100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Mens en Recht, ISBN: 9789001593230 Recht H1,2,7, 8, 9, 10, 15 $10.08
Add to cart

Summary

Samenvatting Mens en Recht, ISBN: 9789001593230 Recht H1,2,7, 8, 9, 10, 15

6 reviews
 303 views  28 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Complete, uitgebreide samenvatting van alle leerstof voor de toets voor module 1. Ik heb met behulp van deze samenvatting zelf een 9,7 gehaald voor deze toets.

Last document update: 3 year ago

Preview 5 out of 63  pages

  • No
  • 1,2,7,8,9,10,15
  • April 10, 2021
  • April 10, 2021
  • 63
  • 2020/2021
  • Summary

6  reviews

review-writer-avatar

By: gwendafontijne • 9 months ago

review-writer-avatar

By: Bdb000 • 4 months ago

review-writer-avatar

By: annevink19 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: zmarrewijk • 2 year ago

Translated by Google

Chapter 15 is not included!

reply-writer-avatar

By: annemb • 2 year ago

Translated by Google

Yes, only in the wrong order I see now. Between H9 and H10 you will find H15.

review-writer-avatar

By: sureyyakaya • 3 year ago

review-writer-avatar

By: sporty144 • 3 year ago

avatar-seller
Mens en Recht
H1 Recht en Regels
1.1 Waarom is er recht?
Rechtsregels, zorgen voor doelmatige ordening van de maatschappij, en voorkomen conflicten of
lossen deze op. Het stuurt het individuele gedrag van de burgers.

Recht is gericht op rechtvaardigheid.

1.2 Vindplaatsen van het recht
Recht word gevonden in rechtsbronnen:

 wet- en regelgeving
 jurisprudentie
 gewoonte
 verdragen

Overheid bestaat uit de eerste en tweede kamer, oftewel de Staten Generaal. Lagere
overheidsorganen kunnen ook rechtsregels vaststellen. Ministers: Ministeriële regeling

Provinciale staten of gemeenteraden: Provinciale of gemeentelijke verordening.

Hoogste wetgever: Staten-Generaal met de regering. Als zij instemmen met wetsvoorstel, komt de
wet tot stand. Dit zijn de enige wetten die met ‘wet’ worden aangeduid.

De regering is de Koning met de ministers samen.

Bepalingen in deze wetten worden wetsartikelen genoemd. Art. 1:57 lid 7a BW staat voor; artikel 57
van boek 1 van het burgerlijk wetboek, lid 7a. Deze zijn te vinden in wetbundels.

Hoogste wet in Nederland is de grondwet. Hierin staan ook de grondrechten.

Regeling die afkomstig is van de regering, zonder de Staten-Generaal wordt een Koninklijk Besluit
genoemd. Een KB wat ook regels bevat, wordt een Algemene Maatregel van Bestuur genoemd.
(AMvB)

Gemeenschapsverordeningen en -richtlijnen zijn door de organen van de EU vastgesteld, deze staan
boven de grondwet.

Verdragen zijn op schrift gestelde afspraken die geldig zijn in de staten die zich hiermee hebben
geratificeerd. Bijvoorbeeld het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind. (IVKR) Deze
hebben een directe werking, dat is; iedereen kan zich hierop beroepen.

Rangorde:
1. Verdragen
2. Gemeenschappelijke richtlijnen en -verordeningen
3. Grondwet
4. Ministeriële wet
5. Provinciale verordening
6. Gemeentelijke verordening’

,Soorten recht
Dwingend recht; moeten beide partijen zich aan houden.
Semi dwingend recht; mag alleen van worden afgeweken in het voordeel van de andere partij
Aanvullend recht; vult aan daar waar specifieke afspraken ontbreken

Objectief recht is alle geldende geschreven en ongeschreven regels

Subjectief recht is recht dat jou persoonlijk is toegekend.

Grondrechten zijn er in twee soorten, klassiek en sociaal.
Klassieke grondrechten zijn de rechten van het individu waar de overheid alleen inbreuk op mag
maken als de wet dit haar toestaat.

Sociale grondrechten zijn de rechten van het individu die door de overheid zo goed mogelijk
bereikbaar moeten worden gemaakt.

Er moet een wettelijke grond zijn om de klassieke grondrechten te ontnemen. De rechter oordeelt of
deze rechtmatig is.

Het recht vormt het kader waarbinnen de hulp en dienstverlening in het sociale werk plaats vind. Het
bepaalt de juridische (on)mogelijkheden van de cliënt.

Juridisering is het in regels vastleggen van veel situaties.


