- Bloed is een vloeibaar weefsel.
- Je rekent het tot de steunweefsels, omdat bloed bestaat uit bloedcellen in een
waterige, vloeibare tussencelstof.
- Bloed is een transportmedium, het transporteert heel veel stoffen naar en vanuit de
organen.
- Bloed vormt ook de schakel tussen het inwendige milieu rondom de weefselcellen en
het uitwendige milieu buiten je lichaam.
15.1 Volume en samenstelling:
- De hoeveelheid bloed van de standaardmens bedraagt rond de 7,5% van zijn
lichaamsgewicht, dat is zo rond de 70 kilogram en komt neer op ruim 5 liter.
- Bloed is een roodgekleurde, stroperige vloeistof.
- Wanneer je onstolbaar gemaakt bloed een tijdje in de reageerbuis laat staan of je
centrifugeert het, dan zie je een scheiding optreden.
- Bovenin zit een gelige doorzichtige vloeistof bloedplasma. Het bestaat uit de
lichtste bestanddelen van het bloed.
- Onderin bevinden zich de zwaardere bloedcellen.
- Ongeveer 55% van het bloed is bloedplasma.
- Bloedplasma bestaat voor het grootste gedeelte uit water. Daarin zijn allerlei stoffen
opgelost.
- De bloedcellen vormen 45% van het bloed. Je onderscheidt 2 soorten bloedcellen
de rode bloedcellen en de witte bloedcellen.
- De rode bloedcellen vervoeren zuurstof en de witte bloedcellen regelen de afweer
van het lichaam.
- Tot de bloedcellen worden ook de bloedplaatjes gerekend. Al is hier feitelijk geen
sprake meer van in de cellen.
- Bloedplaatjes zijn heel kleine stukjes cel. Deze cel fragmenten leven niet.
- Bloedplaatjes hebben een belangrijke functie bij de bloedstolling.
,15.2 Bloedplasma:
- Als je alle bloedcellen en de bloedplaatjes van het bloed hebt gescheiden, blijft er
bloedplasma over.
- De bestanddelen van bloedplasma zijn: water, zouten, plasma-eiwitten, bloedgassen
en tijdelijk aanwezige stoffen.
15.2.1 Water:
- Bloedplasma bestaat voor ruim 90% uit water.
- Water komt vanuit het darmkanaal in het bloed terecht.
- Afvoer van water uit het lichaam gebeurt op meerdere manieren:
Door uitscheiding via de nieren.
Door transpiratie via de huid.
Door de uitademing.
Door de ontlasting (in mindere mate)
- Water is een uiterst belangrijk oplosmiddel: veel stoffen die via de bloedsomloop
worden vervoerd, zijn in het water opgelost.
15.2.2 Zouten:
- In bloedplasma is een groot aantal zouten opgelost.
- Veel voorkomende zouten zijn:
Kalium
Natrium
Chloor
Calcium
Magnesium
Waterstofcarbonaat
- De opgeloste zouten zijn erg belangrijk voor de juiste samenstelling van het bloed.
Daar zijn meerdere redenen voor, zoals:
1. De zouten in oplossing veroorzaken samen een bepaalde zoutenconcentratie en
helpen daarmee de osmotische waarde van het bloed op peil te houden. Deze
waarde is erg belangrijk bij de uitwisseling van stoffen tussen het bloed en het
weefselvocht.
2. De opgeloste zouten zijn ook belangrijk in verband met het bloedvolume en de
bloeddruk. Te veel zouten in het bloed trekken extra water aan. Hierdoor wordt het
bloedvolume groter en kan de bloeddruk stijgen.
3. Bepaalde zouten spelen een grote rol bij de handhaving van de zuurgraad (pH) van
het bloed. Het zijn pH-buffers. De pH van bloed is 7,4. Deze waarde moet constant
gehouden worden. Is het bloed bijvoorbeeld te zuur, dan kunnen de eiwitten niet
goed functioneren en dat is schadelijk voor de celstofwisseling. Waterstofcarbonaat
is de belangrijkste buffer van het bloed.
, 15.2.3 Plasma-eiwitten:
- Er komen veel eiwitten in het bloedplasma voor dat zijn plasma-eiwitten.
- Algemene functies van plasma-eiwitten:
1. De plasma-eiwitten zijn in het bloedplasma opgelost en veroorzaken, net als de
zouten, een bepaalde osmotische waarde.
2. De plasma-eiwitten ondersteunen de bufferwerking van de zouten. Hierdoor bepalen
ze mede de pH van het bloed.
3. Plasma-eiwitten dragen in grote mate bij aan de stroperigheid van het bloed.
4. In noodsituaties zijn plasma-eiwitten een reservevoorraad brandstof voor het
lichaam. Bij ernstig voedselgebrek, worden de plasma-eiwitten omgezet in glucose.
- De plasma-eiwitten hebben ook elk hun eigen specifieke functies.
- De 3 belangrijkste functies:
1. Albuminen
2. Globulinen
3. Stollingsfactoren.
Albuminen:
- Bijna de helft van alle plasma-eiwitten bestaat uit albuminen. Van alle plasma-
eiwitten speelt dit eiwit de grootste rol bij de osmotische waarde van het bloed.
Globuline:
- De globulinen zijn een verzameling plasma-eiwitten met uiteenlopende functies.
- Er zijn meerdere typen: alfaglobulinen, bétaglobulinen en gammaglobulinen.
- De alfa- en Bétaglobulinen hebben een transportfunctie. Ze kunnen suikers, vetten,
ijzer, vitaminen hormonen aan zich binden.
- De gamma-globulinen spelen een belangrijke rol bij de afweer van het lichaam. Ze
worden ook wel immunoglobulinen of antistoffen genoemd.
Stollingsfactoren:
- Stollingsfactoren spelen een rol bij de bloedstolling.
- Bij de bloedstolling wordt een dicht netwerk van eiwitdraden rond de wondranden
gevormd.
- Om dit netwerk te vormen, moeten eerst meer dan 10 stollingsfactoren in het
bloedplasma geactiveerd worden.
- Dat gebeurt in stappen, waarbij de ene stollingsfactor de volgende activeert.
- De laatste in de reeks is het plasma-eiwit fibrinogeen. Dat is het voorstadium van de
fibrine, die de draden gaat vormen waarmee de wond gedicht worden.
- Je kunt bloed onstolbaar maken door het fibrinogeen eruit te halen.
- Bloedplasma waaruit fibrinogeen is verwijderd, noem je bloedserum.
- Bloedserum wordt ook wel gebruikt voor transfusies.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eelkjedewal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.