Dit is een samenvatting van hoofdstuk 10 uit het boek Algemene economie - Bruno De Borger & André Van Poeck (10e druk). In het document zijn verduidelijkende grafieken weergegeven en belangrijke onderdelen aangeduid in kleur.
Hoofdstuk 10 - consumptie, investeringen en
aggregatieve vraag
Inleiding
We nemen een gesloten economie zonder overheid
Algemeen prijspeil is constant
➔ Overschatting van het effect van de wijzigingen in de AV
➔ AV bepaalt Y
➔ Meest toepasselijk in tijden van crisis, aanbod breidt makkelijk uit omwille van overcapaciteit
Consumptiefunctie
Invloeden op de consumptie
1. (Beschikbare) inkomen
Positief verband met consumptie
Let op: Als het inkomen stijgt zal de consumptie niet stijgen met het volledige bedrag, maar
een gedeelte ervan. De rest wordt gespaard.
2. Vermogen
= waarde van al je bezittingen
Hoe groter het vermogen, hoe meer de gezinnen zullen consumeren
3. Rentevoet en kredietbeschikbaarheid
Hoe gemakkelijk/moeilijk het is om een lening te krijgen
Bij een hoge rentevoet zal meer gespaard worden en minder geconsumeerd
4. Houding en verwachtingen van de consument
Hamsteren → mensen verwachten een internationaal conflict, dus gaan ze meer
consumeren uit voorzorg
Bij slechte economie en verwachte werkloosheid zal de consumptie dalen
5. Demografische factoren
- Leeftijdssamenstelling: middengroep spaart meer, jonge gezinnen en ouderen
consumeren meer
- Omvang van het gezin
- Verhouding stadsbevolking – rurale bevolking: landelijke bevolking spaart meer
6. Voorraad van duurzame consumptiegoederen
= goederen die je meer dan 1 keer kan gebruiken
Vb. wasmachine
Gezinnen kunnen in minder goede tijden beslissen om deze goederen langer te gebruiken
7. Beschikbaarheid van nieuwe producten en verkoop promotie
Zet aan tot verhoogde consumptie
, 8. Verdeling van het inkomen over de gezinnen
Arme gezinnen hebben hoge MCQ, rijke gezinnen een lage MCQ
Functie
C = C0 + cY
C0 = autonome consumptie (invloed van alle determinanten hierboven)
c = marginale consumptiequote
➔ Als het inkomen stijgt met 1€, hoeveel van dit bedrag zal er meer geconsumeerd worden.
Δ𝐶
➔ 𝑀𝐶𝑄 =
Δ𝑌
Blijft constant
𝐶
➔ 𝐺𝐶𝑄1 = 𝑌 (hoeveel % van het inkomen wordt geconsumeerd)
Neemt af naarmate het inkomen toeneemt
GCQ > MCQ
Wijziging in inkomen → beweging langs de functie
Wijziging in overige determinanten → verschuiving van de functie
Spaarfunctie
S = -C0 + sY
-C0 = autonome sparen
s = marginale spaarquote
Δ𝑆
➔ MSQ = Δ𝑌 = 1 – c
Blijft constant
𝑆
➔ GSQ = 𝑌
Stijgt naarmate het inkomen toeneemt
MCQ + MSQ = 1
GCQ + GSQ = 1
1
Gemiddelde consumptiequote
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ellenloeys. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.32. You're not tied to anything after your purchase.