H1 geheel h2 behalve: 2.9 en 2.10 h3 behalve: 3.8 en 3.9 h4 behalve: 4.8 en 4.9 h5 alleen: 5.6
April 10, 2021
30
2020/2021
Summary
Subjects
samenvatting socialezekerheidsrecht hanzehogeschool groningen hbo rechten 1e jaar
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
HBO Rechten
Basisboek socialezekerheidsrecht 2021
All documents for this subject (4)
7
reviews
By: rosan2 • 2 year ago
By: jacomijnedehaan • 2 year ago
By: jhscleef • 2 year ago
By: ChristinevW • 2 year ago
By: layanathiel • 3 year ago
By: marianaster • 3 year ago
By: FrankWentink • 3 year ago
Seller
Follow
rechtenstudentje1212
Reviews received
Content preview
SAMENVATTING SZR
1.1 INLEIDING
In Nederland is de publieke sociale zekerheid gestart met de Armenwet uit 1853, de eerste wet op het
terrein van sociale zekerheid die vanuit de overheid tot stand kwam. Pas in het begin van de twintigste
eeuw heeft het stelsel van sociale zekerheid een vogelvlucht genomen, het veranderlijke karakter
maakt de sociale zekerheid erg lastig.
De snelle veranderlijkheid van de sociale zekerheid heeft te maken met de maatschappelijke context
waarin de regels tot stand komen en hun werking hebben.
Sociale zekerheid biedt door de overheid inkomenszekerheid als mensen bijvoorbeeld door ziekte niet
meer kunnen werken. Deze bestaanszekerheid, of ook wel waarborgfunctie, is één kant van de sociale
zekerheid. De andere kant is de activeringsfunctie. Verwacht wordt dat eenieder meedoet binnen de
sociale zekerheid.
- Sociale zekerheid: het publieke stelsel dat het geheel van voorzieningen omvat die tot doel
hebben het waarborgen van de financiële zekerheid van burgers en hen te activeren.
- Socialezekerheidsrecht: het stelsel van rechten en plichten die gelden binnen de sociale
zekerheid.
1.2 HET STELSEL VAN SOCIALE ZEKERHEID
Omdat het stelsel van de sociale zekerheid zich kenmerkt door de grote hoeveelheid wetten is het
systeem soms ondoorgrondelijk en moeilijk. Daarom wordt binnen het stelsel meestal het volgende
onderscheidt gemaakt:
1. Sociale verzekeringen
2. Sociale voorzieningen
Een verschil tussen de verzekeringen en voorzieningen ligt in de financiering. Voor de verzekeringen.
Behalve voor de kinderbijslag, wordt premie afgedragen en voor de voorzieningen niet, deze worden
betaald uit de belastingopbrengsten. De hoogte van de premies wordt jaarlijks vastgesteld en is
afhankelijk van inkomen en leeftijd.
Binnen de sociale verzekeringen is nog een tweedeling, namelijk:
1. De werknemersverzekeringen
2. Volksverzekeringen
Bij werknemersverzekeringen is de verzekerde een werknemer of daarmee gelijkgesteld. De
werknemer is de natuurlijke persoon die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt en in
een privaat- of publiekrechtelijke dienstbetrekking staat. Een dienstbetrekking is doorgaans aanwezig
als er sprake is van een arbeidsovereenkomst (art. 7:610 BW).
Bij volksverzekeringen gaat het meestal om de ingezetene, iemand die in Nederland woont.
De werknemersverzekeringen worden uitgevoerd door het Uitvoeringsinstituut
Werknemersverzekeringen (UWV) en de meeste volksverzekeringen door de Sociale Verzekeringsbank
(SVB).
,1.2.1 DIGITAAL KLANTDOSSIER
Als iemand een aanvraag doet voor een uitkering, dan vraagt de uitvoeringsinstantie doorgaans maar
één keer naar de gegevens. De medewerker van een uitkeringsinstantie, kan via het Suwinet de
gegevens opvragen en zo nodig aanvullende informatie van de betrokkene vragen.
1.3 RECHTSBESCHERMING
De meeste procedures binnen het socialezekerheidsrecht zijn bestuursrechtelijke procedures, de
regels van de AWB worden dus gevolgd.
Geen verplichte procesvertegenwoordiging:
als je bezwaar wil maken tegen een besluit ben je niet gehouden om een advocaat of een andere
gemachtigde in de arm te nemen. De wetgever probeert op deze wijze de rechtsbescherming
laagdrempelig te houden.
Besluit, bestuursorgaan en belanghebbende:
besluiten moeten rechtsgevolgen in het leven roepen en worden door een bestuursorgaan met
openbaar gezag genomen (art, 1:3 jo. 1:1 AWB). Er is sprake van openbaar gezag als het
bestuursorgaan eenzijdig de rechten en plichten van burgers kan wijzigen en deze bevoegdheid
ontleend is aan de wet. De beschikking is in beginsel gericht aan bijvoorbeeld de aanvrager van een
uitkering. De aanvrager is de belanghebbende bij het besluit. Soms kunnen ook derden
belanghebbende zijn.
