Dit is mijn volledige samenvatting van alle drie de leerboeken van Verbintenissenrecht gegeven aan het 3de kwartiel, 1ste Bachelorjaar in de Rechten aan UHasselt. Ook de hoorcolleges en onderwijsgroepen (niet de oplossingen van de oefeningen, enkel theorie).
LEERBOEK 1
INLEIDING (HC1)
1. Plaats van het verbintenissenrecht in het Burgerlijk
Wetboek en in het recht
A. In het recht
In het recht moet er een onderscheid worden gemaakt tussen het publiekrecht en
het privaatrecht.
- Het publiekrecht regelt de verhoudingen tussen staten onderling en ook de
overheid en haar burgers.
- Het privaatrecht regelt de verhoudingen tussen burgers onderling.
Het verbintenissenrecht valt onder privaatrecht. Het verbintenissenrecht is het
gemeenrecht van het privaat recht.
Het onderscheid tussen publiekrecht en privaatrecht is tegenwoordig achterhaald.
Het publiek- en privaatrecht steeds meer in elkaar verstrengeld raken.
Rechtstakken, zoals het verbintenissenrecht, hebben soms ook aansluiting bij zowel
het publiek- als privaatrecht.
Bij het verbintenissenrecht is dit bijvoorbeeld zo bij overheidsaansprakelijkheid.
Dit betekent dat ook de overheid onderworpen is aan de regels van
aansprakelijkheid (vanaf art. 1382 BW), dit is dus zowel publiekrecht als
privaatrecht. Een ander voorbeeld hiervan is wanneer de overheid contracten sluit.
Daarnaast zijn er ook recentere vakdomeinen die niet meer toe te wijzen zijn aan
publiekrecht of privaatrecht, zoals het consumentenrecht. Het consumentenrecht
zijn de regels ter bescherming van de consument. Een consument is iedere
natuurlijke persoon die voor privédoeleinden handelt (art. I.1, 2° WER).
Consumenten worden in het recht beschouwd als zwakkere personen wanneer zij
tegenover ondernemingen staan en worden in het recht beschermd.
B. In het burgerlijk wetboek
Het verbintenissenrecht bevindt zich in Boek III van het BW, meer bepaald Titel III
“Contracten of verbintenissen uit overeenkomst in het algemeen”, Titel IV
“Verbintenissen buiten overeenkomst” en Titel VIbis “Vergoeding van schade door
abnormale veroorzaakt”, oftewel van art. 1101 tot en met art. 1386bis BW.
Ook in Boek 8 “Bewijs” van het (nieuwe) Burgerlijk Wetboek, in het Gerechtelijk
Wetboek en het Wetboek Economisch Recht kan men het verbintenissenrecht
terugvinden.
2. De vermogensrechtelijke verbintenis
A. Definitie
De vermogensrechtelijke verbintenis is een rechtsband tussen twee of meer
personen, ontstaan krachtens de wet ingevolge een eenzijdige of meerzijdige
rechtshandeling of ingevolge een andere menselijke gedraging, op grond waarvan de
ene(n) jegens de andere(n) in geld waardeerbare en juridisch afdwingbare
aanspraken (kunnen) doen gelden.
,Naomi Zedda 1ste Bachelor Rechten 2020-2021
i. Rechtsband
Een vermogensrechtelijke verbintenis is altijd tussen een schuldeiser en
een schuldenaar.
Een schuldeiser staat aan de actiefzijde van een verbintenis, deze is
gerechtigd om iets te bekomen aan de hand van een schuldvordering.
De schuldenaar staat aan de passiefzijde en wordt gehouden om iets te
doen en op wie er een schuld rust.
ii. Wederkerige verbintenis
Vaak zal een vermogensrechtelijke verbintenis in beide richtingen gaan en
zijn beide partijen zowel schuldeiser als schuldenaar. Dit noemt een
wederkerige verbintenis, zoals een wederkerig huurcontract.
Bij een koopcontract rust er op de verkoper een leveringsverbintenis en op
de koper een betalingsverbintenis. Het is een wederzijdse verbintenis maar
ook samenhangend, de ene verbintenis wordt aangegaan om de andere.
B. Analyse van de kenmerken
i. Een rechtsband tussen personen
Om de rechtsband te beoordelen is het belangrijk om een onderscheid te
maken tussen vorderingsrechten of verbintenissen en zakelijke rechten.
Beide categorieën behoren tot de patrimoniale of vermogensrechten en
geven rechtstreeks zeggenschap over een goed of gedraging.
Als men deze op intern vlak vergelijkt dan zijn:
- Vorderingsrechten of persoonlijke rechten: een verhouding tussen personen.
Deze geven aan de ene persoon een aanspraak of zeggenschap of
vorderingsrecht aan de andere persoon.
- Zakelijke rechten: een verhouding tussen een persoon en een zaak. Deze
geven aan een persoon het zeggenschap of vorderingsrecht over een zaak of
goed.
Als men deze op extern vlak of t.o.v. derden vergelijkt dan:
- Vorderingsrechten of persoonlijke rechten: zijn relatief, het creëert enkel
rechten tussen de personen die een rechtsband onderling hebben of inter
partes. De tegenwerpelijkheid aan derden is beperkt. Dit is de
relativiteitsregel. De interne gevolgen werken enkel tussen de betrokken
personen, maar derden moeten wel rekening houden met het bestaan van de
vorderingsrechten.
