Hoofd- en kernconcepten die aan bod komen bij Domein C:
Verhouding = de wijze waarop mensen zich van elkaar onderscheiden en tot elkaar
verhouden en de manier waarop samenlevingen in sociale zin vorm geven aan deze
verschillen.
Sociale (on)gelijkheid = een situatie waarin verschillen tussen mensen in al
dan niet aangeboren kenmerken, consequenties hebben voor hun
maatschappelijke positie en leiden tot een ongelijke verdeling van schaarse en
hooggewaardeerde zaken, van waardering en behandeling.
Macht = het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde
doelstellingen te bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te
beperken of te vergroten.
Gezag = macht die als legitiem wordt beschouwd.
Conflict = een situatie waarin individuen, groepen en/of staten elkaar
tegenwerken om de eigen doelen te bereiken.
Samenwerking = het proces waarbij individuen, groepen en/of staten relaties
vormen om hun handelen op elkaar af te stemmen voor een
gemeenschappelijk doel.
Vorming = het proces van verwerving van een bepaalde identiteit.
Cultuur = het geheel van voorstellingen, uitdrukkingsvormen, opvattingen,
waarden en normen die mensen als lid van een groep of samenleving hebben
verworven.
Ideologie = een samenhangend geheel van beginselen en denkbeelden,
meestal uitmondend ideeën over de meest wenselijke maatschappelijke
politieke verhoudingen.
Binding = de relatie en onderlinge afhankelijkheden tussen mensen in een gezin of
familie, tussen leden van een groep, in de maatschappij en op het niveau van de
staat.
Politieke institutie = complex van min of meer geformaliseerde regels die het
gedrag van mensen en hun onderlinge relaties rond politieke
machtsuitoefening en politieke besluitvorming reguleren.
Verandering = de richting en het tempo van ontwikkelingen in de samenleving en de
(on)mogelijkheden deze te beïnvloeden.
Staatsvorming = de institutionalisering van politieke macht tot een staat.
Globalisering = het proces van uitbreiding en intensivering van contacten en
afhankelijkheden over zeer grote afstanden en over landsgrenzen heen.
Subdomein C1: Verhoudingen: nationaal en internationaal
9.1 Ongelijkheid: nationaal en internationaal
3 soorten ongelijkheid:
1. Ongelijke verdeling van (politieke) macht (beschikken over fysieke
dwangmiddelen).
2. Ongelijke verdeling van bezit (schaarse en hooggewaardeerde zaken, zoals
kennis, inkomen, vermogen).
3. Ongelijke verdeling van status (waardering en behandeling van personen
op grond van hun maatschappelijke positie en leefstijl).
9.2 Het gedrag van nationale staten ten opzichte van elkaar verklaar met behulp van
theorieën
, Enkele theorieën over het gedrag van nationale staten:
1. Realistische theorieën: beschrijven internationale verhoudingen als een
machtsstrijd van allen tegen allen.
Iedere staat zal zijn eigenbelangen behartigen en dat kan het beste als hij
machtiger wordt dan andere staten.
Veiligheidsdilemma is onoplosbaar.
Conflictdreiging is de standaardsituatie van internationale betrekkingen en het
belangrijkste machtsmiddel van een staat is de inzetbare militaire macht.
2. Marxistische theorieën: volgens de marxistische theorieën kunnen
internationale verhoudingen alleen maar goed begrepen worden als een
diepere, onderliggende structuur in de analyse betrokken wordt.
De onderliggende structuur wordt gevormd door de kapitalistische
productiewijze die gekenmerkt wordt door machtsongelijkheid tussen bezitters
van productiemiddelen en niet-bezitters.
Een goed draaiende economie is een belangrijke factor in de internationale
machtsverhoudingen.
3. Liberale theorieën: internationale samenwerking is wenselijk als het bijdraagt
aan vooruitgang, vrede en welvaart.
Het is een uitdaging om situaties te creëren waarin die samenwerking tot
stand komt door te kijken naar gemeenschappelijke belangen.
Samenwerking, en niet conflict, is vaak de uitkomst van de relaties tussen
staten.
4. Sociaal constructivistische theorieën: gaat ervan uit dat de wereld
wezenlijk verschilt van de fysieke wereld.
Elk begrip is sociaal geconstrueerd wat wil zeggen dat het gemaakt is door
mensen die in hun omgang met elkaar bepalen wat de betekenis ervan is.
Machtsverhoudingen veranderen als de betekenis van het begrip in de
hoofden van mensen verandert.
5. Politiek psychologische theorieën: contacten tussen staten verlopen via
mensen die individueel of in groepen vormgeven aan de verhoudingen tussen
staten.
Deze ‘verhoudingen’ hangen zeer nauw samen met de psyche van
betrokkenen: staatshoofden, regeringsleiders, ministers en andere mensen
die in naam van een staat optreden in internationale aangelegenheden.
Hun karakter, capaciteiten, attitudes en kennis zijn in grote mate bepalend
voor de internationale machtsverhoudingen.
Subdomein C2: Macht en gezag
10.1 Macht en gezag
3 niveaus van macht:
1. Microniveau: de interpersoonlijke machtsverschillen tussen personen.
2. Mesoniveau: machtsverhoudingen tussen groepen, organisaties en
instituties.
3. Macroniveau: machtsverschillen tussen bepaalde belangengroepen en –
organisaties en tussen landen of internationale machtsblokken zoals de NAVO
of de EU.
Informele macht = macht die niet is afgesproken en er zijn andere redenen
(charisma, superieure vaardigheden of kennis, traditie) waarom iemand macht krijgt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isavaneijkelenburg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.