Samenvatting fysiologie 1.2
Wat is actief en wat is passief membraantransport:
Actief transportkost energie (gaat tegen het concentratiegrandiënt in)
Passief transport kost geen energie (gaat met het concentratiegradiënt mee)
Voorbeelden:
Actief transport:
- NaK-pomp
Passief transport:
- Diffusie
- Osmose
-
Leg uit wat vesiculair transport is. Welke 2 processen horen hierbij. Leg deze 2 processen
uit:
Vesiculair transport: stoffen in blaasjes worden verpakt en in of uit de cel verplaatst
Endocytose: het verpakken van extracellulair materiaal in een blaasje bij het celoppervlak
voor het transport in de cel. Er zijn drie type:
1. Fagocytose: het opnemen van stoffen of ziekteverwekkers van buiten de cel,
transport van de stoffen van buiten de cel naar het cytoplasma door ze in te sluiten
in een uitstulping van de celmembraan.
2. Pinocytose: het opnemen van vloeistoffen in het cytoplasma door ze aan het
celoppervlak in een vliezig blaasje op te nemen
3. Receptorgemedieerde endocytose: aan het membraanoppervlak van de cel worden
kleine blaasjes gevormd om selectief bepaalde stoffen in de cel te brengen( herken je
aan de haakjes aan het celmembraan). Opnemen van wat grotere moleculen zoals
cholosterol. Iets specifieker, wordt door aantal cellen gedaan.
Exocytose: een blaasje dat in de cel is ontstaan versmelt met het plasmamembraan en geeft zijn
inhoud aan de extracelullaire omgeving af.
Osmose/difussie
De student benoemt:
,- wat osmose en diffusie is:
Osmose: proces waarbij watermoleculen over een membraan bewegen zodat de
concentratie opgeloste stoffen aan beide kanten gelijk is.
Voorbeeld: limonade (water en siroop)
Diffusie: verplaatsen van deeltjes, passief moleculair transport vanuit een gebied met een
hogere concentratie naar een gebied met een lagere concentratie. (proces wordt vesnelt
door verwarmen/roeren)
Voorbeeld:
- deo spuiten in een hoek van de kamer en in na tijdje heeft het zich verspreid naar de andere
kant van de kamer
- CO2 en O2 regulatie van de longblaasjes
De student legt uit:
- wat osmotische waarde is:
Osmotische waarde: totale concentratie opgeloste deeltjes in een oplossing.
De termen isotoon, hypotoon en hypertoon in relatie tot osmose:
- Isotoon: een oplossing met gelijke osmotische waarde aan de osmotische waarde
aan de cel
- Hypotoon: oplossing met lagere osmotische waarde dan de osmotische waarde van
de cel
- Hypertoon: oplossing met hogere osmotische waarde(veel deeltjes zijn opgelost) dan
de osmotische waarde van de cel
Wat er gebeurt als je een cel in een isotone, hypertone of hypotone vloeistof legt:
- Isotone oplossing: evenveel cel in en uit.
- Hypotone oplossing: water gaat cel in kan leiden tot knappen(lysis)
- Hypertone oplossing: water verlaat de cel, de cel verschrompeld
Terugkoppeling
De student beschrijft :
- positieve en negatieve terugkoppeling in het menselijk lichaam:
, Positieve terugkoppeling: alles of niets reactie
Voorbeelden:
- Bloedstolling
- Bevalling
- actie potentiaal= manier om de zenuwprikkel over te dragen
Negatieve terugkoppeling: het heen en weer regelen
Voorbeelden:
1. lichaam wordt te warm
Receptor: thermoreceptoren
Besturingscentrum: hersenen
Effector: -transpireren
-vasodilatatie(bloedvaten wijder)
Te koud
Receptor: thermoreceptoren
Besturingscentrum: hersenen
Effector: - vasoconstrictie( bloed
regelen van temperatuur
2. Glucosewaarde
Leerdoelen cardiovasculaire stelsel: bloed
Erytrocyt en trombocyt
De student benoemt:
- wat erytrocyten en trombocyten zijn:
Erytrocyt zijn rode bloedcellen. Ze hebben geen celkern. Zijn essentieel voor het transport
van zuurstof in het bloed
Trombocyten (bloedplaatjes) kleine pakketjes cytoplasma die enzymen bevatten die
belangrijk zijn voor de bloedstolling.
- de functie van erytrocyten en trombocyten:
Functie erytrocyten: het vervoeren van zuurstof en CO2 in het bloed.
Functie trombocyten: bloedplaatjes initieren het stollingsproces en helpen beschadigde
bloedvaten af te sluiten. Ze vormen een belangrijk onderdeel van het stollingsproces.
- waar erytrocyten en trombocyten ontstaan:
Erytrocyten rode beenmerg
Trombocyten rode been merg
- beschrijft de rol van EPO bij de aanmaak van rode bloedcellen:
EPO:
Zodra EPO (erytropoetine/ etytropoese stimulerende hormoon) in het bloed aanwezig is,
wordt dit naar het rode beenmerg vervoerd. Het hormoon bevordert de deling van de
stamcellen en de ontwikkeling van de rode bloedcellen. EPO wordt afgegeven wanneer
perifere weefsel aan een lage zuurstofconcentratie worden bloodgesteld.
- Het hormoon wordt aangemaakt in de nieren.
- In de nieren wordt de zuurstofgehalte gemeten
EPO wordt afgegeven tijdens:
- Bloedarmoede
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EsmaSay. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.66. You're not tied to anything after your purchase.