Bezwaar en bestuursrechter:
om bezwaar te maken tegen een besluit moet je eerst binnen zes weken een bezwaarschrift sturen.
Een bezwaarschriftprocedure heeft een heroverwegende functie. Heroverweging houdt in dat de
toetsing van het besluit een beoordeling van de rechtmatigheid en de doelmatigheid is. De toetsing is
ex nunc. De bestuursrechter daarentegen toets ex tunc en alleen de rechtmatigheid.
2.1 KINDEREN: INLEIDING
Kindregelingen zijn regelingen die een financiële tegemoetkoming geven aan een huishouden met één
of meer kinderen. Vanwege bezuinigingen, vereenvoudiging en de gedachte dat werken moet lonen,
zijn vanaf 2015 elf kindregelingen teruggebracht naar vier:
1. De kinderbijslag
2. Het kindgebonden budget
3. De kinderopvangtoeslag
4. De inkomensafhankelijke combinatiekorting
2.2. UITVOERING EN AANVRAAG
De AKW is een volksverzekering en wordt uitgevoerd door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) (art. 34
Wet SUWI). Kinderbijslag hoeft maar eenmaal worden aangevraagd. De SVB stuurt bij de geboorte van
het eerste kind binnen twee tot vier weken een aanvraagformulier naar de ouders.
, 2.3 VOORWAARDEN
Het recht op kinderbijslag komt aan de verzorgers toe. Voorwaarden voor het recht op kinderbijslag
zijn:
1. Behoren tot de kring van verzekerden (art. 6 AKW)
2. Een kind dat jonger is dan 18 jaar dat:
a. tot het huishouden van de verzekerde behoort, of
b. door de verzekerde wordt onderhouden (art. 7 lid 1 AKW)
Voorwaarde 1: kring van verzekerden (art. 6 AKW):
de grootste groep verzorgers van kinderen die tot de kring van verzekerden behoort, is de ingezetene
(art. 6 lid 1 sub a AKW). Ingezetene is degene die in Nederland woont (art. 2 AWK). Waar iemand
woont, wordt naar de omstandigheden beoordeeld (art. 3 lid 1 AWK). De omstandigheden en feiten
moeten van dien aard zijn dat er een duurzame band bestaat tussen de persoon en Nederland.
Voorbeelden van omstandigheden zijn: woon- en werkomgeving, gezin, financiën en inschrijving in het
bevolkingsregister. Het onderlinge verband van factoren is doorslaggevend.
Een kleinere groep vormt degene die geen ingezetene is, maar in Nederland of op het continentaal
plat in dienstbetrekking werk verricht en loonbelasting moet betalen (art. 6 lid 1 sub b AKW).
Ook vreemdelingen die rechtmatig in Nederland verblijven zijn verzekerd voor de AKW (art. 6 lid 2-4
AKW).
Voorwaarde 2 (art. 7 lid 1 AKW):
belangrijk is dat kosten voor het kind worden gemaakt. Volgens het NIBUD dekt de kinderbijslag
ongeveer een derde van de gemaakte kosten. De wet maakt een tweedeling, namelijk een kind jonger
dan 18 jaar dat:
a. tot het huishouden van de verzekerde behoort (art. 7 lid 1 sub a AKW)
b. door de verzekerde wordt onderhouden (art. 7 lid 1 sub b AKW)
Sub a (art. 7 lid 1 sub a AKW):
thuis wonen en tot het huishouden behoren betekent dat het merendeel van de nachten per week
thuis wordt doorgebracht. Voor kinderen van 16 of 17 jaar gelden wel extra voorwaarden (art. 7 lid 2
AKW). De verzekerde krijgt kinderbijslag wanneer de 16 of 17 jarige:
- Onderwijs in Nederland volgt om een startkwalificatie te halen.
- Als leerling, vavo-student of student als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs van een
met een school of instelling als bedoeld in art. 4a van de leerplichtwet 1696 vergelijkbare inrichting
van onderwijs buiten Nederland staat ingeschreven en deze inrichting geregeld bezoekt.
- Van bovenstaande vrijgesteld is omdat hij bijvoorbeeld zwaar gehandicapt is.
- De startkwalificatie heeft behaald of een opleiding zoals bedoeld in sub b in het buitenland heeft
afgerond.
Verblijf ziekenhuis of inrichting:
soms is een kind lange tijd van huis omdat het in verband met ziekte in een ziekenhuis of inrichting
verblijft. Als het verblijf korter dan 6 maanden duurt, blijft het kind toch tot het huishouden van de
verzekerde behoren. Bij detentie of uithuisplaatsing van het kind behoort hij niet meer tot het
huishouden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtenstudentje1212. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.