100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting blok 1.4 The Human Body $10.00   Add to cart

Summary

Samenvatting blok 1.4 The Human Body

2 reviews
 81 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Een overzichtelijke samenvatting van alle literatuur voor de werkgroepen van blok 1.4. Inclusief plaatjes en pagina's van gebruikte bronnen. De samenvatting bevat ook toevoegingen vanuit de werkgroep zelf.

Preview 4 out of 65  pages

  • April 9, 2021
  • 65
  • 2019/2020
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: jamilawurie • 2 year ago

review-writer-avatar

By: sarah_14_91 • 2 year ago

avatar-seller
Samenvatting blok 1.4: The human body

Erasmus Universiteit Rotterdam 2020




Probleem 1: Brain & body

,Leerdoelen:

1. Hoe ziet het brein eruit?
2. Wat zijn neuronen?
3. Hoe werkt het zenuwstelsel?
4. wat is het verband tussen het zenuwstelsel en de hersenen?
5. Wat is het effect van lichaamsprocessen op gevoel, emotie en gedrag? (En andersom)

Bronnen:
• Kalat hoofdstuk 3 blz 67-73
• Carlson hoofdstuk 2 blz 28-31 hoofdstuk 3 blz 74-92
• Toates hoofdstuk 5 blz 106-108

Het zenuwstelsel: het zenuwstelsel bestaat uit vele substructuren, een groot aantal neuronen en nog
een groter aantal synapsen. Een synaps is de contactplaats tussen zenuwcellen waar de overdracht
van informatie plaatsvindt (zenuwverbindingen). De communicatie tussen de zenuwen in het
zenuwstelsel is selectief, dit is tegengesteld aan het endocrien systeem. Er wordt onderscheid
gemaakt tussen het centrale zenuwstelsel (CNS) en het perifere zenuwstelsel (PNS).

Centraal zenuwstelsel: het bestaat uit de hersenen en de ruggengraat. Het verwerkt alle informatie
dat het ontvangt van het perifeer zenuwstelsel.

Perifeer zenuwstelsel: verbind de hersenen en de ruggengraat met de rest van het lichaam en is dus
het zenuwstelsel buiten de hersenen en de ruggengraat. Het perifeer zenuwstelsel bestaat uit het
somatisch zenuwstelsel en het autonoom zenuwstelsel.

• Somatisch zenuwstelsel: het bestaat uit axonen die berichten van gevoelsorganen
transporteren naar het centraal zenuwstelsel en van het centraal zenuwstelsel naar de
spieren. Het gebeurt bewust en extern. Betekenis somatisch: lichaam

• Autonoom zenuwstelsel: dit regelt het hart, darmen en andere organen. Het gebeurt
automatisch en intern. Het autonoom zenuwstelsel bestaat uit het sympathisch en
parasympatisch zenuwstelsel. Het regelt homeostase: een proces waarbij organisme het
interne milieu van chemische en fysische processen in evenwicht houdt zoals ademhalen.

o Sympathisch zenuwstelsel: een netwerk aan zenuwen die de organen klaar
maken voor een uitbarsting van een krachtige activiteit. Het bevat ganglia (=
cluster van sensorische neuronen) die verbindingen hebben met de
ruggengraat. Het heeft betrekking op spanning (arousal) en op het verbruik
van energie.
o Parasympatisch zenuwstelsel (craniosacral system): niet krachtige of nood
activiteiten. Het staat eigenlijk tegenover het sympathisch zenuwstelsel. Het
heeft betrekking op het relaxen, seksuele spanning en het bewaren van
energie. De meeste zenuwen van het perifeer zenuwstelsel steken uit de
ruggengraat, maar er zijn twaalf paren, genaamd cranial nerves
(hersenzenuw), die uit de hersenen steken, het gaat direct naar de hersenen.
Deze bevatten zintuigelijke zenuwen zoals de olfactory zenuwen en de
optische zenuwen, maar vooral zintuigelijke en motorische vezels. Cranial
nerves houden je hart en je gezicht intact bij een verlamming.




2

,Neuronen: neuronen zijn zenuwcellen en daarmee onderdeel van het zenuwstelsel. Neuronen zijn
gespecialiseerd in het ontvangen en versturen informatie. Neuronen komen in veel verschillende
vormen en varianten. De varianten en vormen hangen af van de taak van het neuron, maar de
meeste neuronen hebben 4 structuren: cellichaam (soma), dendrieten, axon en de terminal buttons.

• Cellichaam: in het cellichaam, oftewel de
soma, ligt de kern (nucleus). Deze kern
bevat DNA. De nucleus regelt al de
inkomende en uitgaande informatie naar
axon en de vorm verschilt per neuron.

