100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcollege aantekeningen hoorcolleges Functieleer (530000-B-6) $3.91   Add to cart

Class notes

Hoorcollege aantekeningen hoorcolleges Functieleer (530000-B-6)

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Uitgebreide aantekeningen hoorcolleges Functieleer. Alle besproken onderwerpen (voor het tentamen) komt aan bod.

Preview 4 out of 44  pages

  • April 8, 2021
  • 44
  • 2018/2019
  • Class notes
  • -
  • All classes
avatar-seller
HC 1 Functieleer
Hoofdstuk 1 Wat is psychologie?

Evolutietheorie Darwin
Mens is uit dier geëvolueerd -> gedrag dieren kan op zelfde manier bestudeerd worden als bij de
mens.

Willhelm Wundt
Opende het 1e laboratorium voor experimentele psychologie.
Structuralisme: op basis van introspectie de structuur van het bewustzijn proberen te ontdekken.
Elk proces kan gereduceerd worden tot sensaties, beelden en gevoelens -> ervaring
Introspectie: kijken naar het eigen bewustzijn van binnenuit.

Alfred Binet (en Théodore Simon)
Eerste bruikbare intelligentietest -> toegepaste psychologie

Freud
Psychoanalyse: bewustzijn en gedrag zijn slechts oppervlakkig.
Onbewuste krachten zijn de oorsprong van persoonlijkheidsverschillen.

Gestalt psychology
‘Het geheel is meer dan de som der delen’
Verzetten zich tegen Wundt (structuralisme) en tegen behaviorisme
Apparente beweging -> zie PP
Audio: geluiden ‘onderscheiden’ kost energie

Er zijn 3 soorten onderzoeksmethoden:
- Beschrijvend onderzoek (bijv. vragenlijst, interview, archiefdata, gevalsstudie)
- Correlatieonderzoek (mogelijk 3e onderliggende factor)
- Experimenteel onderzoek (er worden één of meerdere variabelen gemanipuleerd en er
wordt gekeken of dit effect heeft op een andere variabele)
Er moet altijd met enige scepsis naar wetenschappelijke studies gekeken worden, omdat deze niet
altijd per definitie waar zijn. Er is een verschil tussen 2 soorten validiteit:
Interne validiteit: Is het onderzoek zelf goed opgezet?
Externe validiteit: Zijn de resultaten te generaliseren? (Zou de uitkomst hetzelfde zijn in andere
populaties?)

Correlatie onderzoek
Confound: mogelijk 3e factor, die denkfout veroorzaakt.
Bijvoorbeeld:
- ‘Hoe meer mensen ijs aan zee kopen, hoe meer mensen er verdrinken.’ – temperatuur
- ‘Hoe meer kerken in een stad, hoe meer zelfmoorden er zijn.’ – aantal inwoners

Biologie speelt op 4 manieren een rol bij psychologie:
1. Centrale zenuwstelsel -> aandoeningen in CZS hebben invloed op psychologisch functioneren
2. Lichaam op geest -> staat van lichaam kan van invloed zijn of het denken/gedragingen
(voorbeeld volle blaas -> sneller kiezen voor grotere beloning op lange
termijn/weloverwogen keuze)
3. Erfelijkheid -> IQ, persoonlijkheid, ADHD
4. Evolutie -> bepaalde gedragingen komen voort uit evolutie (partnerkeuze)

1

,Cognitieve psychologie: het begrijpen van het menselijke gedrag aan de hand van
informatieverwerkende (cognitieve) processen die zich in de hersenen afspelen.
Cognitieve processen spelen een cruciale rol bij alles wat de mens doet. Van relatief eenvoudige
functies, zoals het waarnemen van een stimulus, tot de meest complexe functies, zoals het oplossen
van een probleem op een manier die nog niemand gerealiseerd heeft.
Bijna alle psychologische onderzoekers die de wetenschappelijke methode gebruiken, noemen
zichzelf tegenwoordig cognitieve psychologen. Dit komt door het belang van cognities voor het
begrijpen van gedrag.
Cognitie is het vermogen tot kennisverwerving door waarneming en het verwerken van de daarmee
opgedane informatie door het denken.
Behavioristen ontkenden het bestaan van deze cognities. Zij stelden dat de mens hier niet toe in
staat was.

Sociale factoren
Hofstede onderscheidt vijf belangrijke dimensies waarop (bedrijfs)culturen verschillen:
1. Individualisme vs. Collectivisme: de mate waarin de cultuur de klemtoon legt op het individu
of de groep
2. Afstand op basis van macht: hoe gelijk is iedereen in de maatschappij?
3. Vermijding van onzekerheid: hoeveel rituelen en instituten bestaan er in een maatschappij
om af te rekenen met de angst voor onzekerheid?
4. Masculiniteit: hoe sterk wordt de traditionele rolverdeling tussen mannen en vrouwen in het
bedrijf beklemtoond?
5. Langetermijnoriëntatie: zijn personen en bedrijven gericht op doelen op de lange termijn of
overheersen resultaten op korte termijn?

Mens is sociaal wezen, maakt deel uit van verschillende sociale netwerken.
Culturele verschillen ontstaan doordat mensen zich vooral in één sociale groep bevinden.

WEIRD people: Western, Educated, Industrialized, Rich and Democratic
Veel psychologisch onderzoek wordt gedaan onder westerse, blanke mensen. Hierdoor zijn veel
bevindingen uit de psychologie enkel van toepassing op de blanke bevolking uit de westerse wereld
en weten psychologen heel weinig over andere beschavingen.

