H1. Nederlands bestuursrecht sterk beïnvloed door Europese regelgeving. Bestuursrecht heeft
betrekking op relaties tussen de overheid(bestuursorganen) en burgers(belanghebbenden) > kunnen
ook bedrijven, stichtingen en verenigingen zijn.
Eenzijdige rechtshandelingen = bestuur die veel macht hierdoor uit kan oefenen. Vormt
instrumentele functie = bestuursrecht geeft overheid de bevoegdheden/instrumenten om het
algemeen belang te behartigen en zijn publieke taak te vervullen.
Hierbij komt waarborgfunctie = bestuursrecht geeft burgers bescherming tegen de overheid en haar
besluiten. In procedure kunnen burgers zich beroepen op normen waar bestuur zich bij de
uitoefening van zijn bevoegdheid aan moet houden.
Specialiteitsbeginsel is een van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, die bestuursorganen
moeten respecteren als zij handelen. Normerende functie = bestuursrecht geeft regels waaraan het
bestuur zich bij de uitoefening van bevoegdheden moet houden.
P2. Algemeen en bijzonder bestuursrecht. Belangrijke bestuursrechtelijke informatie in bijzonder
bestuursrecht. Meer inhoudelijke regels neergelegd, rechten en plichten van bestuur en burger in
concreet geval bepalen.
P3. Staatrecht vooral over GW en organieke wetten, bestaat uit regels die zien op de instelling,
werkwijze en globale bevoegdheden van de verschillende organen van de overheid en verdragen.
Gaat niet primair om de verhouding tussen overheid en burger maar mee om grondregels voor
organisatie van de NL Staat. Regels gaan ook burgers aan(kiesrecht). Bestuursrecht, strafrecht en
publiekrecht hebben veel raakvlakken met elkaar. Veel invloed van Europees recht.
P4. Ontwikkeling bestuursrecht. 1994 algemene codificatie = Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Actief overheidsoptreden moesten bevoegdheden worden geschapen, normen worden
geformuleerd en rechtsbescherming worden gecreëerd.
P5. Bronnen bestuursrecht. Gevonden in wetgeving(wet- en regelgeving), jurisprudentie, literatuur.
H2. Awb ook wel aanbouwwet genoemd niet in geheel maar in tranches/delen tot stand. Er vinden
ook regelmatig tussentijdse wijzigingen in en aanvullingen om Awb plaats.
P2. Systeem en inhoud. Doelstellingen Awb:
1. Bevorderen eenheid binnen de bestuursrechtelijke wetgeving
2. Systematiseren en, waar mogelijk, vereenvoudigen van bestuursrechtelijke wetgeving
3. Codificeren van ontwikkelingen die zich in bestuursrechtelijke jurisprudentie hebben afgetekend
4. Treffen van voorzieningen ten aanzien van onderwerpen die zich naar hun aard niet voor regeling
in een bijzondere wet lenen.
Hoofdstukken: H6, 7, 8 Het bestuursprocesrecht, Awb kent dus gelaagde structuur.
P3. Categorieën Awb-regels:
A. Dwingend recht, regels zonder uitzondering voor het gehele bestuursrecht behoren te gelden.
Lagere regelgevers geen regels maken die van Awb afwijken.
B. Regelend recht, voor normale gevallen, er moet in bijzondere gevallen kunnen worden
afgeweken door lagere regelgevers.
C. Aanvullend recht, wenselijk dat er een ‘restbepaling’ bestaat wanneer de bijzondere regelgever
nagelaten heeft een regeling te treffen.
D. Facultatief recht, het is optioneel recht, bepaald alleen als regelgever of bestuursorgaan
bepaalt dat het wél moet worden gevolgd.
H3. Nl = gedecentraliseerde eenheidsstaat = centraal geregeerde staat met onderdelen die eigen
bestuursorganisatie en een zekere mate van zelfstandigheid bezitten.
Territoriale decentralisatie = naast regering en parlement zijn er organen die voor bepaald
territorium een algemene bevoegdheid hebben gekregen tot het vaststellen van algemeen
verbindende voorschriften of nemen andere beslissingen. = Staat, provincie en gemeente.
Functionele decentralisatie = wetgever heeft bestuursorganen(orde/institutie) ingesteld die slechts
bevoegd zijn beslissingen te nemen voor enkele in wet omschreven terreinen of functies.
Mengvorm territoriale en functionele decentralisatie = waterschappen = specifiek belast met 1 ding.
1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MarielleVisser. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.19. You're not tied to anything after your purchase.