H2 Indeling van het recht
Twee soorten recht; publiekrecht en privaatrecht.

Publiek recht: tussen overheid(-organen) en de burger
Privaat recht: tussen personen

Publiekrecht is onderverdeeld in de volgende drie vormen;

Staatsrecht: bepaald hoe wetgeving tot stand komt, en beschrijft organen van de overheid en hun
bevoegdheden.

Bestuursrecht: Regels voor de organen van de overheid en andere organen die met openbaar gezag
zijn bekleed, voor het gebruik van hun bevoegdheden.

Strafrecht: Gedragingen die de wetgever strafbaar heeft gesteld, evenals de straffen die de rechter
op kan leggen en de regels voor de manier waarop daders berecht moeten worden.

Besluiten van overheidsorganen worden beschikkingen genoemd; deze kunnen individuele gevallen
een recht verlenen of ontnemen, of een plicht opleggen.

Voor bestuursorganen gelden de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. (abbb) Deze is
vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht. (Awb)
De belangrijkste:

1. Zorgvuldigheidsbeginsel; verlangt dat het orgaan het besluit zorgvuldig wordt voorbereid, en
de belangen van de betrokkenen zorgvuldig afweegt.
2. Rechtszekerheidsbeginsel; vereist dat de rechten en plichten van burgers niet zomaar
veranderen.
3. Gelijkheidsbeginsel; gelijke gevallen zoveel mogelijk gelijk behandelen.

, 4. Verbod van misbruik van bevoegdheid; verbiedt een bestuursorgaan om zijn bevoegdheid
voor een ander doel te gebruiken dan waarvoor de bevoegdheid gegeven is.
5. Motiveringsbeginsel; bestuursorgaan moet zijn besluiten goed motiveren.

In de Awb staan ook regels voor de rechtsbescherming van de burger tegen de overheid, zoals de
mogelijkheid tot bezwaar en beroep.

Ook kan door een ieder die zich onheus bejegend voelt door (een medewerker van) een
bestuursorgaan een klacht worden ingediend tegen het bestuursorgaan.

De nationale Ombudsman kan gevraagd worden een onderzoek in te stellen als een klacht geen
oplossing krijgt. De aanbevelingen van de Ombudsman aan het bestuursorgaan worden vrijwel altijd
opgevolgd.

Strafrecht staat vooral opgetekend in het Wetboek van Strafrecht (Sr) en het Wetboek van
Strafvordering (Sv)

Het tuchtrecht is bedoeld om gedrag af te dwingen binnen een bepaalde beroepsgroep.

Privaatrecht

Synoniemen: civielrecht of burgerlijk recht.

Heeft betrekking tot rechtsverhouding tussen (rechts)personen, geeft hen rechten en plichten
tegenover elkaar. Bijv. huurovereenkomst.
Deze rechtsverhoudingen worden verbintenissen genoemd.

Uitgangspunt is gelijkwaardigheid van de (rechts) personen.

Personen: Mensen van vlees en bloed.
Rechtspersonen zijn organisaties die volgens de wet dezelfde rechten en plichten hebben als
mensen.

Een vereniging of stichting is een rechtspersoon. Daardoor is de verhouding tussen
woningbouwvereniging en huurder gelijk.

Ook een gemeente bezit rechtspersoonlijkheid. Burgemeester kan namens deze rechtspersoon
koop- en huurovereenkomsten sluiten. Dit valt dan ook onder privaatrecht.

Privaatrecht voornamelijk te vinden in Burgerlijk Wetboek, en Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering. (Rv)

Functionele rechtsgebieden zijn wetten over een bepaald onderwerp. (werk, jeugd, vreemdelingen)
Kunnen zowel privaatrechtelijk als publiekrechtelijk van aard zijn. Afhankelijk van de mate van
invloed die de overheid heeft op dat specifieke rechtsgebied.

Materieel en formeel recht
Materieel recht: betrekking op de materie; inhoud van rechten en plichten
Formeel recht: betrekking op de wijze waarop het recht kan worden gehandhaafd, bevat de wijze
waarop iemand zijn recht kan halen.

Formele rechtsregels zijn te vinden in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), en het
Wetboek van Strafvordering (Sv).

,Vordering = eisen. Zij geven regels voor de manier waarop het recht of plicht gevorderd kan worden
voor de rechter.

Beginselen van het procesrecht
2.3.1 Geschillenbeslechting in twee instanties door afhankelijke
rechters
Geschil kan op verzoek een tweede keer inhoudelijk worden beoordeeld door andere rechter.