- Zakelijke rechten: gelden erga omnes en zijn tegenwerpelijk aan iedereen.
ii. Bronnen van verbintenissen
Het vertrekpunt om te achterhalen waaruit een vermogensrechtelijke
verbintenis kan ontstaan is terug te vinden in art. 1370 BW. In dit artikel
geeft de wet een verbintenisscheppende of obligatoire kracht aan
bepaalde gedragingen zoals:
1. Overeenkomsten (twee- of meerzijdige rechtshandeling): art. 1134
BW
2. Onrechtmatige daad: art. 1382 t.e.m. 1386 BW
3. Quasi- of oneigenlijke contracten: art. 1371 BW
2
,Naomi Zedda 1ste Bachelor Rechten 2020-2021
Een verbintenis kan dus uit meerdere zaken voortvloeien.
Hierbij rijst de vraag of art. 1370 BW een limitatieve of exemplatieve lijst
is waaruit vermogensrechtelijke verbintenissen kunnen voortvloeien.
- Limitatief: de mogelijkheden zijn beperkt tot wat er in die lijst staat. Dit is
een gesloten systeem.
- Exemplatief: de lijst geeft voorbeelden, maar er kunnen nog voorbeelden aan
worden toegevoegd. Hierbij is er sprake van een open systeem.
Is er dus een open systeem of gesloten systeem van bronnen van
verbintenissen?
Volgens het Hof van Cassatie is er sprake van een open systeem. Zij hebben
ook bijkomende zaken erkend zoals:
4. Eenzijdige rechtshandeling
Sommigen vinden ook dat 5. Vertrouwensleer een bron van verbintenissen
is, maar hier is discussie over en het is nog niet algemeen aanvaard.
De bronnen van verbintenissen zijn dus:
1. Overeenkomsten Rechtsgevolgen worden beoogd
2. Eenzijdige rechtshandeling
door menselijk gedrag
3. De onrechtmatige daad Rechtsgevolgen worden NIET beoogd
4. De quasi- of oneigenlijke contracten door menselijk gedrag, maar de wet verbindt toch
bepaalde rechtsgevolgen aan dit gedrag
5. Vertrouwensleer? (Discussie)
In het nieuwe Burgerlijk Wetboek zal een duidelijker artikel komen van de
bronnen van verbintenissen die als volgt luidt:
“Verbintenissen ontstaan uit een rechtshandeling, uit een oneigenlijk contract,
uit de buitencontractuele aansprakelijkheid of uit de wet.”
iii. Voorwerp van de verbintenis
Het voorwerp slaat op de inhoud van de verbintenis is, tot wat een
schuldenaar zich verbindt en waarop de schuldeiser een aanspraak kan
maken. Een vermogensrechtelijke verbintenis heeft in geld waardeerbare
aanspraken tot voorwerp.
Volgens de klassieke opvatting, deze is echter ouderwets, maakt men een
onderscheid betreffende het voorwerp tussen:
- Facere: iets doen (bv. architect)
- Non-facere: iets niet te doen (bv. niet-concurrentiebeding)
- Dare: overdracht van zakelijke rechten (bv. verkoop van een huis)
Volgens de moderne opvatting maakt men een onderscheid tussen:
- Een resultaatsverbintenis: men verbindt zich om een resultaat te leveren. In
dit geval ligt de bewijslast bij SA en wordt de schuld van de schuldenaar
vermoed en deze zal slechts aan zijn aansprakelijkheid ontsnappen indien hij
3
, Naomi Zedda 1ste Bachelor Rechten 2020-2021
een oorzaak kan aantonen die het bereiken van het resultaat onmogelijk
maakte.
- Een inspanningsverbintenis of middelenverbintenis: men kan geen resultaat
beloven, maar gaat alle inspanningen leveren die van een goede huisvader
worden verwacht. Hierbij ligt de bewijslast bij de schuldeiser, deze moet
kunnen aantonen dat de schuldenaar niet alle nodige inspanningen heeft
geleverd zoals een goede huisvader dat zou gedaan hebben.
Er is ook nog een onderscheid te maken op vlak van genuszaken en
specieszaken.
- Genuszaken: generieke zaken waarbij het eigendomsrecht overgaat bij de
aflevering van de zaak
- Specieszaken: specifieke, unieke zaken waarbij het eigendomsrecht overgaat
op het ogenblik van consensus (art. 1138 BW)
iv. Afdwingbaarheid van de verbintenis
Wanneer een verbintenis niet vrijwillig nageleefd wordt door de
schuldenaar, dan kan de schuldeiser hem daartoe in rechte dwingen en
naar de rechtbank stappen.
Dit gebeurt steeds in 3 stappen:
1. Ingebrekestelling van SA door SE
2. Vonnis bekomen voor de rechtbank
3. Vonnis doen uitvoeren met dwangmiddelen
Er bestaan ook niet-juridische verbintenissen die niet-afdwingbaar in
rechte zijn. Voorbeelden hiervan zijn:
- Morele verbintenissen: een gentlemen’s agreement
- Natuurlijke verbintenissen (art. 1235, lid 2 BW): vrijwillige
onderhoudsgelden van grootouders
- Sociale verbintenissen: afspraken tussen vrienden
De natuurlijke verbintenis kan niet in rechte worden afgedwongen, maar
eens dat deze vrijwillig is uitgevoerd of beloofd is uitgevoerd te worden,
wordt de natuurlijke verbintenis omgevormd tot een juridische verbintenis
die wél in rechte afdwingbaar is (art. 1235, lid 2 BW).
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller naomizedda. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.87. You're not tied to anything after your purchase.