Het biopsychosociale model
Volgens dit model kan de mens niet begrijpen als men geen oog heeft voor alle drie de invloeden die
met elkaar in verband staan. Namelijk: biologische, psychologische en sociale invloeden.
Individuele auteurs hebben vaak de neiging om één van deze invloeden in het bijzonder te
benadrukken, zodat het beter bij hun eigen onderzoek aansluit.




2

,HC 2

H3 Gewaarwording

Gewaarwording vs waarneming
Gewaarwording (sensatie): de opname van stimulatie uit de omgeving en het vertalen hiervan in
elektrochemische neuronale signalen die naar de hersenen gestuurd kunnen worden en daar
omgezet worden in beelden, klanken, geuren, smaken, etc.
Waarneming (perceptie): het organiseren, interpreteren en begrijpen van de gewaarwordingen. De
gewaarwording wordt bij de waarneming als het ware verwerkt.
‘Waarnemingsprocessen zijn nodig om een zinvolle voorstelling van de wereld te maken op basis van
de fragmentarische informatie die via de gewaarwording de hersenen bereikt.’

Criterium zintuig: ‘Een zintuig heeft een eigen reeks
van receptoren waarvan de prikkels in een apart deel
van de hersenen worden verwerkt.’ -> minstens 10
zintuigen ipv traditionele 5
Buiten de 5 traditionele zintuigen: pijn, temperatuur,
evenwicht, kinesthesie (positie en beweging van
gewrichten en spieren) en interoceptie (interne
sensaties zoals honger, hartslag en blaas).

H3.2 Gezichtsvermogen
Licht:
- Vorm van elektromagnetische straling
- Snelle trillingen van elektrisch geladen deeltjes
- Golve, golflengte, zichtbaar tussen 400-700 nm

Lichtintensiteit: aantal fotonen (energiepakketjes) die per tijdseenheid een oppervlakte bereiken.
Hoe meer fotonen, hoe sterker de lichtbron is.

!!! Het oog (zie PP)
Route die het licht van de stimulus naar de retina (netvlies) volgt:
1. Cornea (hoornvlies): het transparante buitengedeelte aan de
voorkant van de ogen kamervocht
2. Kamervocht: vloeistof tussen de cornea en de lens netvlies/
3. Pupil: een opening in de iris (iris geeft ogen hun kleur) retina
4. Lens: hier wordt het licht verder afgebogen en gefocust op de
retina (De lens van een oog is elastisch. De dikte hiervan wordt
geregeld door de ciliaire spieren, die de lens meer of minder
uitrekken en zo zorgen voor de accommodatie van het oog.
5. Glasachtig lichaam: vloeistof in het oog
6. Retina (netvlies): dun weefselblaadje/lichtgevoelige ‘scherm’
aan de achterkant van de oogbol

Retina bevat lichtgevoelige receptoren
- 7 miljoen kegeltjes (kleur + scherpte, hoge lichtintensiteit) -> veel in fovea
- 120 miljoen staafjes (waarnemen beweging, lage lichtintensiteit), leidt het ‘actie-
systeem’ en zorgen voor het nachtzicht -> afwezig in fovea
Het proces waarbij een receptorcel (kegeltje of staafje) fysische energie (licht) omzet in elektrische
signalen die door worden gestuurd naar de hersenen heet transductie.

3

, Transductie: licht op fotopigment -> chemische reactie -> neuraal signaal
Fovea: centrale gedeelte van de retina, 3 mm2 groot, belangrijk om scherp te zien. Is nodig bij
activiteiten waarbij visueel detail een grote rol speelt. In de fovea is de concentratie kegeltjes het
hoogst. Rondom de fovea is de concentratie staafjes het grootst.

Retina bestaat uit drie lagen:
1. Onderaan liggen de visuele receptoren (kegeltjes en
staafjes -> 127 miljoen)
2. Tweede laag: horizontale, bipolaire en amacriene
cellen
3. Ganglioncellen (signalen uit 127 miljoen receptoren ->
gecomprimeerd tot 1 miljoen signalen) Deze cellen
sturen visuele informatie van de retina naar de
hersenen.
PP -> in oogzenuw -> donut achtig receptief veld.
Receptief veld = het gebied waarin een aangeboden
prikkel leidt tot een verandering in de vuurfrequentie
van het neuron. Dat deel van de ruimte dat een
zenuwcel kan waarnemen. (aangeboden prikkel =
licht)

Blinde vlek = foutje in de evolutie
Dit is de plek waar de oogzenuw vanuit het oog naar buiten gaat. De onmiddellijke omgeving rondom
de blinde vlek wordt als het ware opgevuld door het brein, waardoor de blinde vlek wegvalt in de
omgeving.

Van oog naar occipitale lob
1. Oogzenuw
2. Chiasma opticum (informatie van de twee
ogen komt hier bijeen)
3. Corpus geniculatem laterale
4. Primaire visuele cortex (V1), in de occipitale
lob aan de achterkant van de hersenen


!!! Slide 3.2 gezichtsvermogen van oog naar occipitale
lob
Ganglioncellen hebben een donut-achtig receptief veld.
Van bovenaf is het een cirkel (lijkt op een donut).




centerONN/surroundOFF of centerOFF/surroundONN video:
https://www.youtube.com/watch?v=9ptnmfpDThk


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gijsvanrosmalen1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.91. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

81311 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.91
  • (0)
  Add to cart