Lagen van rechterlijke macht;

1. Rechtbank met kamer voor kantonzaken (11)
2. Gerechtshof (4)
3. Hoge Raad

In iedere rechtbank zijn burgerlijke rechters, bestuursrechters en strafrechters.
Kantonrechter beslist over zaken tot €25.000, en over huur- en arbeidsgeschillen.

Er zijn aparte beroepsinstanties voor bestuursrechtelijke geschillen.

Het Gerechtshof is er om een zaak opnieuw te beoordelen, wanneer de partijen beroep instellen.

De Hoge Raad is er voor wanneer partijen in cassatie gaan, omdat zij het niet eens zijn met het
oordeel in hoger beroep. De Hoge Raad oordeelt niet inhoudelijk, maar onderzoekt of het vonnis van
de andere rechters terecht is, en het recht goed is toegepast.

2.3.2 Absolute competentie en relatieve competentie
Absolute competentie: Bevoegdheid van de rechter om te oordelen over privaatrechtelijke,
strafrechtelijke, of bestuursrechtelijke zaken.

1. Eerste aanleg: de rechtbank is in eerste aanleg bevoegd om te oordelen over
privaatrechtelijke en strafrechtelijke geschillen, en over bestuursrechtelijke geschillen
waarvoor de wet de rechtbank aanwijst.
2. Tweede aanleg: Gerechtshof is absoluut competent in civiele zaken en strafzaken.
Voor bestuursrechtelijke zaken is dit de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State
voor hoger beroep, tenzij anders is beschreven in de wet.
3. Cassatie: de Hoge Raad heeft absolute competentie als cassatierechter.

2.3.3 Procederen met of zonder advocaat
Procesvertegenwoordiging is in veel gevallen niet verplicht, bijv. tijdens civiele- en
bestuursrechtelijke processen in eerste aanleg.

Bij strafrechtelijke processen wordt in de regel vaak wel een advocaat toegewezen.

Procesvertegenwoordiging is wel verplicht bij:

 privaatrechtelijke geschillen waarbij bedragen boven de €25.000 kunnen worden gevorderd
(behalve huur- en arbeidsgeschillen  kantonrechter)
 geschillen op het gebied van personen- en familierecht
 civiele zaken in hoger beroep of cassatie

Reden: efficiënter en eerlijker verloop, geen ongelijkheid tussen partijen wat betreft juridische kennis
en vaardigheden.

, 2.3.4 Openbaarheid van terechtzitting en uitspraak
Rechtszittingen zijn openbaar, tenzij het gaat om zaken waarin het privé belang van de betrokkenen
zwaar weegt.
Uitspraken zijn altijd openbaar; met weglating van namen en woonplaatsen van betrokkenen.

2.3.5 Toetsing door de rechter
Taak van de rechter is om algemene rechtsregels te interpreteren en toepassen op het individuele
geval.

Dit doet hij door;

 deze letterlijk te nemen
 bekijken vanuit de bedoeling van de wetgever
 betekenis aflezen uit de samenhang met andere regels
 te kijken naar het verleden

Alternatieve geschillenbeslechting
Een mediator kan ingezet worden om geschillen op te lossen doormiddel van gesprekken, om zo tot
een oplossing te komen die voor beide partijen gunstig is. Hij houdt belangen van beide partijen in
het oog.

Geschillencommissie is in sommige gevallen ook een optie. De uitspraak van deze commissie is
bindend. Deze zijn er voor specifieke doelgroepen.

Korte schets van het procesrecht
2.4.1 Bestuursprocesrecht
Aanleiding: beschikking waar de burger het niet mee eens is.
De burger word in dit proces de belanghebbende genoemd.

Bij een geschil moet er binnen 6 weken bezwaar worden
aangetekend bij het bestuursorgaan.

Bestuursorgaan heroverweegt het bestuursorgaan zijn
beslissing. Hierbij laat hij zich vaak adviseren door een
commissie voor bezwaarschriften.

Belanghebbende kan tijdens de hoorzitting zijn
bezwaarschrift mondeling toelichten, evenals een
vertegenwoordiger van het bestuursorgaan.

Bezwaarprocedure heeft een zeeffunctie; eventuele fouten
kunnen door het bestuursorgaan hersteld worden, en
verdere procedure is niet nodig.

Na de hoorzitting moet het bestuursorgaan binnen 6 weken
beslissen op het bezwaarschrift. (beschikking op bezwaar)

Als hij deze ongegrond verklaard, kan de belanghebbende
binnen 6 weken beroep instellen bij de sector bestuursrecht. Voor de behandeling van het beroep
moet griffierecht betaald worden.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annemb. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.08. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

54879 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.08  28x  sold
  • (6)
Add to cart
Added