100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hoorcolleges Nieren en Urinewegen $5.34
Add to cart

Class notes

Samenvatting Hoorcolleges Nieren en Urinewegen

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van alle hoorcolleges van Nieren en Urinewegen uit het tweede jaar van collegejaar 2020/2021. Bevat de hoorcolleges 1 t/m 13.

Preview 4 out of 62  pages

  • April 8, 2021
  • 62
  • 2020/2021
  • Class notes
  • M. van emst
  • All classes
avatar-seller
Hoorcolleges Nieren en Urinewegen Anne Ruth van Drunen



Hoorcolleges Nieren en Urinewegen

Hoorcollege 1A — Inleiding................................................................................................................. 2
Hoorcollege 2B — De nieren deel 1 .................................................................................................... 2
Hoorcollege 3B — De nieren deel 2 .................................................................................................... 8
Hoorcollege 4C — Water balans en osmolariteit .............................................................................. 11
Hoorcollege 5C — Polyurie en polydipsie ......................................................................................... 16
Hoorcollege 6D — Reactiepatronen nieren en urinewegen ............................................................. 21
Hoorcollege 7D — Volumeregulatie ................................................................................................. 29
Hoorcollege 8E — Problemen van de afvoerende urinewegen deel 1 ............................................. 36
Hoorcollege 9E — Problemen van de afvoerende urinewegen deel 2 ............................................. 39
Hoorcollege 10F — Zuur-base homeostase ...................................................................................... 43
Kennisclip hoorcollege 10F ............................................................................................................... 47
Hoorcollege 11G — Kalium homeostase........................................................................................... 50
Hoorcollege 12H — Nierfalen en nierziekten ................................................................................... 54
Hoorcollege 13H — Probleem gerichte aanpak nierfalen................................................................. 59




1

,Hoorcolleges Nieren en Urinewegen Anne Ruth van Drunen


Hoorcollege 1A — Inleiding
Je moet een vertaalslag kunnen maken naar aanleiding van het verhaal van de eigenaar. Als eigenaar
zegt dat er urine in huis ligt;
• Is het wel urine?
• Is het er per ongeluk uit gekomen (incontinentie)
• Is het bewust gedaan (gedragsmatig, pathologisch)

Ook laboratorium interpreteren m.b.v. context. Referentiekader kan verschillen (geslacht, etc.)


Prerenaal
Extrarenaal
Acuut nierfalen Postrenaal
Verminderde
Renaal
nierfunctie
Chronische
nierziekte

Hoorcollege 2B — De nieren deel 1
Nieren zijn heel goed doorbloed.
Nierkelkjes: vangen de urine op vanuit de verzamelbuisjes, zorgen ervoor dat urine in nierbekken
komt en dan via de ureter naar de blaas gaat.

Functies
Nier heeft meerdere functies, belangrijkste is om bloed schoon te houden;
• Uitscheiden afvalstoffen (metabole zuren, ureum, kreatinine)
o Bij nierfalen gaan deze stofjes dus ophopen
• Reabsorptie nutriënten, water en elektrolyten
o Want bij die actieve filtratie de hele dag filter je er ook belangrijke dingen uit die je niet
kwijt wil
o ‘Bulk resorption’ in proximale tubuli (66%)

Anatomie nier
Ziet er nogal verschillend uit bij de verschillende diersoorten, maar de opbouw van binnen is het
principe gelijkwaardig. Alle nieren zijn ooit gelobd geweest, bij sommigen zijn ze nu aan de
buitenkant glad geworden maar kan je aan de binnenkant nog wel zien dat ze ooit gelobd zijn
geweest; vooral het merg is onderverdeeld in verschillende lobjes. Cortex dan niet meer.

Extra info: katten nier heeft venen in het kapsel lopen, zie je duidelijk lopen

Nierbuisjes/nefri
• Oppervlakkig nefron: superficial nefron
• Diepgaander nefron: juxtamedullair nefron (zijn ook wat langer)

1. Glomerulus en kapsel van bowman Cortex
2. Proximale tubulus Cortex en beetje merg
3. Lus van Henle Merg
4. Distale tubulus Cortex



2

,Hoorcolleges Nieren en Urinewegen Anne Ruth van Drunen




Meerdere nierbuisjes sluiten aan op 1 verzamelbuis die dan vanuit de schors helemaal door het merg
heen loopt naar een nierkelkje om daar urine te lozen.

