoofdstuk 6 Werking en regulatie van het cardiovasculaire systeem 23
Blz. 177-199 23
Hoofdstuk 8 Cardiorespiratoire reacties op acute inspanning 29
Blz. 221-237 29
Hoofdstuk 9 Trainingsprincipes 33
Blz. 246-263 33
Hoofdstuk 11 E ecten van aerobe en anaerobe training 37
Blz. 287-317 37
Hoofdstuk 14 Sporttraining 43
Blz. 370-380 43
Hoofdstuk 15 Lichaamssamenstelling en voeding voor sport 46
Blz. 393-395 en 397-401 46
Hoofdstuk 17 Kinderen en tieners tijdens sport en inspanning 48
Blz. 465-478 48
1
ff
,Hoofdstuk 1 Bouw en functie van skeletspieren
Blz. 49-71
Vele functies van spieren worden uitgevoerd door de 3 typen spieren:
- Glad spierweefsel —> ook wel ‘onbewuste spier’, want deze kunnen we niet bewust
controleren. Zit in meeste wanden van bloedvaten, samentrekken of ontspannen van gladde
spier zorgt voor samenknijpen of verwijder van bloedvat, waarmee bloedstroom wordt
gereguleerd. Zit ook in wanden van meeste interne organen —> ontspannen of samentrekken,
om bv. voedingssto en te verplaatsen door spijsverteringsstelsel.
- Hartspierweefsel —> alleen in het hart. Kan niet door ons bewust worden gecontroleerd.
Hartspier stuurt grotendeels zichzelf, slechts enige jne bijsturing door zenuwstelsel en
endocriene systeem.
- Skeletspierweefsel —> deze kunnen wij onbewust aan- of ontspannen. Meeste zitten aan
skelet vast en bewegen dit ook. Samen met botten van skelet vormen ze het
bewegingsapparaat.
Gladde spier Hartspier Skeletspier
Menselijk lichaam bevat meer dan 600 spieren.
1.1 De bouw van de skeletspieren
Alle skeletspieren werken als op
zichzelf staande eenheden.
- Epimysium —> buitenste
bindweefsel. Omgeeft hele spier en
houdt alles bij elkaar.
- Fasciculus —> ligt onder het
epimysium. Bundel met vezels.
- Perimysium —>
bindweefselschedes rondom elke
fasciulus.
- Endomysium —> Omhult elke
spiervezel door middel van
bindweefsel.
- Spiervezels —> liggen binnen in de
fasciculus. Individuele spiercellen
met meerdere celkernen.
Langste menselijke spiervezel is
ongeveer 12cm.
1.1.1 De spiervezel
Diameter verschilt van 10 tot 120 micrometer μm.
1.1.1.1 Het plasmalemma
2
ff fi
, Plasmalemma, ook wel
plasmamembraan is onderdeel van een
groter geheel: het sacrolemma. Het
sacrolemma bestaat uit het plasmalemma
en basaalmembraam. Het plasmalemma
gaat aan het eind van spier over in de
pees, die aanhecht op het bot.
Pezen —> Gemaakt van vezelige
bindweefselkoorden en geven de krachten
die door spiervezels zijn opgewekt door
aan het bot, waardoor beweging ontstaat.
Elke individuele spiervezel is uiteindelijk
dus verbonden met het bot via de pees.
Eigenschappen plasmalemma:
- In rust en bij samentrekking van vezels
is er een serie lichte inkepingen te zien
aan oppervlak van de vezel. Deze
plooien verdwijnen als de vezel
wordt uitgetrokken. Door die plooien
kan de spiervezel verlengd worden
zonder beschadiging van het
plasmalemma.
- Het plasmalemma heeft ook plooien
in het gebied van de motorische
eindplaat, waardoor transmissie van
de actiepotentiaal van de
motorische zenuw naar de
spiervezel wordt vergemakkelijkt.
- Het plasmalemma helpt bij het
handhaven van het zuur-
bakenevenwicht en het
transporteren van brandsto en van
het capillaire bloed naar de
spiervezel.
Satelietcellen —> bevinden zich
tussen het plasmalemma en de
basaalmembraam —> deze cellen zijn
betrokken bij groei en ontwikkeling van
skeletspieren en bij aanpassingsproces in spieren bij beschadiging, immobilisatie en training.
1.1.1.2 Het sarcoplasma
Hier bevinden zich myo brillen, de contractuele elementen van de spier.
Sacroplasma —> gelatineachtige substantie wat de ruimtes vult tussen de myo brillen. Het is het
cytoplasma —> het vloeibare deel van de spiervezel.
Het sarcoplasma bevat voornamelijk opgeloste eiwitten, mineralen, glycogeen en de benodigde
organellen. Ook bevat het de zuurstofbindende stof myoglobine.
1.1.1.2.1 De transversale tibuli
Transversale tibuli (T-tibuli) —> uitbereidingen van het plasmalemma en lopen dwars door de
spiervezel, myo brillen zijn onderling verbonden. Hierdoor worden zenuwsignalen die worden
ontvangen door plasmalemma snel verzonden naar de individuele myo brillen. Tibuli leveren ook
paden van buiten de vezel naar de binnenkant. Sto en kunnen de cel binnenkomen en
afvalproducten kunnen de cel verlaten.
