100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting socialezekerheidsrecht begrepen K7 $4.84   Add to cart

Summary

Samenvatting socialezekerheidsrecht begrepen K7

 28 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

De basis van het sociale zekerheidsrecht, betreffende de WW, WIA, AOW, Anw, Ziektewet, Participatiewet, etc. Inclusief belangrijke stappenplannen.

Preview 4 out of 57  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1, 4, 5, 6, 7, 8
  • April 11, 2021
  • 57
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Socialezekerheidsrecht K7
Week 1
-de (historische) ontwikkeling van ons sociaal zekerheidsstelsel in grote lijnen
schetsen
Tegenwoordig speelt de overheid een belangrijke rol op het gebied van sociale zekerheid, en
hebben we een verzorgingsstaat. Dat is niet altijd zo geweest.

1. Pas in het begin van de 20e eeuw ontstond de Ongevallenwet (1901), die met name
was bedoeld voor het opvangen van de gevolgen van bedrijfsongevallen in de
industrie. Die wet was echter wel de eerste sociale verzekering waarbij de overheid
aan werkgevers de verplichting oplegde een premie te betalen om op die manier
werklieden in gevaarlijke bedrijven te verzekeren tegen de gevolgen van
bedrijfsongevallen.

In 1929 trad de Ziektewet (Zw) in werking. Die wet keerde bij ziekte gedurende een
aantal maanden een ziekte-uitkering van 80% van het loon uit aan arbeiders in vaste
dienst.

2. Tot de jaren 90 was er veel minder aandacht voor het weer aan het werk helpen (de
re-integratie) van uitkeringsgerechtigden. De Wet verbetering poortwachter (Wvp),
die als doel heeft om zieke werknemers zsm te re-integreren in eigen of ander
passend werk, is pas 20 jaar oud. Tot eind jaren 80 werd de aandacht gelegd op het
recht op uitkering, en vanaf de jaren 90 wordt de focus gelegd op het helpen van
uitkeringsgerechtigden om weer aan het werk te gaan.

3. Er vond op den duur ook veel privatisering plaats. Een voorbeeld hiervan is de in
1996 terugtredende overheid met de geprivatiseerde ZW. Een zieke werknemer
wordt vanaf dat jaar niet meer uit een centrale ziekenkas betaald, maar door de
individuele werkgever moet voor een bepaalde periode minimaal 70% van het loon
doorbetalen aan de werknemer (art. 7:629 BW).

De achterliggende gedachte van privatisering was dat zaken als preventie en
ziekteverzuimbeleid meer zichtbaar zijn. De werkgever gaat ziekte van zijn
werknemers meer in zijn portemonnee voelen.

4. Sociale partners hadden vroeger een grote rol in de uitvoering van de sociale
zekerheid. De werkgevers- en werknemersorganisaties (vakbonden) worden sociale
partners genoemd. Voor de tweede wereldoorlog bestuurden vakbonden de door de
overheid gesubsidieerde werkloosheidskassen, na de oorlog tot in de jaren 90
vormen de sociale partners de besturen van de bedrijfsverenigingen. Tegenwoordig
kennen we 35 regionale Werkbedrijven waarin werkgevers en vakbonden, samen
met gemeenten afspraken maken met als doel zoveel mogelijk mensen met een
arbeidsbeperking aan een reguliere arbeidsplaats te helpen.

5. De overheid doet tegenwoordig een groter beroep op de eigen verantwoordelijkheid
van de burger dan voorheen. Voorlopig eindpunt hiervan is de Participatiewet. In
eerste instantie moet iedereen zijn eigen boontjes kunnen doppen. Zelfredzaamheid
en eigen verantwoordelijkheid is het uitgangpunt bij de zorg die iemand nodig heeft.
Van de burger wordt verwacht dat hij op het gebied van zorg steeds meer in de eigen
omgeving een oplossing zoekt dmv inzet van familie etc. als dit niet meer mogelijk is,
komt de overheid pas in beeld. Dat is het uitgangspunt van de
participatiesamenleving.

, 6. (de)centralisatie en handhaving: steeds meer bevoegdheden en
verantwoordlijkheden komen bij de gemeenten te liggen ipv bij de centrale overheid.


