Samenvatting MEMO Geschiedenis VWO Hoofdstuk 10 Politieke Strijd En Emancipatie
25 views 2 purchases
Course
Geschiedenis
Level
VWO / Gymnasium
Book
Memo : geschiedenis voor de bovenbouw
Een overzichtelijke samenvatting van hoofdstuk 10 van geschiedenis. Duidelijk geschreven en geeft een goed overzicht van de stof. Kan ook gebruikt worden voor andere boeken, zoals sprekend verleden. Handige samenvatting om de dag voor het examen/toets door te nemen.
Hoofdstuk 10 politieke strijd en emancipatie
§1 conservatisme en liberalisme
1814-1830 de Restauratie (herstel) dit was een reactie op de Democratische revoluties en de
Napoleontische tijd.
Ierse Politicus Edman Burke had in zijn boek gewaarschuwd dat van revolutionair fanatisme (FR)
weinig goeds te verwachten was en dat de chaos wel moest uitlopen op een dictatuur (Napoleon).
Nieuwe abstracte begrippen (zoals vrijheid en mensenrechten) werden misbruikt door opstandige
heethoofden volgens Burke.
In 1792 was FA in oorlog geraakt met omringende Staten en in de jaren daarna hadden ze
verschillende gebieden veroverd. Dit proces kwam in een stroomversnelling door Napoleon
Bonaparte. Deze veldheer onderwierp vrijwel heel de EU. In het voorjaar van 1814 werd hij
verslagen.
Napoleon stond een mengeling voor van revolutionaire idealen en autoritair bestuur.
Gevolgen Napoleons bestuur:
• einde eeuwenoude privileges van de adel
• Traditionele vorsten vervangen door nieuwe staatshoofden
• Nieuwe grenzen
• Nieuwe wetten uitgevaardigd
• Nieuwe bestuursfuncties
Het Congres van Wenen (1814/1815); oude vorsten moesten in hun oude rechten worden hersteld
en er moest machtsevenwicht tussen grote Staten komen -> Fa werd omringd door nieuwe sterke
Staten. Met andere woorden herstel van het ancien régime.
Het herstel van het ancien régime bleek niet makkelijk want men bekeek de FR vanuit twee
richtingen:
Het conservatisme
Aanhangers van de restauratie. Burke was ook aanhanger.
Het liberalisme
Aanhangers Franse Revolutie. Hechten grote waarden aan vrijheid van meningsuiting,
drukpers en vergadering. Deze rechten moesten in een grondwet worden gegarandeerd. Zij
vonden dat rijke burgers die belasting betaalden ook iets voor het zeggen moeten hebben.
John Locke en John Stuart Mill zijn aanhangers.
Steeds meer liberalen in Europa stonden op voor meer inspraak en politieke vrijheden. In 1830 brak
in FA weer een revolutie uit→de koning werd vervangen door een ‘burgerkoning’ die de burgers
meer rechten gaf.
In 1848 rolde een 2e golf van revoluties door EU. Met FA als aanstichter. Opnieuw kregen de burgers
meer rechten. Als eerste kregen in FA mannen algemeen kiesrecht. In de rest van EU kwamen er ook
meer rechten voor burgers. Hierdoor ontstond wel het gevaar van onderdrukking van de minderheid.
Hier wijst John Stuart Mill dan ook op.
, Nederland
Toen Napoleon in NL aan de macht was, installeerde hij een tijdje zijn broer Lodewijk als koning en
daarna waren we weer deel van het Franse keizerrijk
In 1813 was men in NL klaar met de Franse revolutionaire ideeën, maar ze wilden ook niet terug naar
de bestuurlijke versnippering. In 1814 trad de zoon van de laatste stadhouder in als soeverein vorst.
In 1815 werd hij koning Willem I. België (de Oostenrijkse Nederlanden) werden ook aan Nederland
toegevoegd.
Napoleon had van NL een eenheidsstaat gemaakt en het koninkrijk in 1815 bouwde hierop door. NL
werd een constitutionele monarchie; een koning als staatshoofd, maar hij is gebonden aan de
grondwet
Eerst had de elite de bestuursfunctie onderling verdeeld en werden ze niet gecontroleerd.
De koning een zijn ministers werden voortaan gecontroleerd door een parlement (indirect gekozen
door burgers)
Maar de koning had veel macht en kon het parlement naar huis sturen en zelf de ministers kiezen.
En het parlement werd gekozen doormiddel van het censuskiesrecht (alleen rijke mannen) Daarbij
waren deze verkiezingen indirect. De provinciale staten stond ertussen. Daarnaast kon de koning
Koninklijke besluiten nemen.
België voelden zich achtergesteld en scheidde zich in 1830 van NL af. Willem I bood nog wel militaire
weerstand, maar dat had geen baat. Hij erkende de afscheiding pas in 1839.
In 1848 kwamen de liberalen onder leiding van Johan Rudolf Thorbecke in opstand voor een liberale
grondwet. Willem II stede daar mee in.
De grondwet van 1848
ministeriële verantwoordelijkheid
De koning maakte nog wel deel uit van de regering, maar alleen ministers waren
verantwoordelijk voor het regeringsbeleid
de tweede kamer bepaalde of iemand werd ontslagen i.p.v koning
vrijheid van onderwijs
vrijheid van vereniging en vergadering
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller js247. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.