• Dendrieten: neuronen communiceren met
elkaar en de dendrieten zijn belangrijk voor
het ontvangen van de berichten
(informatie). Als er veel dendrieten zijn, is
het heel goed in het ontvangen van
informatie.

• Axon: de axon is een lange, slanke buis dat vaak wordt beschermd door myeline schede. De
axon verplaatst informatie van het cellichaam naar de terminal buttons. Het basis bericht dat
het draagt wordt action potential genoemd. Action potential is een elektrische/ chemische
gebeurtenis dat start aan het einde van de axon naar het cellichaam en vervolgens naar de
terminal buttons.

• Myeline schede: het beschermt de axon en het zorgt voor een versnelling van de versturing
(transmissie). Het heeft een witte kleur en wordt daarom ook wel witte massa genoemd.

• Terminal buttons: de uiteindes van de takken van de axonen worden terminal buttons
genoemd. Wanneer een action potential via de axon bij de terminal buttons terechtkomt,
dan scheiden ze zich een neurotransmitter af. Deze chemische stof remt of verwekken het
ontvangen cel en op die manier helpt het vast te stellen of een action potential voorkomt in
een axon. Een neuron ontvangt informatie van de terminale buttons van de axonen van
andere neuronen. De berichten worden van het ene neuron overgedragen naar het andere
neuron via de synaps. De synaps is de contactplaats tussen zenuwcellen. De communicatie
bij de synaps gebeurt in één richting: van de terminal button naar de celmembraan van de
andere cel (er zijn uitzonderingen!). De celmembraan is een soort hoesje van een cel
bestaande uit cellen.

3 typen neuronen:
1. Sensory (sensorische) neuronen: informatie in de vorm van licht, geluidsgolven, geur,
smaken, contact met objecten. Het gaat van de zintuigen (gevoel) naar de hersenen.
(afferent)
2. Motor (motorische) neuronen: bewegingen die ontstaan door samentrekking van de
spieren. Het gaat van de hersenen naar de spieren (efferent)
3. Interneurons (interneuronen): dit type ligt tussen de sensorische en de motorische
neuronen in. Deze liggen geheel in het centrale zenuwstelsel. Het geeft berichten tussen de
neuronen onderling en hebben soms geen axon.

3 typen neuronen (uiterlijk): de neuronen zijn ingedeeld volgens de manier waarop de axonen en de
dendrieten het cellichaam verlaten.




3

, 1. Multipolar: het meest voorkomende type neuron van het centrale zenuwstelsel (figuur 2.1).
Dit type neuron heeft een axon en vele dendrieten aan het cellichaam.
2. Bipolar: dit type neuron heeft een axon en een
dendriet aan het cellichaam. Meestal zijn dit
sensory (sensorische) neuronen. Sensorische
neuronen geven een bepaald gevoel van de
omgeving af en communiceren de informatie
over de gebeurtenis naar het centrale
zenuwstelsel/ hersenen.
3. Unipolar: dit type neuron heeft een axon aan
het cellichaam. De axon verdeelt zich in een tak
die sensorische informatie ontvangt en een tak
die de sensorische informatie verstuurd naar
het centrale zenuwstelsel/ hersenen.
4. Multipolar interneuron: dit type neuron heeft
alleen een cellichaam en dendrieten

Gliacellen: gliacellen ondersteunen neuronen, maar geven geen informatie af. Het vormt myeline
rond de zenuwcellen, het heeft een rol bij de homeostase en het heeft een beschermende functie.

Het brein: het brein bestaat uit biljoenen neuronen en andere cellen. Het brein kan je indelen in de
hersenstam, kleine hersenen en grote hersenen.

Richtingen aangeven:
1. Anterior (rostral)/ voorste: richting het
neuseinde.

2. Posterior (caudal)/ achterste: richting het
staarteinde.

3. Ventral/ buik: richting het lage gedeelte bij
dieren, maar bij mensen bedoelen ze het
lage gedeelte van het brein en bij het
beschrijven van de ruggengraat bedoelen
ze de voorkant van het lichaam.

4. Dorsal: bovenste delen van het brein en
het lichaam. En bij mensen de achterkant
van het lichaam.

5. Medial: centrum van het lichaam

6. Lateral: niet centrum van het lichaam

7. Superior: bovenkant van de hersenen en lichaam

8. Inferior: onderkant van de hersenen en lichaam


Ipsilateral: verwijst naar dezelfde kant van het brein. Bijvoorbeeld als een neuron afkomstig uit de
linkerhersenhelft projecteert op een andere regio uit de linkerhersenhelft.



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NGelderblom123. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.00. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.00  4x  sold
  • (2)
  Add to cart