Bloedvaten
Bloed komt vanuit arteria renalis. Vertakt zich dan tot de
arteria interlobaris is die tussen de lobjes in het merg
loopt. Deze maakt een bocht een heet dan de arteria
arcuatis. Arteria arcuatis loopt precies op de grens van
schors naar merg. Vertakt zich verder tot de arteria
interlobularis (=IN en lobje). Uiteindelijk worden de
bloedvaatjes zo klein (=capillairtjes) en worden het de
glomeruli.

Vanuit de glomeruli wordt dan nog een capillairtje
gevormd dat rond de proximale en distale tubulus ligt.
Dit heet het peritubulaire capillairtje (in schors). Is
betrokken bij resorptie.

Andere optie is, dat als het bloed uit glomerulus komt,
dat het de diepte induikt en de lange lussen van Henle
volgt. Dit capillairtje heet de vasa recta.

Zijn dus altijd twee capillairtjes in serie. Altijd eerst de
glomerulus en dan het peritubulaire capillairtje of de
vasa recta.




3

, Hoorcolleges Nieren en Urinewegen Anne Ruth van Drunen


Uitscheiden van afvalstoffen
Hoeveelheid van een stofje dat in de urine komt hangt af van 3 processen;
• Wordt het gefiltreerd?
• Wordt het teruggehaald?
• Wordt het eventueel nog extra er aan toe gevoegd (secretie)

Filtratie – reabsorptie + secretie = wat er in urine komt

Filtratie
Hoeveel bloed moet er door de nieren stromen als een hond 1L urine wil produceren?
• 99,5% van het glomerulaire filtraat wordt geresorbeerd à 1L is dan 0,5% van totale filtraat, je
bent dan dus met 200L filtraat begonnen
o De reden dat er zoveel gefiltreerd wordt is omdat je dan zeker weet dat je de
afvalstoffen kwijt bent
o Betekent echter ook dat je veel moet resorberen
• Van de hoeveelheid bloed die door de nieren stroomt, wordt er slechts 20% door de glomeruli
geperst à 200L is dus 20%, er moet dus per dag 1000L bloedplasma door de nieren stromen
• Bloedplasma is 50% van het bloedplasma à je hebt dus 2000L bloed nodig per dag

Filtratie gebeurt allemaal in een glomerulus. Bloedvat dat naar glomerulus toestroomt is een
afferente arteriole. Als het bloed glomerulus verlaat komt het in efferente arteriole.
• Stroomt veel bloed doorheen à RPF (=renal plasma flow) is hoog
• Ook hoge filtratie à GFR (=glomerular filtration rate) is ook hoog

Renal plasma flow
Formule voor de renale klaring;
• VUrine: hoeveelheid urine (dat je opvangt)
• [Z]Urine: concentratie van een stof in de urine
• Cz: volume bloedplasma dat volledig gezuiverd
wordt van het stofje
• [Z]Plasma: concentratie van de stof in het bloed

Allemaal in mmol/min.
Enige onbekende is de klaring. Als je de bovenste formule een beetje omschrijft krijg je de onderste.
Klaring: hoeveel ml bloed wordt er per minuut van een bepaalde stof volledig gezuiverd.

Hoe kan je de klaring dan meten?
PAH: stofje dat je kan inspuiten . Stel; elke 100mL bloedplasma bevat 4 PAH-moleculen en je spuit
200 mL PAH in, dan gaat er 100 mL de glomerulus in en de andere 100mL blijft in het bloed. Heeft
dus een filtratiefractie van 50% (zo hoog is het in het echt niet hoor!)
• Filtraat: de 4 moleculen worden in het buizensysteem niet geresorbeerd, maar de 100mL water
wordt wel volledig geresorbeerd, anders zou je leeglopen. Je hebt dan dus 100 mL bloedplasma
gezuiverd, dus de klaring is in ieder geval 100mL/min
• Bloed: PAH wordt actief gesecreteerd t.h.v. de tubuli. Ook hier geldt dat je weer 100mL
bloedplasma hebt gezuiverd en dat je weer een klaring van 100mL/min hebt

à Klaring van PAH is dus 100+100= 200mL/min
à RPF was 200mL
Klaring bij PAH is dus dezelfde als de RPF, maar dat geldt dus alleen voor PAH.


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller avandrunen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.34. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48756 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.34
  • (0)
Add to cart
Added