Een bestuursorgaan in de zin van de Awb is ( art. 1:1 lid 1 Awb):
Een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld (a-organen)
Een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed (b-organen)
A-organen
Een a orgaan is een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld. We
kennen twee soorten rechtspersonen, te weten rechtspersonen die krachtens privaatrecht zijn
ingesteld ( bv, nv, stichting, vereniging, coöperatie ect.) en rechtspersonen die krachtens
publiekrecht zijn ingesteld. Publiekrechtelijke rechtspersonen zijn ingesteld bij of krachtens wettelijk
voorschrift ( gemeenten, provincies, waterschappen) publiekrechtelijke rechtspersonen hebben
organen. Zo is de minister een orgaan van de staat, burgemeester orgaan van de gemeente ect. Ook
instanties die bij een bijzondere wet rechtspersoonlijkheid krijgen, zijn rechtspersonen die krachtens
publiekrecht zijn ingesteld ( dienst wegverkeer). Zij zijn voor al hun handelen gebonden aan de Awb.
B-organen
Een b-orgaan is een ander persoon of college met enig openbaar gezag bekleed. Hierbij valt te
denken aan organen van privaatrechtelijke rechtspersonen, commissies of colleges die enig openbaar
gezag uitvoeren (CBR). Het CBR, oefent openbaar gezag uit, die onder de werking van de Awb valt.
Uitzonderingen
Een aantal organen, personen en colleges worden niet als bestuursorgaan in de zin van de Awb
aangemerkt ( art. 1:1 lid 2 Awb). Dat zijn de wetgevende en de rechtsprekende macht. Ook de Raad
van State, de Algemene Rekenkamer en de Nationale ombudsman zijn buiten het bereik van de Awb
gebracht. Zij vullen advies en controle taken en geen bestuurlijke werkzaamheden waarop de Awb
betrekking heeft. De Awb is niet van toepassing op de opsporing en de vervolging van strafbare
feiten evenals de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen ( art. 1:6 Awb)
Belanghebbende
Een belanghebbende is degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit betrokken is (art. 1:2 lid 1
Awb). Hierbij moet in de eerste plaats worden gedacht aan de geadresseerde van het besluit in
kwestie. Om als belanghebbende in de zin van de Awb te kunnen worden aangemerkt, moet de
persoon een voldoende objectief en actueel, eigen, persoonlijk belang hebben dat rechtstreeks
wordt geraakt door het besluit.
Een derde als belanghebbende
Ook een derde, een ander dan de geadresseerde van het besluit, kan belanghebbende zijn in de zin
van de Awb. Maar dan moet hij wel rechtstreeks worden geraakt door het besluit.
2
,Een entiteit als belanghebbende
Niet alleen natuurlijke personen en rechtspersonen kunnen als belanghebbende optreden tegen een
besluit van een bestuursorgaan. Wat wel van belang is, is dat een entiteit een rechtspersoonlijkheid,
een bestuur, statuten en een regelement heeft. Anders kan een entiteit zoals bijvoorbeeld Occupy
Rotterdam niet als belanghebbende worden gezien in de zin van de Awb.
Een bestuursorgaan als belanghebbende
Een bestuursorgaan kan belanghebbende zijn bij een besluit van een ander bestuursorgaan (art. 1:2
lid 2 Awb). Dat is het geval als het belang dat aan dit bestuursorgaan is toevertrouwd rechtstreeks
door het besluit van dat andere bestuursorgaan wordt getroffen.
Een rechtspersoon als belanghebbende
Een rechtspersoon kan belanghebbende zijn als een algemeen of collectief belang dat de
rechtspersoon zich volgens zijn statuten ten doel stelt en waarvoor hij zich ook daadwerkelijk inzet,
rechtstreeks bij het besluit betrokken is (art. 1:2 lid 3 Awb).
Besluit
Een besluit in de zin van de Awb (art. 1:3 lid 1 Awb). Een schriftelijke I beslissing I van een
bestuursorgaan, I inhoudende I een publiekrechtelijke I rechtshandeling (gevolgen juridische positie)
(5 voorwaarden). Een besluit moet gericht zijn op een rechtsgevolg. Dit wil zeggen dat het besluit
leidt tot een wijziging in de rechten of plichten van burgers.
Beschikking
Een beschikking is een besluit dat niet van algemene strekking is, (art. 1:3 lid 2 Awb). Kenmerk van
een beschikking is dat die gericht is tot een individu, een concreet geval of een specifiek object.