Behalve de Steunregeling aan werklozen en de Kinderbijslagwet gebeurde er tot na de
tweede wereldoorlog nog niet veel op het gebied van sociale zekerheid.

Door internationale verdragen zoals het EVRM en Europees Sociaal Handvest kwam na de
tweede wereldoorlog de ontwikkeling van de sociale zekerheid in een stroomversnelling.
Niet langer werd het individu zelf verantwoordelijk gehouden voor de ellendige
omstandigheden, maar er kwam een plicht op de overheid om de bestaanszekerheid van de
burger te garanderen.

Dit leidde na de jaren 50 in ons land tot een uitgebreid stelsel van de sociale zekerheid.


-de organisatiestructuur van het Nederlandse socialezekerheidsstelsel
beschrijven
Uitgangspunten van de Nederlandse sociale zekerheid:
o Collectiviteit en solidariteit: het dmv wetgeving gezamenlijk dragen van de
individuele risico’s;
o Verzorgingsstraat: de overheid speelt een belangrijke rol bij het opvangen van de
verschillende sociale risico’s. In de verzorgingsstaat rust op de overheid de
verplichting om de burger te vrijwaren tegen een gebrek aan gezondheid, gebrek aan
inkomen, etc;
o Inkomstenzekerheid (waarborgfunctie): valt het inkomen weg vanwege
werkeloosheid, langdurige arbeidsongeschiktheid of ouderdom, dan zorgen de
Werkeloosheidswet (WW), de Wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet
WIA) en de Algemene Ouderdomswet (AOW) ervoor dat de uitkeringsgerechtigde
kan terugvallen op een inkomen in de vorm van een periodieke uitkering om het
verlies van inkomen op te vangen;
o Re-integratie: zoveel mogelijk de uitkeringsgerechtigden helpen om weer aan het
werk te kunnen gaan;
o Privatisering;
o Eigen verantwoordelijkheid: in eerste instantie moet iedereen zijn eigen boontjes
kunnen doppen. Zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid is het uitgangpunt bij
de zorg die iemand nodig heeft. Van de burger wordt verwacht dat hij op het gebied
van zorg steeds meer in de eigen omgeving een oplossing zoekt dmv inzet van
familie etc. als dit niet meer mogelijk is, komt de overheid pas in beeld. Dat is het
uitgangspunt van de participatiesamenleving;
o (de)centralisatie en handhaving: steeds meer bevoegdheden en
verantwoordlijkheden komen bij de gemeenten te liggen ipv bij de centrale overheid.
__________________________________________________________________________

-onderscheid maken tussen werknemersverzekeringen, volksverzekeringen en
sociale voorzieningen
In de sociale zekerheid maken we een onderscheid tussen werknemersverzekeringen,
volksverzekeringen en sociale voorzieningen. Deze driedeling heeft te maken met:
o De kring van verzekerden (personele werkingssfeer): wie is verzekerd en dus
rechthebbend?;

, o De financiering (wie betaald? (de overheid, alle inwoners van Nederland, werkgevers
en/of werknemers;
o De uitvoering: waar moet men de uitkering aanvragen en wie verstrekt de uitkering?;
o De voorwaarden: wat is de hoogte en de duur van de uitkering en kent de regeling
een (partner)inkomenstoets en/of een vermogenstoets?

Verplicht systeem
Bij de werknemers en volksverzekeringen gaat het om verplichte verzekeringen. Het is dus
niet mogelijk dat een individu zich onttrekt aan deze verzekering door te stellen dat hij geen
prijs stelt op een collectieve verzekering, maar zich individueel wil verzekeren. De wetgever
is bang dat anders gezonde, jonge mensen, zich niet of minder zullen verzekeren en
daardoor zouden de sociale risico’s door minder mensen worden gedragen, wat tot een
verhoging van de premies zou leiden.

1. werknemersverzekeringen
Onder werknemersverzekeringen vallen:
o WW;
o WAO;
o Wet WIA;
o ZW.