1.1.1.2.2 Het sarcoplasmatisch reticulum
Een longitudinaal netwerk van buisjes, het sarcoplasmatisch reticulum (SR). Het bevindt zich in
het sarcoplasma en het is ook een deel van de spiervezel. De buisjes lopen evenwijdig aan de
myo brillen en omringen deze. Het SR is opslagplaats voor calcium, wat essentieel is voor
spiercontractie.
1.1.2 De myo brillen
3
fi fi fi fi ff ff fi fi
, Myo brillen zijn opgebouwd uit contractuele eenheden van de skeletspier, de sarcomen. Onder
de microscoop zien ze er uit als lange strengen van sarcomeren.
1.1.2.1 Sarcomeren
Vanwege dwarslopende strepen wordt de skeletspier ook ‘dwarsgestreept spierweefsel’
genoemd, net als in de hartspier.
Een sarcomeer is de functionele basiseenheid van een myo bril. En de basiseenheid voor het
samentrekken van de spier.
Een sarcomeer is het stuk tussen twee Z-lijnen, een donkere streep. Tussen twee Z-lijnen liggen:
- Een I-band (lichte zone)
- Een A-band (donkere zone)
- Een H-zone (in het midden van de A-band)
- De rest van de A-band
- Een tweede I-band
Door met een hele goede microscoop in te zoomen op de myo bril, zie je twee soorten ‘eiwitten’:
kleine eiwit lamenten. Deze zijn verantwoordelijk voor het aanspannen van een spier. De dunnere
lamenten bestaan vooral uit actine en de dikkere lamenten uit myosine. In de lichte I-band van
de sarcomeer liggen alleen de dunne actine lamenten. In de donkere A-band liggen zowel actine-
als myosine lamenten. In de H-zone, centrale gedeelte van A-band, liggen alleen de dikke
myosine lamenten. Omdat de H-zone geen dunne actine lamenten bevat is deze zone lichter dan
de omliggende A-band.
In het midden van de H-zone ligt de M-lijn, deze bestaat uit eiwitten die dienen als
aanhechtingsplaats voor dikke lamenten en helpen bij het stabiliseren van de structuur van de
sarcomeer.
1.1.2.2 Dikke lamenten
Elk myosine lament is samengesteld uit twee om elkaar gedraaide eiwitstrengen. Eén kant van
elke streng is in een bolvormige kop gevouwen, de myosine kop. Elk dik lament bevat meerdere
myosinekoppen die uitsteken en dwarsverbindingen kan maken. Tijdens spieractie werken ze
samen met gespecialiseerde plekken op de dunne lamenten, titine, een jn lament stabiliseert
het myosine lament over de longitudinale as. Deze titine lamenten strekken zich uit van de Z-lijn
tot de M-lijn.
1.1.2.3 Dunne lamenten
Elk dun lament, actine lament, bestaat uit drie verschillende eiwitmoleculen: actine,
tropomyosine en troponine. Elk dun lament heeft een uiteinde aangehecht in een Z-lijn en het
andere einde in het centrum (M-lijn) van de sarcomeer. Nebuline is een verankeringseiwit voor
actine, is verbonden met actine en lijkt een regulerende rol te spelen bij wisselwerking tussen
actine en myosine. Elk dun lament bevat plekken waar myosine koppen kunnen binden.
Actinemoleculen vormen samen strengen. Twee strengen draaien in een helixpatroon.
Tropomyosine is buisvormigeiwit en is om actinestrengen gewikkeld en past in groef tussen
strengen. Troponine zit op vaste afstanden vast aan zowel actinestrengen als aan de
tropomyosine. Tropomyosine en troponine werken, samen met calciumionen. Op een
ingewikkelde manier werken ze samen om een myo bril te ontspannen of om voor contractie van
de myo bril te zorgen.
1.2 Spiervezelcontractie
Begin van contractie van skeletspier vindt plaats in reactie op een signaal van het zenuwstelsel.
A-motorisch neuron = zenuwcel verbonden met veel spiervezels
Motorische eenheid (motor-unit) = één a-motorische zenuw en álle spiervezels die deze direct
bestuurt.
Motorische eindplaat = synaps, de spleet tussen een motorische zenuw en een spiervezel. Hier
vindt communicatie plaats tussen nerveuze systeem en spiersysteem.
1.2.1 Excitatie-contractiekoppeling
Excitatie-contractiekoppeling = de complexe opeenvolging van gebeurtenissen die een
spiervezel aanzetten tot contractie.
1. Dit proces (excitatie van een motorische zenuw wat resulteert in contractie van spiervezels)
wordt door zenuwimpuls, ook wel actiepotentiaal, vanuit hersenen of ruggenmerg in gang
gezet.
4
fi
fi fififi fififi fifi fi fi fi fi fi fifi fifi fi fi fifi fi
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller iev. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.