Er zijn diverse soorten beschikkingen:
Begunstigende en belastende beschikking
Een begunstigende beschikking is wanneer iemand een recht of aanspraak krijgt, denk
aan een paspoort, vergunning, uitkering
Een belastende beschikking is een beschikking waarbij iemand een plicht of maatregel
wordt opgelegd, bijvoorbeeld betalen van belasting of een boete.
Vrije en gebonden beschikking
Een vrije beschikking is een beschikking waarbij het bestuursorgaan speelruimte heeft
om de beschikking te nemen. Het bestuursorgaan heeft beleidsvrijheid om bijvoorbeeld
vergunningen en uitkeringen te geven of weigeren.
Bij een gebonden beschikking heeft het bestuursorgaan geen speelruimte. De
beschikking moet worden gegeven als aan gestelde voorwaarden is voldaan.
Besluit van algemene strekking
Een besluit van algemene strekking is een besluit dat is gericht tot een algemeen omschreven groep
van personen. Besluiten van algemene strekking kunnen worden onderverdeelt in:
Algemeen verbindende voorschriften Avv’s zijn bindende regels die uitgaan van het
openbaar gezag dat de bevoegdheid daartoe van de wet krijgt. Tegen een avv kan op grond
van art. 8:2 onder a Awb geen bezwaar worden gemaakt en geen beroep worden ingesteld.
Dit komt omdat er sprake is van wetgeving en niet van bestuur.
3
, Beleidsregels
Overige besluiten van algemene strekking. bijvoorbeeld besluit tot plaatsing van
verkeersborden. Dit soort besluiten zijn van algemene strekking en wel vatbaar voor bezwaar
en beroep.
Beleidsregels
Beleidsregels geven aan hoe een bestuursorgaan zijn bevoegdheid uitoefent. Het zijn een soort
richtlijnen van het bestuursorgaan. Door beleidsregels is de uitoefening van een van de
bestuursbevoegdheid beter beheersbaar en voorkomt dat een bestuursorgaan naar willekeur
handelt. Bovendien zorgt het ervoor dat bestuur optreden beter voorspelbaar wordt voor burgers; zij
weten dan hoe het bestuursorgaan te werk gaat bij de uitoefening van een bevoegdheid.
De Awb geeft bestuursorganen de bevoegdheid ( legt hun niet de verplichting op) om beleidsregels
vast te stellen (art. 4:81 lid 1 Awb).
Er zijn de volgende typen beleidsregels te onderscheiden:
Beleidsregels over de afweging van belangen: betrokken belangen in een concreet geval
tegen elkaar af te wegen.
Beleidsregels over het vaststellen van feiten: regels over de wijze waarop bepaalde
grootheden gemeten worden zoals geluidsniveaus.
Beleidsregels over interpretatie van wettelijke voorschriften: normen als in het algemeen
belang, de openbare orde enzovoort worden in beleidsregels nader ingevuld
Heeft een bestuursorgaan eenmaal beleidsregels vastgesteld dan dient het zich aan die beleidsregels
te houden. Afwijking is toegestaan als aan twee cumulatieve eisen is voldaan: art. 4:84 Awb
1. Er moet sprake zijn van bijzondere omstandigheden
2. Die omstandigheden leiden ertoe dat de nadelige of voordelige gevolgen van handelen in
overeenstemming met de beleidsregel onevenredig in verhouding tot de met beleidsregel te
dienen doelen. Deze bevoegdheid wordt ook wel inherente afwijkingsbevoegdheid
genoemd.
Beleidsregels zijn geen avv’s. Een avv kan een burger verplichtingen opleggen en/of aanspraken
creëren en aan een bestuursorgaan bestuurlijke bevoegdheden toekennen. Een beleidsregel kan
alleen een algemene regel geven voor de uitoefening van een al bestaande bevoegdheid door het
bestuursorgaan. Een beleidsregel heeft geen directe gevolgen voor de burger. Ze zijn beide niet
vatbaar voor bezwaar en beroep. Art. 8:2 onder a Awb.
Aanvraag
De Awb verstaat onder aanvraag een verzoek van een belanghebbende om een besluit te nemen
(art. 1:3 lid 3 Awb). Daartoe behoren:
Aanvragen die krachtens een uitdrukkelijk wettelijk voorschrift kunnen worden ingediend
Aanvragen die in de praktijk nodig zijn om te kunnen komen tot een beschikking: aanvragen
om vergunningen, ontheffingen enzovoort.
Aanvragen van derde-belanghebbenden. Hierbij valt te denken aan verzoeken tot wijziging of
intrekking van verleende vergunningen enzovoort. Er is sprake van een aanvraag om een
beschikking.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller colleenswennenhuis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.