De kenmerken van een werknemersverzekering zijn:
o Werknemers zijn verzekerd. In de regel zijn dat personen die ogv een
arbeidsovereenkomst werkzaam zijn. Zij zijn verplicht verzekerd. Daarbij geldt het
territorialiteitsbeginsel: een persoon die in België woont maar in Nederland werkt, is
verzekerd voor de Nederlandse werknemersverzekeringen;
o De financiering gebeurt doordat werknemers en/of werkgevers de premie,
gebaseerd op het loon van de werknemer, betalen;
o De uitvoering geschiedt door het UWV;
o In het algemeen is de hoogte van de uitkering afgeleid van het dagloon
(loongerelateerd). Het dagloon is meestal het in het afgelopen jaar gemiddeld per dag
verdiende salaris tot het maximumdagloon;
o De loongerelateerde uitkering is in duur beperkt en meestal afhankelijk van het
arbeidsverleden.

2. volksverzekeringen
Onder volksverzekeringen vallen:
o AOW;
o Wet langdurige zorg (Wlz);
o Algemene nabestaandenwet (Anw);
o Zvw.

Kenmerken van een volksverzekering zijn:
o Alle ingezetenen zijn van rechtswege verzekerd;
o De financiering gebeurt door iedereen die inkomstenbelasting betaald;
o De uitvoering is in handen van de Sociale Verzekeringsbank (AOW, Anw), de
zorgkantoren (Wlz) en de zorgverzekeraars (Zvw);
o In het algemeen is de hoogte van de uitkering gerelateerd aan het
minimumloon;
o De duur is niet afhankelijk van het arbeidsverleden.

3. Sociale voorzieningen
Onder sociale voorzieningen vallen:

, o Bijstand (participatiewet);
o Algemene Kinderbijslagwet (AKW);
o Wet inkomstenvoorziening oudere werklozen (IOW);
o Wet inkomstenvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze
werknemers (Wet IOAW);
o Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong);
o Wmo.

Kenmerken van een sociale voorziening zijn:
o Rechthebbend is iedere Nederland en de niet-Nederlander die hier rechtmatig
verblijft;
o De uitvoering is meestal in handen van de gemeente (Pw, IOAW, Wmo), vaak
door een aparte afdeling Sociale zaken of een gemeentelijke sociale dienst;
o Een sociale voorziening wordt betaald uit de algemene middelen;
o De hoogte van de sociale voorziening is meestal gerelateerd aan het
minimumloon en afhankelijk van de leefsituatie;
o In het algemeen geldt dat geen recht mag bestaan op een uitkering op grond van een
verzekering. De uitkering ogv een volksverzekering of werknemersverzekering
gaat voor, die uitkering is dan een zogenoemde voorliggende voorziening;
o De duur is in principe beperkt, namelijk zolang het inkomen onder het sociale
minimum ligt (Pw), of bijv behoefte bestaat aan een voorziening ogv de Wmo.



Week 2
-uitleggen wat de essentie is van de volksverzekeringen AOW en Anw
AOW
De AOW is een volksverzekering en kent een opbouwstelsel. De uitkering gaat in bij het
bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd en is gekoppeld aan het wettelijk minimumloon.
Gehuwden, en daarmee gelijkgestelden, ontvangen ieder 50% van het minimumloon. Een
ongehuwde ontvangt 70% van het minimumloon. Eventueel aanwezig vermogen of inkomen
is niet van invloed op de hoogte van de AOW-uitkering, deze is voor iedereen hetzelfde.

De financiering van de AOW geschiedt dmv premieheffing, het is dan ook een
volksverzekering.

Omslagstelsel = de premies die de overheid int, worden direct uitbetaald aan de
pensioengerechtigden van dat moment.

Kapitaaldekkingsstelsel = belegt een fonds de premies en gaat dit fonds pas op een later
moment (bij pensionering) over tot uitbetaling.

Iedereen die in Nederland ingezetene is, is verzekerd voor de AOW. Voor vreemdelingen
geldt daarbij dat zij over een rechtsgeldige verblijfstitel moeten beschikken. Ook verzekerd is
degene die niet in Nederland woont ,maar wel in Nederland in dienstbetrekking werkzaam is
en loonbelasting moet betalen (art. 6 AOW).


Een persoon is ingezetene, en dus verzekerd voor de AOW, als hij in Nederland woont (art.
2 AOW).

Om aangemerkt te worden als ingezetene moet er sprake zijn van een duurzame band van
persoonlijke aard tussen de persoon en Nederlands.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anouklooijmans. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.84. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.84  1x  sold
  • (0)
  Add to cart